Geneeskunde 1A HC week 1 Flashcards
Wat is endosymbiose?
belangrijke stap in de evolutie, ontstaan van eukaryote cellen uit prokaryote cellen d.m.v. samenleven van een prokaryotische cel in een gastheercel
Wat zijn de eigenschappen van een eukaryote cel?
celkern met membraan, DNA met histonen in de kern, organellen met membraan, mitochondria, 80S ribosomen, celwand (plantaardige cel), cytoplasma en cytosol
Wat zijn de eigenschappen van een prokaryote cel?
celwand, energievoorziening o.b.v. ionenpompen en 70S ribosomen
Wat zijn de stappen van eukaryotisering?
- verlies starre celwand en plooien van celmembraan
- flexibel worden celmembraan
- ontstaan cytoskelet vanuit microtubuli en microfilamenten
- inwendig transport, amoeboïde bewegingen en compartimentering (door cytoskelet)
Wat is het cytoplasma?
alles binnen het plasmamembraan maar buiten de nucleus
Wat is het cytosol?
alles in het cytoplasma minus de organellen met een membraan en cytoskeletcomponenten
Wat is het cel/plasmamembraan
fosfolipide bilaag die de cel omgeeft
staart = hydrofoob en kop = hydrofiel
Wat is de nucleus?
Celkern
omgeven door membraan met poriën, verbonden met ruw ER
Wat is de nucleolus
structuur in nuclues waar transcriptie van rRNA plaatsvind en ribosomale subunits geassembleerd worden (RNA + eiwit)
Wat is het endoplasmatisch reticulum?
rER (ruw) bevat ribosomen op membraan en deze transleren RNA en vouwen en transporteren de ontstane eiwitten
sER (glad) synthetiseert glycogeen, steroïden en fosfolipiden en slaat glycogeen en calcium op
Wat is het Golgi apparaat?
eiwitten en vetten verwerkt en verpakt in blaasjes, soms toevoeging van suikers (glycosylering) of fosfaatgroepen (fosforylering) aan eiwitmoleculen voor verpakking
Wat zijn de mitochondriën?
synthese van ATP d.m.v. oxidatieve fosforylering, groot oppervlak tussen buiten- en binnenmembraan waardoor tussen matrix en intermembrane ruimte een H+-gradiënt gecreëerd kan worden –> nuttig voor omzetting van ADP naar ATP
Wat zijn de lysosomen?
afvalverwerking van cel d.m.v. enzymen, ook pH regulatie van het cytosol
Wat is het cytoskelet?
intermediaire filamenten geven structuur aan de cel
actine microfilamenten zorgen voor beweging
microtubuli filamenten zorgen voor transport in de cel
Wat is intracellulair transport?
transport via signaalpeptiden, bij de juiste sequentie kunnen ze naar de juiste bestemming m.b.v. poriën, membranen of blaasjes
Wat is extracellulair transport?
endo- of exocytose m.b.v. vesicles (transportblaasjes).
endocytose = cel neemt stoffen op door ze in te sluiten met celmembraan.
exocytose = vesicle fuseert met het membraan en scheidt de inhoud aan het externe milieu uit.
Wat zijn de 4 type weefsels in histologie?
epitheel, bindweefsel, zenuwweefsel en spierweefsel
Wat is het centrale dogma in de biologie?
er zit in DNA informatie voor eiwitsynthese, via transcriptie (RNA vorming) en translatie, niet allesomvattend want DNA kan ook coderen voor tRNA of rRNA deze worden geen eiwitten
Wat is transcriptionele regulatie?
zegt iets over waar en wanneer iets tot expressie komt
Wat is een tripletcode?
3 basen vormen de code voor 1 aminozuur, de genetische code bestaat hieruit, van 5´naar 3´ aflezen, altijd 1 juist leesraam (bepaald door startcodon AUG) deze wordt gevonden door de TATAA-box (markering voor RNA-polymerase)
Wat is een tRNA molecuul en hoe ziet deze eruit?
onderdeel van het ribosoom, 1 kant een triplet base codon andere kant een aminozuur, herkent m.b.v. complementaire anticodon de tripletcode in het mRNA
Wat is de volgorde van de synthetisering van mRNA? (van 3’ naar 5’ of van 5’ naar 3’)
van 5’ naar 3’ en peptideketen van N- naar C-terminus opgebouwd
Beschrijf het proces van translatie door middel van ribosomen:
kleine subunit (40S) herkent 5’ uiteinde mRNA –> kleine subunit gaat opzoek naar startcodon AUG –> grote subunit (60S) kan binden aan de kleine subunit en het mRNA –> condon-anticodoninteractie ontstaat –> in grote subunit worden aan tRNA aminozuren aan elkaar geregen –> op A-site van kleine subunit een nieuw tRNA-molecuul, tRNA verplaatst naar P-site en d.m.v. peptidyltransferase wordt het aminozuur in de peptide keten ingebouwd –> tRNA verplaatst naar de E-site en wordt losgelaten
Hoe wordt het juiste leesraam bepaald?
bepaald door AUG: kleine subunit herkent 5’ cap van mRNA en loopt m.b.v. ATP hierlangs tot hij startcodon AUG tegenkomt –> grote subunit koppeld aan de kleine en translatie vindt plaats tot het stopcodon
Welke stappen moet een peptideketen nog ondergaan voordat het een functioneel eiwit is?
- vouwing eiwit (3D-structuur) 2. post-translationele modificaties (verwijdering/verandering aminozuren) 3. eiwitsortering (transport naar juiste organel)
Wat zijn de basisstappen van transcriptie?
RNA-helicase trekt strengen DNA uit elkaar –> RNA-polymerase leest matrijsstreng af –> mRNA wordt gevormd en groeit aan de 3’-zijde (zelfde code als coderende streng)
Welke processen zijn er zodat mRNA niet gelijk afgebroken wordt in het cytosol?
- 5’ uiteinde (begin) krijgt een ‘cap’
- 3’ uiteinde krijgt een poly A staart
- RNA-splicing: intronen worden verwijderd en exonen blijven over, bij de grenzen hiertussen blijven exon junction complexen (eiwit complexen) achter die beschermen