Gegeneraliseerde skeletaandoeningen Flashcards

1
Q

Waarom vindt er sclerosering plaats?

A

Omdat het evenwicht tussen aanmaak en afbraak verstoord is. Trabekel is omringd door flinke aantallen osteoblasten die actief zijn en naar verhouding minder osteoclasten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Noem vijf factoren die de activiteit van osteoblasten stimuleren

A

Groeihormoon, calcitonine, vitamine D, Paraathormoon en steroïden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke van de vijf factoren die osteoblasten stimuleren, stimuleert in hoge concentraties botafbraak? En hoe zit dat dan?

A

Groeihormoon, Vitamine D en PTH;
Zij stimuleren osteoblasten tot het uitscheiden van cytokinen die de osteoclasten aanzetten tot botresorptie. PTH zorgt er tevens voor dat de osteoblasten zich verwijderen van de trabekel en het dunne laagje ongemineraliseerd bot (osteoïd) verwijderen zodat de osteoclasten erbij kunnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe weet je of er mineralisatie plaatsvindt van het nieuwe gevormde osteoïd?

A

Osteoclast vertoont geen Howshipse lacune

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Noem vijf oorzaken voor osteodystrofie fibrosa

A
  • Nierinsufficiëntie door bv chronische interstitiële nefritis met als gevolg een secundaire renale hyperparathyreoïdie door fosfaatretentie en verhoogd fosfaat gehalte in het bloed met als gevolg een scheve Ca/P verhouding
  • Secundaire alimentaire hyperparathyreoïdie door voeding met een scheve Ca/P verhouding (te veel P)
  • Adenocarcinoom van de bijschildklier die productief is
  • Hypervitaminose A
  • Hypervitaminose D
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom zijn de snoeten verbreed bij osteodystrofie fibrosa?

A

Door krachten van de spieren op het bot is er wel een prikkel om iets te vormen.
Hierdoor krijg je proliferatie van bindweefsel en osteoïd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het histologisch beeld bij rachitis/osteomalacie?

A

Gestoorde mineralisatie van het bot. Er is een prikkel voor kalkresorptie gezien de vele osteoclasten en dus behoefte aan kalk. De brede osteoïdzomen geven aan dat het nieuwe gevormde osteoïd niet verkalkt. Osteoclasten kunnen osteoïd niet resorberen of afbreken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Twee oorzaken rachitis/osteomalacie

A

Bij jonge dieren: Voeding te weinig kalk. Volwassen dieren ook hypovitaminose D door nierinsufficiëntie of darmproblemen met als gevolg resorptieproblemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly