Verstandelijke beperking (VB) Flashcards
Omschrijft de definitie van het VAPH voor VB.
Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) omschrijft een VB als beperktheden:
- in het intellectueel functioneren
- én in het adaptief functioneren op conceptueel, sociaal en praktisch vlak
- die ontstaan is tijdens de ontwikkeling (ontwikkelingsstoornis)
- die blijvend zijn
Dit heeft invloed op het algemeen dagelijks functioneren van de persoon
Legt ‘het intellectueel functioneren’ uit en geeft voorbeelden.
Intellectueel functioneren is bekwaamheid om informatie op te doen, te begrijpen, te verwerken, erover na te denken en te gebruiken om problemen op te lossen (ruimer dan IQ alleen)
redeneren: logisch denken, verbanden leggen, oorzaak-gevolgrelaties begrijpen
probleemoplossend denken: problemen herkennen, analyseren & oplossen
abstract denken: zaken begrijpen die niet direct waarneembaar zijn, zoals: symbolen, beeldspraak of abstracte ideeën
Weet dat personen met een IQ tussen 70 en 85 (zwakbegaafdheid) niet behoren tot de groep van personen met een VB.
Gauss-curve
1. Verstandelijk beperkt (zeer zwak begaafd) 40-70
2. Zwak begaafd 70-85 deze groep behoort niet tot de groep VB
3. Normaal begaafd 85-115
4. Meer begaafd 115-130
5. Hoog begaafd 130-160
Legt ‘ het adaptieve functioneren’ uit en geeft voorbeelden.
Vaardigheden die een persoon nodig heeft om zich aan te passen aan het dagelijks leven en om zelfstandig te functioneren.
Drie soorten adaptieve vaardigheden
1. Praktische adaptieve vaardigheden
2. Sociale adaptieve vaardigheden
3. Conceptuele adaptieve vaardigheden
Kan de 3 verschillende ’adaptieve vaardigheden’ uitleggen.
Praktische adaptieve vaardigheden
Alledaagse taken en handelingen die nodig zijn voor zelfzorg en onafhankelijk functioneren (ADL )
o persoonlijke hygiëne, aan- en uitkleden, eten & drinken, toiletgebruik, huishoudelijke taken, geldbeheer, …
Sociale adaptieve vaardigheden
Effectief communiceren, relaties uitbouwen, interacties aangaan, begrijpen en toepassen sociale normen & regels
o luisteren, non-verbale communicatie, empathie, sociale signalen begrijpen, vriendschap onderhouden, …
Conceptuele adaptieve vaardigheden
In ≠ situaties abstracte informatie begrijpen, verwerken, en toepassen (schoolse vaardigheden)
o begrip van tijd, geld, tellen, meten, kleuren, vormen, letters, cijfers, … (onderwijs)
Weet dat bij personen met een VB de intellectuele en adaptieve beperkingen voor de kalenderleeftijd van 22 jaar begonnen zijn.
Een verstandelijke beperking wordt doorgaans gediagnostiseerd vóór de kalenderleeftijd van 22 jaar
Kalenderleeftijd=> de leeftijd v/d persoon in jaren sinds de geboorte
Weet dat er bij VB een verschil is tussen ontwikkelingsleeftijd en kalenderleeftijd (disharmonische ontwikkeling) en kan dit uitleggen.
Verstandelijk beperkte personen hebben een disharmonische ontwikkeling
De kalenderleeftijd en de ontwikkelingsleeftijd lopen niet gelijk:
Fysieke/ lichamelijke & kalenderleeftijd ≠ cognitieve, emotionele, sociale & psychoseksuele ontw.
Legt ‘schijnbare ontwikkeling’ uit bij VB.
Schijnbare ontwikkeling: hoe iemand lijkt te zijn op basis v uiterlijke kenmerk & vaardigh.
Dit zorgt ervoor dat de persoon overschat wordt, wat tot spanningen en teleurstellingen kan leiden.
Resultaat: laag zelfbeeld & weinig vertrouwen in anderen
Maakt hen emotioneel, psychisch kwetsbaar m risico op gedragsproblemen
Kent de voornaamste ontwikkelingsgebieden.
Een verstandelijke beperking ontstaat tijdens de ontwikkeling ( ontwikkelingsstoornis)
Ontwikkelingsleeftijd= ontwikkeling op verschillende ontwikkelingsgebieden, + bij elke leeftijdsfase horen bepaalde vaardigheden.
Lichamelijke ontw
Fysieke groei & veranderingen in het lichaam van een individu:
lengte, gewichtstoe-/afname, puberteit, veroudering
Cognitieve ontw
Groei & veranderingen in denkvermogen en mentale processen:
taalontwikkeling, geheugen, redeneren
Emotionele ontw
Begrijpen van emoties, ontwikkelen van emotionele veerkracht, reguleren van gevoelens (blijdschap, verdriet, angst)
Sociale ontw
Wijze waarop individuen relaties vormen, onderhouden in interactie met anderen:
communicatie, empathie, ontwikkelen van vriendschappen
Psychoseksuele ontw
Persoonlijke ontw v/e individu wordt beïnvloed door de ≠ stadia van seksuele ontw tijdens de kindertijd & adolescentie
Weet dat VB een blijvende toestand is.
Dankzij ondersteuning & begeleiding blijft de achterstand gedurende het gehele leven aanwezig.
Kan de ≠ondersteuningsnoden weergeven en uitleggen van personen met een VB.
Personen met een VB indelen volgens hun ondersteuningsnood:
Hoeveel hulp & begeleiding is er nodig ifv een goede QofL (ELMZZSIR)
LICHTE ONDERSTEUNINGSNOOD
Lichte VB IQ 55-70 niv lager schoolkind
Intellect funct is iets beperkter dan bij normaal begaafd pers
Redelijk zelfstandig adaptief funct
MATIGE ONDERSTEUNINGSNOOD
Matige VB IQ 40-55 niv kleuter
Intellect funct is merkbaar beperkter dan bij normaal begaafd pers
Zwak zelfst adaptief funct
GROTE ONDERSTEUNINGSNOOD
Ernstige VB IQ 25-40 niv peuter
Intellect funct is meer dan merkbaar beperkter dan bij normaal begaafd pers
Valt in grote mate uit voor adaptief funct
CONSTANTE ONDERSTEUNINGSNOOD
Diepe VB IQ <25 niv baby m grote zorgbehoeft
Beperkingen in alle aspecten
Bijna geen adaptief functioneren
Kent de oorzaken van VB en kan deze uitleggen.
door chromosomale en genetische aspecten
prenatale, perinatale of postnatale fase
Benoemt het syndroom van down als genetische, chromosomale oorzaak en kan uitleggen waarom.
Het syndroom van Down is zowel een chromosomale afwijking (door het extra chromosoom21) als een genetische afwijking (omdat de extra genen invloed hebben).
Het syndroom van Down ontstaat door een fout in de chromosomen
Normaal hebben we 2 exemplaren van chromosomen 21 in elke cel
o Bij het syndroom van Down is er een extra chromosoom 21: 3 ipv 2)
Dit extra chromosoom bevat extra genen, die de bouwstenen van het lichaam beïnvloeden.
o Hierdoor ontstaan de typische kenmerken v/h syndroom van Down, zoals bepaalde uiterlijke eigenschappen en verstandelijke beperkingen
Kan het verschil tussen pre -peri -en postnatale oorzaken uitleggen adhv voorbeelden.
Prenataal (vóór de geboorte)
o Infectieziekten [rubella (rode hond), toxoplasmose]
o Alcohol, geneesmiddelen- en drugsgebruik (foetaal alcoholsyndroom)
Perinataal (tijdens de geboorte)
o Te lang zonder zuurstof kan leiden tot hersenschade bij de baby
o Onvolgroeide organen & nog niet volledig ontwikk zenuwstelsel bij prematuur
Postnataal (na de geboorte)
o Ernstige infecties/ ziekten zoals:
hersenvliesontsteking/ ernstig onbehandelde geelzucht
Kan adhv het schema uitleggen waarvoor het AAIDD-model staat (dimenies, ondersteuningssystemen en het menselijk functioneren).
VB De vier pijlers van ‘Van Os’
wel: ik wil je begrijpen:
o wat is er met jou gebeurd (1)
o wat zijn je kwetsbaarheden en weerbaarheden? (2)
niet: ik wil jou gepast ondersteunen (waar wil je naartoe (3), wat heb je nodig?(4)
5 dimensies (rechts schema)
1. Cognitieve vaardigheden
Denkvermogen zoals leren, onthouden en problemen oplossen (kan beïnvloed worden door leeftijd, gezondheidstoestand, opleiding & levenservaring)
2. Adaptieve vaardigheden
Praktische, sociale en conceptuele vaardigh vr zelfst funct
3. Gezondheid
Lichamelijk & mentaal welzijn (gevoelens)
4. Participatie
Mate van betrokkenheid in de samenleving: sociale contacten & activiteiten
5. Context
Normen & waarden, relaties (familie, vrienden, collega’s & gemeenschap) cultuur, woonplaats, economische status, finan situat
Ondersteuningssystemen (midden schema)
= bieden hulp, zorg en begeleiding aan individu (en diens netwerk)
Bestaan uit: familie, vrienden, professionals & organisaties
Helpen bij emotio steun, praktische hulp (boodsch) & prof begeleid (gedragsprob)
Organisaties (dagbestedingscentra & G-sportclubs) bieden activiteiten en soc onderst
Menselijk functioneren (links schema)
De 5 dimensies & onderst worden in kaart gebracht om belemmeringen te begrijpen
Dit leidt tot een gepersonal ondersteuningsplan om de pers geluk & gezond te maken