GDR Flashcards

1
Q

Wat is vermogen?

A

Het geheel van op geld waardeerbare rechten (activa) en plichten (passiva) die iemand heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een vermogensrecht

A

Regels omtrent verkrijgen van eigendom en aangaan van schuld. Objectief & subjectief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is objectief?

A

Het geldende recht. Geldt voor iedereen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is subjectief?

A

Een aan iemand toekomende bevoegdheid, zoals eigendomsrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het goederenrecht?

A

Dat deel van het objectieve vermogensrecht dat betrekking heeft op de rechtsverhouding tussen persoon en goed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Verbintenissenrecht

A

Objectieve vermogensrecht mbt verhouding tussen personen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Absoluut recht v goederenrecht

A

Recht op goederen die de rechthebbende tegenover iedereen in kan roepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Relatief recht

A

Verbintenissenrecht - gaat over relaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de 5 kenmerken van absolute rechten?

A
  1. zaaksgevolg
  2. zeggenschap over goed
  3. oud voor jong
  4. gesloten systeem
  5. Buiten faillissement
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke stappen horen bij de overdracht van een registergoed?

A
  1. Koopovereenkomst
  2. Transportakte opmaken door notaris
  3. inschrijving transportakte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn registergoederen?

A
  • onroerende zaken
  • beperkte absolute rechten op onroerende zaken
  • Schepen van 20 ton of meer / vliegtuigen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke 8 absolute rechten op goederen kennen we?

A
  1. Eigendom
  2. erfdienstbaarheid
  3. erfpacht
  4. opstal
  5. vruchtgebruik
  6. pand
  7. hypotheek
  8. appartementsrecht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke absolute goederenrechten zijn zakelijke rechten?

A
  1. Eigendom
  2. Erfdienstbaarheid
  3. Erfpacht
  4. Opstal
  5. appartementsrecht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke absolute goederenrechten gelden op alle goederen?

A
  1. pandrecht
  2. hypotheekrecht
  3. Vruchtgebruik
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Op welke manieren is verkrijging onder algemene titel mogelijk?

A
  • erfopvolging
  • Boedelmenging
  • fusie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Op welke manieren is verkrijging onder bijzondere titel mogelijk?

A
  • overdracht
  • verjaring
  • onteigening
17
Q

Wat zijn de vereisten voor een overdracht?

A
  • Geldige titel
  • Beschikkingsbevoegdheid
  • levering
18
Q

Aan welke voorwaarden moet voldaan zijn voor derdenbescherming?

A
  • geldige titel
  • bezitsverschaffing
  • Verkrijging om baat
  • goede trouw
  • consument koopt van professionele handelaar
19
Q

Waaruit bestaan vermogensrechten?

A

registergoederen en niet-registergoederen

20
Q

Wat is een vuistpandrecht?

A

art 3.236 -> denk aan pandjeshuis

21
Q

Wat is een bezitloos pandrecht?

A

Art 3.237 -> Inboedel van bedrijf wordt bijv als pand gebruikt maar moet nog wel gebruikt worden