geschiedenis les 17 Flashcards

1
Q

ongelijkheid

A

er zijn verschillende sociale groepen, met meer of minder aanzien, macht en rijkdom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

latifundia

A

grote landbouwbedrijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

proletariers

A

bezitlozen; de proletariers waren een snel groeiende bevolkingsgroep in Rome, bestaande uit zeer arme plebejers en ingeweken boeren. Ze bezaten enkel hun kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

patricier

A

een lid van de oudste, vooraanstaande romeinse families, grootgrondbezitters; het gezinshoofd zetelt in de senaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

plebejer

A

een gewone burger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

nabilitas

A

Romeinse klasse; de nobiles zijn patriciers of rijke plebejers; ongeveer 1% van de bevolking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

populist

A

iemand die opkomt voor het volk en strijdt tegen een elite die veel macht heeft. Met de steun van het volk wil hij veranderingen doorvoeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

optimates

A

willen macht voor de senaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

popularis

A

willen macht voor de volksvergadering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

problemen voor de ‘kleine’ boer na de punische oorlogen

A
  • de akkers zijn niet bewerkt tijdens de oorlog
  • Rome verhoogt de belastingen (oorlog voeren kost immers geld)
  • hij kan niet concureren met de goedkopen landbouwproducten uit de veroverde gebieden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

de twee politieke groepen + welke mensen bij welke politieke groep horen

A
  • de popularis: willen macht voor de volksvergadering
  • de optimates: willen macht voor de senaat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

voorstellen van de Gracchen

A

Tibertus en Gaius Gracchus
- graanwet: graan voor de armen tegen baste, lage prijs
- landwet: staatsland onder de armen verdelen
- legerwet: legeruniform betaald door de senaat - dienstplicht pas vanaf 17 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

situeer in tijd, de ruimte en het domein

A

Tijd: klassieke oudheid
Ruimte: Middellandse zeegebied
Domein: Politiek, sociaal en economisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

nobilitas

A

patriciers en rijke plebejers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

proletariers

A

arme plebejers en slaven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

het ontstaan van de proletariers

A
  • de vroegere kleine boeren in Rome vinden geen of weinig werk
  • Rome wordt stad met zware sociale tegenstellingen
  • de Nieuwkomers vormen samen de arme plebejers ( een grote groep van de bezitloze of proletaries)