Fysieke Beperking (FB) Flashcards
Centrale zenuwstelsel
Een persoon met een FB heeft motorische belemmeringen (moeilijkheden => beweging en/ of coördinatie) als gevolg v/e probleem in het centrale zenuwstelsel (neurologische stoornis), de spieren (musculaire stoornis) en/ of het beenderenstelsel (orthopedische stoornis).
Centrale zenuwstelsel (CZ):
- hersenen & ruggenmerg
o Beschadigt= pijn, gevoelloosheid, spierzwakte of probl met autom lichaamsfunct
- perifere zenuwen
o Beschadigt= moeilijk om sign goed door te geven wat leidt tot bewegings- & gevoelsprobl
Voorbeeld van schade aan het CZ: cerebrale parese & spina bidida
Kan uitleggen hoe het centrale zenuwstelsel (hersenen-ruggenmerg-perifere zenuwen) werkt.
Stel, iemand raakt met zijn hand per ongeluk een hete pan:
- Perifere zenuwen > hand > hitte > pijnsignaal naar ruggenmerg
- Ruggenmerg:
o > direct signaal terug nr handspieren > snel wegtrekken (reflex), zonder dat de hersenen erbij betrokken zijn
o > ook pijnsignaal nr de hersenen
- De hersenen verwerken informatie + voorspelbaar nr TK
Legt uit wat CP (hersenverlamming) is.
CP situeert zich binnen het centrale zenuwstelsel.
Afwijkingen in de motorische hersenengebieden die zich aan het ontwikkelen zijn:
- Tijdens zwangerschap
- Tijdens geboorte
- Kort na de geboorte
- In de eerste levensjaren
Legt uit dat CP niet-progressief en permanent is.
- niet-progressief (niet erger naarmate tijd vordert)
- permanente beschadiging motorische hersencentra
Kan de begrippen hypertonie en spasticiteit uitleggen.
- Hypertonie: verhoogde spierspanning (-tonie)of weerstand
Door hypertonie kan er bij pers met CP spasticiteit ontstaan: - Spasticiteit: de spieren worden de spieren worden door de verhoogde spierspanning stijf & strak en gaan zich onvrijwillig en snel samentrekken, dit uit zich in ongecoördineerde bewegingen, onhandige bewegingen of onstabiele manier v lopen.
Geef aan op welke verschillende lichaamsgebieden CP zich kan voordoen en gebruikt daarbij de juiste termen.
- Monoplegie tast één lidmaat aan (doorgaans een arm)
- Hemiplegie tast één zijde v/h lichaam aan (arm, been, romp)
- Diplegie tast aan beide kanten v/h lichaam hetzlfd lidmaat aan (beide armen/ benen)
- Quadriplegie tast alle vier de lidmaten aan
Leg uit welke bijkomende problemen CP heeft.
o eet- slik- zuig- en kauwproblemen > verstikking, moeilijk voedsel opnemen
o spraakproblemen > articulatieproblemen
o visuele problemen > scheelzien, nystagmus (snelle ongecontrol oogbeweging)
Situeert Spina Bifida binnen het centrale zenuwstelsel (wervelkolom en ruggenmerg).
Schade of afwijkingen aan de wervelkolom (met daarin het ruggenmerg) die zich aan het ontwikkelen is
Legt de term ’neuraalbuisdefect’ uit.
Neuraalbuisdefect: onvolledige sluiting van wervelkolom tijdens ontwikkeling van de foetus (eerste 4 weken) in baarmoeder waardoor een opening of spleet onderaan de wervelkolom
Herkent de 2 soorten van Spina Bifida en kan ze grondig uitleggen.
- Spina bifida occulta (verborgen neuraalbuisdefect)
o Niet volledig gesloten wervelkolom
o Ruggenmerg beschermd
o Huid over het defect (moedervlekje, haartjes) - Spina bifida apperta (open ruggetje)
o Niet volledig gesloten wervelkolom + ruggenmerg wordt nr buiten geduwd
o Blaas (vlies ruggenmerg) waar het defect is
o Gevolgen verschillen:
Gedeeltelijk of volledige verlamming
Gevoelsstoornissen
Problemen met blaas- en darmfunctie
Spierstelsel
Een persoon met een FB heeft motorische belemmeringen (moeilijkheden => beweging en/ of coördinatie) door problemen in het spierenstelsel (musculaire stoornis).
Spieren
- Weefsel dat samentrekt en ontspant => bewegen
- Nodig om te lopen, te schrijven, ademhalen, spijsvertering, …
- Voorbeeld beschadigt spierstelsel: Duchenne Muscular Dystrofie
Legt uit wat Duchenne Muscular Dystrofie (DMD) is.
Is een erfelijke (genetische) aandoening & manifesteert zich voornamelijk in h manne geslacht.
- fout in geslachtschromosoom X
o waardoor het gen dat nodig is om eiwit dystrofine (zorgt voor sterke en veerkrachtige spieren) aan te maken onvoldoende werkt
o veroorzaakt problemen met de spieren
- erfelijk (van moeder op zoon)
Kent het verschil tussen progressief en niet-progressief.
- Progressieve (wordt erger naarmate de tijd vordert) spierziekte
- Vrij korte levensduur (tussen 15 - 35 jaar)
Kan de evolutie van DMD doorheen de levensfases weergeven.
- 0 - 3 jaar
o Later lopen
o Vertraagd spreken
o Moeite met opstaan - 3 jaar
o Moeilijk rennen, springen, traplopen
o Veel vallen - 5 jaar
o Spierzwakte in armen en benen
o Waggelende loop
o GOWERS manoevre (vanop de grond, m/h lichaam nr de voeten, langs lichaam zo naar boven, steunend op het lichaam) - Vanaf 12 jaar
o Rolwagen
o + spierzwakte in schouders en bekken
o Problemen met ademhaling, hart, slikken - Vanaf 19 jaar
o Overlijden
o Levenskwaliteit en verwachtingen stijgen door medische vooruitgang!!
Beenderenstelsel
Een persoon met een FB heeft motorische belemmeringen (moeilijkheden => beweging en/ of coördinatie) door problemen in het beenderenstelsel (orthopedische stoornis)
Beenderenstelsel
o alle beenderen samen vormen
Voorbeeld van beschadiging beenderenstelsel amputatie
Benoem wat amputatie betekent, geeft hierbij de verschillende oorzaken van amputatie.
Volledige of gedeeltelijke afwezigheid van een lidmaat
- geboorte reeds aanwezig
- medische ingreep bv botkanker, tegengaan verspreiding infectie
- verwonding bv ongeval, explosie, natuurramp
Geeft aan wat de impact is van amputatie en legt dit uit.
Emotionele en psychologische IMPACT verschilt
- amputatie bij geboorte
o lichaamsdeel nooit ervaren
o op natuurlijke wijze aanpassen
- amputatie door medische ingreep of verwonding
o rouwproces om lichaamsdeel, de functie die het had
o fantoompijn (alsof het lichaamsdeel er nog is)
Geeft aan welk hulpmiddel er is bij amputatie en wat dit bevordert.
PROTHESE uitwendige hulpmiddel dat een lichaamsdeel/ lidmaat, dat niet volledig ontwikkeld is of ontbreekt, geheel of gedeeltelijk vervangt.
- bevordert
o kwaliteit van leven
o onafhankelijkheid
o zelfbeeld en acceptatie (emotionele en psychologische impact)