Gastro-intestinaal Flashcards
Braken
Krachtig naar buiten brengen van de maaginhoud
Regurgitatie
Teruglopen van de maaginhoud in de mond (niet verwarren met braken: krachtig naar buiten brengen van maaginhoud)
Diarree
Zowel toename in frequentie, volume als vermindering in consistentie van de stoelgang. Acuut = < 2 weken, chronisch = > 2 weken.
Obstipatie/consitpatie
Vermindering in frequentie, volume of verharding van de stoelgang.
Dysfagie
Gevoel dat voeding in de slokdarm niet zakt of blijft steken.
Wat is een van de meest voorkomende oorzaken van chronische buikpijn bij kinderen?
Obstipatie of constipatie
Icterus
Geelzucht: gele verkleuring van oa huid en conjunctivae door een gestegen concentratie bilirubine in het bloed.
Waarom loopt een neonaat risico op hersenschade bij icterus?
Door de immaturiteit van de bloed hersen barrière. hersenschade door bilirubine = kernicterus
Failure to thrive
Niet goed groeien van een kind: groei- en gewichtscurve vlakt af en het kind gaat naar een lager percentiel. Bij pubers: niet op gang komen van de pubertijd.
Anorexie
Onvoldoende eetlust
hiatushernia
Middenrifbreuk = grotere opening tussen borst en buikholte in het diafragma
Strictuur
Vernauwing
Nissenfundoplicatie
Ingreep tegen pathologische GOR (gastro-oesophagale refluxziekte)
Atresie
Ontbreken van een lichaamsopening door een groeistoornis bij de embryo / afsluiting van een lichaamsopening door vergroeiing
Fistel
Niet-natuurlijk kanaal (aangeboren, kunstmatig aangebracht, door verzwering, …)