geschiedenis Flashcards

1
Q

Wat zijn nomaden?

A

Nomaden hebben geen vaste verblijfplaats

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is domesticatie

A

domesticatie is het proces warmee de mens planten en dieren van eigenschapppen laat veranderen. De planten en dieren raken zo aangepast aan het leven dicht bij de mens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom moesten voedselverzamelaars een nomadisch leven leiden?

A

Het voedsel raakte op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer en in welke periode kwam de moderne mens aan in Europa

A

Koude periode, 40 000 jaar geleden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom is grote delen van Noord-Europa voor de moderne mensen onbewonbaar

A

Het was daar permanent met ijs bedekt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe heet de soort landschap waarin de Homo sapiens in Europa terecht kwam?

A

Toendra

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarom was de moderne mens niet geschiktb om in de ijsijd te overleven?

A

gemakkelijke prooi voor grote roofdieren
minder goede jager dan vele andere dieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke voordelen leverde de jacht voor mensen op?

A

meer voedsel geschikt voor koude klimaat
materiaal voor kleding…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke materiaal gebruikten de makers van werktuigen voor de kern van het werktuig?

A

vuursteen of silex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke materiaal gebruikten de makers van werktuigen voor het vervaardigen van de kern van het werktuig?

A

steen, been

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke materiaal gebruikten de makers van werktuigen voor de afwerking van het werktuig?

A

been repen huid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Van welke materiaal zijn de oudste werktuigen?

A

steen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke verschillen was er tussen het oudste en de recenste werktuig?

A

Het recenste werktuigen zijn scherper , meer snijvlak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

De werktuigen in chronologisch volgorde

A

bewerkte kei, vuistbijl, vuistbiil van vuursteen, fijne punt bewerkte vuursteen,klingen (benen naalden, benen harpoenen, stenen pijlpunten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke materiaal is de recentste werktuig?

A

steen en been

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke voordeel boden de nieuwe werktuigen?

A

meer gespecialiseerde toepassingen

17
Q

Hypotheses van grotschilderingen:

A

drang om creatief te zijn, jachtmagie,eigenschapen van een dier aan een mens

18
Q

kenmerken van een vrouwenbeeld

A

ze heeft zware borsten en een dikke buik

19
Q

brons

A

herbruikbaar iets dat je kan herstellen