Ademhaling

Question 1

Pharynx

Answer 1

Neuskeelholte

Question 2

Adenoïde

Answer 2

Neuskeelpoliep/ derde amandel

Question 3

Tonsillen

Answer 3

Keelamandelen

Question 4

Larynx

Answer 4

Strottenhoofd

Question 5

Trachea

Answer 5

Luchtpijp

Question 6

Bronchi

Answer 6

Grotere aftakking van de trachea

Question 7

Bronchioli

Answer 7

Kleine takjes van de bronchiaalboom

Question 8

Alveoli en interstitium

Answer 8

Het longweefsel waar gasuitwisseling gebeurt

Question 9

Bovenste luchtwegen

Answer 9

Neus t.e.m. keelamandelen

Question 10

Middelste luchtwegen

Answer 10

Larynx t.em. bronchi

Question 11

Onderste luchtwegen

Answer 11

Bronchioli en alveoli + interstitium

Question 12

In welke long komt een vreemd voorwerp meestal terecht?

Answer 12

In de rechterlong: de rechter primaire bronchus heeft een grotere diameter en heeft een minder scherpe hoek naar de long.

Question 13

Dyspnee

Answer 13

Kortademigheid.
Kenmerken zuigeling: moeite met flesje leegdrinken - onderbreken om adem te happen
Groter kind: moeilijk een hele zin vertellen

Question 14

Stridor

Answer 14

Hoorbaar gierend geluid bij INademing, meestal teken van probleem in grotere luchtwegen, bv valse kroep.

Question 15

Wheezing

Answer 15

Piepen/fluitend geluid, soms enkel met stethoscoop hoorbaar. Bij UITademen, waardoor langere expiratiefase. Bv bij astma en bronchiolitis

Question 16

Tachypnoe

Answer 16

Versnelde ademhaling.
Peuters/kleuters: > 40/minuut
Schoolgaande kinderen: > 20/minuut
! vaak eerste teken van ademhalingsproblemen –> niet negeren zelfs zonder andere symptomen

Question 17

Snurken

Answer 17

Meestal door virale LWI, zeer frequent bij kinderen

Question 18

Hoesten

Answer 18

Gevolg van prikkeling van de slijmvliezen van de LW, meestal de grotere BLW.

Question 19

Hemoptoë

Answer 19

Bloed ophoesten. Soms bij mucoviscidose en TB, verder zelden bij LWI.

Question 20

Pijn op de borst

Answer 20

Longen zelf zijn niet pijngevoelig –> meestal door prikkeling van de pleura, bv bij pneumonie

Question 21

Gebruik van de AHspieren

Answer 21

M. sternocleidomastoideus (zijkant hals), neusvleugelen

Question 22

Tirage

Answer 22

Intrekken van de intercostale en subcostale spieren, inzingen van de weke delen tussen of onder de ribben bij INademen

Question 23

Kreunen

Answer 23

Vnl bij pasgeborenen en zuigelingen.
= bij UITademen (niet verwarren met snurken)
door het sluiten van de stemspleet aan het einde van de uitademing om lucht in de LW te houden (voorkomt atelectase en verbetert gasuitwisseling)

Question 24

Atelectase

Answer 24

Samenvallen van (deel van) de long doordat deze geen lucht meer krijgt.
= Platvallen van longblaasjes/alveoli

Question 25

Centrale cyanose

Answer 25

Blauwverkleuring thv lippen en gelaat tgv onvoldoende geoxygeneerd bloed door long of hartaandoeningen. ! = alarmteken, meestal extra zuurstof toedienen

Question 26

Acrocyanose

Answer 26

Perifere cyanose, blauwverkleuring aan de extremiteiten (handen, voeten, neus, oren) tgv zuurstoftekort in de weefsels

Question 27

Clubbing

Answer 27

Trommelstokvingers door chronische respiratoire aandoeningen

Question 28

Heesheid

Answer 28

Vnl bij ontstekingsprocessen aan de larynx (waar de stembanden liggen), bv laryngitis stridulosa

Question 29

Apnee

Answer 29

te lange adempauze

Question 30

Hypoventilatie

Answer 30

Door te traag en/of te oppervlakking ademen --> hoge arteriële CO2-spanning

Question 31

Bradypnee

Answer 31

Te trage AH

Question 32

Hypopnee

Answer 32

Te oppervlakkige AH

Question 33

Waar duidt een verlengde of moeizame expiratie op?

Answer 33

Teken van obstructie in OLW

Question 34

Reutelende AH

Answer 34

Door aanwezigheid van secreties in de grotere LW --> bij jongere kinderen vaak omdat ze nog geen goede hoestreflex hebben

Question 35

Air-entry

Answer 35

de hoeveelheid lucht die de longen binnenkomt Beoordeling: vesiculair ademgeruis met de stethoscoop en de expansie van de thorax bij inspiratie

Question 36

Hoe compenseert een kind respiratoire acidose?

Answer 36

Door sneller te ademen (tachypnoe), tirage. pH compensatie: stijging van HCO3 in het bloed

Question 37

De ring van Waldeyer

Answer 37

= ringvormige positionering van lymfenweefsel in neus- en keelholte (keelamandelen, adenoïd, tongamandelen, ...)

Question 38

Algemene symptomen bij infecties van de bovenste luchtwegen

Answer 38

Hangerigheid, hoofpijn, koorts, anorexie, braken, buikpijn,diarree Heftiger bij zuigelingen en jonge kleuters dan bij oudere kinderen

Question 39

Otoscopie

Answer 39

Kijken in de gehoorgang met otoscoop

Question 40

Vaatinjectie

Answer 40

Meer dan normaal gevulde bloedvaten

Question 41

Paracentese

Answer 41

Fijne naald of buis inbrengen om een staal te nemen, bv bij otitis media

Question 42

Glue ear

Answer 42

Vocht in middenoor / otitis media serosa

Question 43

rhonchi

Answer 43

Reutelend geluid bij ausculatie door vernauwing van de luchtwegen, bij bronchitis veroorzaakt door slijmen

Question 44

Expectorantia

Answer 44

Meds die het ophoesten van slijmen uit de luchtwegen vergemakkelijken