G3 rekenen met algebraïsche vormen Flashcards

1
Q

eenterm

A

Een eenterm is een product van een coëfficiënt en letterfactoren met positieve exponenten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

graad van een eenterm in een letter

A

De graad van een eenterm in een letter is de exponent van deze eenterm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

graad van een eenterm in alle letters

A

De graad van een eenterm in alle letters is de som van de exponenten die in deze eenterm voorkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

gelijksoortige eenterm

A

gelijksoortige eentermen zijn eentermen die hetzelfde lettergedeelte hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

veelterm

A

een veelterm is een som van eentermen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

graad van een veelterm

A

de graad van een veelterm in een letter is de grootste exponent waarmee die letter in de veelterm voorkomt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

kwadraat veen een eenterm

A

(a+b)2 = a2+2ab+b2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

product van toegevoegde tweeterm

A

(a+b) . (a-b) = a2-b2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

merkwaardig product 3

A

(a+b).(a-b) = a2-b2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly