Gangen en sprongen Flashcards

1
Q

schapensprong

A

de benen worden simultaan omhoog getrokken, terwijl de rug sterk naar onder doorbuigt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

4-tact

A

men hoort 4 isochrone hoefslagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

paslengte draf

A

1,5 x romplengte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

verzamelde stap

A

zweeffase is verkort, 3-voetsteunfasen blijven over

4 hoefslagen blijven isochroon maar volgen sneller op elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

tölt

A

de gang is zoals de gewone stap> nooit volledige zweeffase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

rendraf

A

aangeleerde draf = gestrekte draf

kan 50 km per uur behaald worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

piaffe

A

ter plaatse gestileerde diagonale drafbewegingen uitvoeren

vrij of tussen twee paaltjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

passage

A

trage diagonale draf met hoge beenactie en duidelijk opwaartse beweging van paard en ruiter.

zweefmoment moet lang zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

appuuyeren

A

schuine voorwaartse verplaatsing van het paard et gekruiste benen in diagonale draf
het paard buigt ligt naar de bewegingsrichting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

laterale draf / telgang / pacing / pasgang

A

beide benen van eenzelfde lichaamslengte worden simultaan naar voor gebracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

paslengte galop

A

3x romplengte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

rengalop

A

snelste galop
vluchters
vluchtkoersen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly