General Flashcards
To guess
Raden
The profit or loss from investment
Het rendement
To hoist / hissa
Hijsen
To admire
Bewonderen
Bobby pin
Haarspeld
To poke / peta
Peuteren
The (Such a…) shame
De zonde
The step (of a ladder)
De tree
Dark
Duister
To gasp
Hijgen
The bull
De stier
The ankle
De enkel
To slide /glida
Glijden
Delighted
Opgetogen
To reveal
Onthullen
it has to be
Dat moet haast wel
The confidant
de vertrouweling
The rumours / rykten
de geruchten
Ämbetsmannen
De ambtenaar
Regardless
Ongeacht
Seemed
Leek/leken
Be worried
Ongerust te zijn
The object
Het voorwerp
The property
Het erf
Various
verscheidene
To encourage
Aanmoedigen
To trick / bedra
Bedriegen
Rather / någorlunda
Nogal
Dirty
Vuile
The sink
De gootsteen
Somewhat
enigszins
The Statement / uppgift
De opgave
Disappointment
Teleurstelling