Fysiologie les 3 Lymfestelsel/Hormoonstelsel Flashcards

1
Q

In welke 2 grote buizen verenigen de lymfevaten?

A
  1. Ductus Thoracicus (grote borstbuis)
  2. Ductus lymphaticus dexter (rechter lymfebuis lymfestam)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de kringloop van het lymfevatenstelsel?

A

Bloed - Lymfe - Bloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welk lymfevatenstelsel dekt het grootste gedeelte van het lichaam?
&
hoe groot is dit gedeelte ten opzichte van het gehele lichaam?

A
  1. Ductus Thoracicus (grote borstbuis?
  2. 3/4
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welk lymfevatenstelsel dekt het kleinste gedeelte van het lichaam?
&
hoe groot is dit gedeelte ten opzichte van het gehele lichaam?

A
  1. Ductus lymphaticus dexter (rechter lymfebuis lymfestam)
  2. 1/4
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de Latijnse benaming van een lymfeklier/knoop?

A

glandula lymphatica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de 2 belangrijkste functies van de glandula lymphatica’s?

A
  1. Vorming lymfocyten
  2. Filterorgaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de 5 functies van het lymfestelsel?

A
  • Productie lymfocyten (in lymfeknopen/-klieren)
  • Directe afweer middels fagocytose in lymfklieren
  • Indirecte afweer middels vorming antilichamen
  • Afvoer eiwit uit weefsels (colloïd-osmotische druk)
  • Transport van vetten uit darm naar bloed
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe ziet Lymfe vloeistof eruit?

A

De vloeistof is transparant, kleurloos tot geelachtig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waardoor wordt Lymfevloeistof door het lichaam gepompt?

A

■ Spierbeweging!
■ Contractie glad spierweefsel lymfevatwand
■ Aanzuigende werking hart en longen
■ Kleppensysteem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke 3 soorten klieren zijn er?

A
  • Endocriene klieren
  • Exocriene klieren
  • Endo-exocriene klieren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke 2 functies hebben Endocriene klieren?

A
  • Hormoonklieren
  • Secretie (van hormonen) direct in de bloedbaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke 2 functies hebben Exocriene klieren?

A
  • Secretie (van producten) middels afvoerbuis
  • Talg-, zweet-, melk- en speekselklieren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke 2 functies hebben Endo-exocriene klieren?

A
  • Secretie zowel direct in de bloedbaan als via afvoerbuis
  • Alvleesklier (pancreas) en geslachtsklieren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke 2 hormonen kunnen ter plaatsen ontstaan?

A
  • Histamine
  • Acetylcholine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke 7 soorten hormoonklieren zijn er?

A

■ Hypofyse (hersenaanhangsel)
■ Schildklier (glandula thyroidea)
■ Bijschildklieren (glandula parathyroidea)
■ Pancreas (alvleesklier)
■ Bijnieren (glandula suprarenalis)
■ Geslachtsklieren (gonaden)
■ Epifyse (pijnappelklier)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de functie van de hypofyse voor/achterkwab?

A

Zet andere hormoonklieren aan tot werking

17
Q

Welke 4 klieren worden aangestuurd door de hypofyse voorkwab?

A

■ Thereotrope hormoon (schildklier)
■ Adenocorticotrope hormoon (bijnierschors)
■ Gonadotrope hormonen (geslachtsklieren)
■ Groeihormoon (geen trope hormoon)

18
Q

Wat regelt de hypofyse achterkwab?

A

■ Regelt de waterhuishouding in de nieren
(anti-diuretisch hormoon)

19
Q

Wat zijn de functies van Schildklier (glandula thyroidea)?

A
  • Zorgt voor energieproductie, groei en ontwikkeling.
  • Hyperfunctie
  • Hypofunctie
20
Q

Wat zijn de 2 functies van de 4 bijschildklieren (glandula parathyroidea)

A

■ Produceren parathormoon (PTH)
■ Regelt calcium- en fosforhuishouding

21
Q

Wat kan er gebeuren te veel/weinig Parathormoon?

A

■ Te veel → verkalking bloedvatwanden
■ Te weinig → hevige krampen

22
Q

Waaruit bestaat een Bijnier (glandula suprarenalis)?

A
  • Bijnier schors
  • Bijnier merg
23
Q

Wat maakt het bijnierschors aan en wat zijn de functies van deze hormonen?

A
  • Cortisol (stress-response hormoon)
    Werkt bloedsuikerverhogend (eiwitten → suikers)
  • Aldosteron
    Regelt de zout en waterhuishouding in het lichaam.
24
Q

Wat maakt het bijniermerg aan en wat zijn de functies van deze hormonen?

A
  • Adrenaline (werking op lever, vaatwijdte, hartfrequentie) en
    Noradrenaline (bloeddruk)
  • Stimuleert katabole processen (heeft invloed op de
    koolhydraatstofwisseling, het bevordert de omzetting van
    glycogeen → glucose)
25
De alvleesklier heeft 2 belangrijke functies, welke zijn dit?
1. Endocriene functie ----- Eilandjes van Langerhans (kliercellen) 2. Exocriene functie ---- Pancreassap (spijsverteringssap)
26
Wat is de functie van Insuline?
Verlaagd je bloedsuikerspiegel.
27
Wat is de functie van het hormoon Glucose?
Verhoogd je bloedsuikerspiegel.
28
Wat produceren je Gonaden (klieren)?
Vrouw: 1. Oestrogeen 2. Progesteron Man: 1. Testosteron
29
Wat produceert je Epifyse (pijnappelklier)?
Melatonine
30
Wat is de functie van Melatonine?
Melatonine regelt het dag/nacht ritme.
31
Wat zijn de 4 Functies hormoonstelsel?
■ Handhaven van de homeostase ■ Integratie van groei en ontwikkeling ■ Regeling van de voortplantingsprocessen ■ Verdediging van het lichaam
32
Wat is de functie van oestrogeen?
Regelt je menstruatiecyclus.
33
Wat is de functie van progesteron?
Zorgt ervoor dat het baarmoederslijmvlies speciale eiwitten afscheidt.
34
Wat is de functie van testosteron?
**Mannelijk geslachtshormoon** - Aanmaak sperma. - Aanmaak mannelijke kenmerken (haargroei, zware stem & seksueel opgewonden te raken).
35
Wat hoort er op het ontbrekende plekje te staan?
Hypothalamus
36
Wat is/doet een endocriene klier?
Dit is een klier die hormonen afgeeft.
37
Wat is/doet een Exocriene klier?
Exocriene klieren geven stoffen af die bijdrage leveren aan het externe milieu.