Gesprek Flashcards
1
Q
Hallo
A
Hello
2
Q
Haai
A
Hi
3
Q
Ja
A
Yes
4
Q
Nee
A
No
5
Q
Alsjeblieft, alstublieft
A
Please
6
Q
Sorry
A
Sorry
7
Q
Dankjewel, dank u wel
A
Thank you
8
Q
Dank u, dank je
A
Thanks
9
Q
Graag gedaan
A
You’re welcome
10
Q
Natuurlijk
A
Of course
11
Q
Blij u te leren kennen
A
Nice to meet you
12
Q
Ik snap het niet
A
I don’t understand
13
Q
Ik weet het niet
A
I don’t know
14
Q
Ik denk het niet
A
I don’t think so
15
Q
Ik denk het
A
I think so
16
Q
Wat is uw naaam ?
A
What’s your name ?
17
Q
Hoe lang woot u hier al ?
A
How long do you live here ?
18
Q
Hoe oud bent u ?
A
How old are you ?