Genetics Flashcards
Wetten van mendel
- Uniformiteitswet (AA + aa = Aa Aa Aa Aa)
- Splitsingswet (Aa + Aa = AA Aa Aa aa)
- Onafhankelijkheidswet
Pleiotropie
Genen met meerdere effecten
Epistase
Sommige eigenschappen worden door meerdere genen bepaald bv BBEE -> zwart maar BBee -> geel (labrador)
Soorten dominantie
- volledige dominantie
- partiële dominantie
- codominantie
Partiële dominantie
1 gen is duidelijk dominant, maar het recessieve allel komt bij heterozygote toch deels tot uiting
Volledige dominantie
De ene allel heeft totale dominantie over de ander
Codominantie
Geen van beide dominant, beide alleen zijn echter wel beide uitgedrukt bv ABO bloedgroep
Natuurlijke selectie
Is een proces waarbij individuen die bepaalde overgeërfde eigenschappen hebben, dankzij deze eigenschappen in staat zijn om te overleven en voort te planten met meer succes dan andere
Bewijs van evolutie
- Directe waarneming
- homologie (gelijkenis door gedeelde afstammelingen)
- fossielen
- biogeografie (studie van verspreiding van soorten)
Gelijkenis gebaseerd op basis van functie in plaats van verwantschap
Convergente evolutie
Overeenkomstige analoge eigenschap
Vergelijkbare functie maar andere afstammelingen
Overeenkomstige homologe eigenschap
Vergelijkbare eigenschap met zelfde afstammeling, maar niet noodzakelijk ook zelfde functie
Fylogenie
Studie van afstammingsgeschiedenis van een soort of groep soorten
Wat is evolutie
- afstamming met modificatie
- een verandering in de genetische samenstelling van een populatie van generatie op generatie
Micro evolutie
Evolutionaire verandering onder het soortniveau: verandering over generaties in de allelfrequentie binnen een populatie (bv vorming van hondenrassen)
Hardy-Weinberg-equilibrium
In een populatie die niet evolueert blijven allel en genotype frequenties constant
Genetic drift
Door toevallige gebreurtenissen kan verandering komen in de allelfrequentie van de ene op andere generatie van een populaties
Founder effect
Wanneer een individuen geïsoleerd raken van een grotere populatie en een nieuwe populatie vestigen
Bottleneck effect
Een sterke afname van de populatie door een catastrofe gebeurtenis of bv stropen. De overgebleven individuen hebben een andere allelfrequentie een een kleine genetische variatie. Deze groep groet uit tot een grote populatie met een andere allelfrequentie maar ook minder mutatie (NIET GOED!)
Relatieve fitness
De bijdrage die een individu levert aan aan de genenpool van de volgende generatie ten opzichte van andere individuen
Law of segregation
Je krijgt 1 allel van je vader en 1 allel van je moeder (want welke gameet heeft maar 1 allel)
The law of independent assortment
De overerving van een allel voor het ene gen heeft geen invloed op de overerving van een allel voor een ander gen
Frequentie- afhankelijke selectie
De fitness van een een bepaald fenotype hangt af van hoeveel het voortkomt in de populatie (bv eating fish)
Evenwichtige selectie
Selectie zelf kan variatie in stand houden
Beperkingen natuurlijke selecties
- selectie kan alleen werken op bestaande variaties
- evolutie wordt begrensd door historische beperkingen
- aanpassingen zijn vaak compromissen (ene aanpassingen aan eigenschap kan nadelig zijn voor de andere eigenschappen)
- toeval
Reproductieve isolatie
Biologische barrières die voorkomen dat leden van twee soorten kruisen en levensvatbare, vruchtbare nakomelingen voortbrengen
Welke soorten reproductieve isolatie bestaan er? (Prezygotic barriers)
- habitat isolatie
- tijdelijke isolatie
- behavioral isolatie
-mechanische isolatie - gametische isolatie
Habitat isolatie
Twee soorten die verschillende habitats binnen hetzelfde gebied bezetten, kunnen elkaar zelden of helemaal niet tegenkomen waardoor reproductie uit blijft
Tijdelijke isolatie
Soorten die zich op verschillende tijdstippen van de dag, verschillende seizoenen of verschillende jaren voortplanten, kunnen niet gameten mengen
Gedragsisolatie
Paringsrituelen die partners aantrekken en ander gedrag dat uniek is voor een soorten maken dat ze niet kunnen voortplanten
Mechanische isolatie
Er wordt geprobeerd te paren, maar morfologische eigenschappen verhinderen het
Gametische isolatie
Sperma van de ene soort is niet in staat om het vrouwtje van de andere soort te bevruchten. Kan bijvoorbeeld niet overleven in het vrouwtje
Welke reproductieve barrières bestaan er (postzygotic)
- reduced hybrid viability
- reduced hybrid fertility
- hybrid breakdown
Reduced hybrid viability
De genen van verschillende soorten reageren zo met elkaar dat het de hybrides ontwikkeling aanpast of zijn overleving in de omgeving
Reduced hybrid fertility
Al komen er krachtige hybrides uit, kunnen ze onvruchtbaar zijn. Er kunnen geen goeie gameten gemaakt worden
Hybrid breakdown
Sommige hybrides zijn wel krachtig en vruchtbaar, maar als ze eenmaal gaan paren met de oudersoorten, dan zijn de nakomelingen zwak of onvruchtbaar
Door welke 3 dingen kunnen er soorten ontstaan
- allopatric speciation ( gene flow is interrupted wanneer een populatie is opgesplitst door geografische barrières)
- sympatric speciation ( isolatie door polyploidy, sexuel selection en habitat differentation)
Autopolyploid
Een individu die meer dan 2 chromosomen sets heeft
Polyploidy
Een fout in de celdeling waardoor zich meer chromosomen sets vormen (4n)
Invloeden klimaat op het leven
Energie, voedingstoffen, licht en weer