fs Flashcards

1
Q

Product Costing

A

accumuleren, classificeren en het toewijzen van directe materialen, arbeid en fabrieks overhead kosten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom Product Costing

A

De accuratie van kosten is cruciaal voor het succes van een bedrijf
- Kosten systemen helpen bedrijven hun kosten accuraat in te schatten en klanten de juiste prijs aan te rekenen
- Het geeft bruikbare informatie voor het maken van betere beslissingen en om meer effectief te concurreren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Unit-level costs

A

Machine operation @$1.00 per unit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Batch-level costs

A

material receivings @$10.00 per batch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Product-level costs

A

R&D costs @$50.000

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Facility-level costs

A

machine maintenance @$1000

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Customer-sustaining costs

A

customer follow-up calls @$3 per call

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Distribution-channel costs

A

salary of wholesale manager @$3000

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Sales-sustaining costs

A

marketing event @$10.000

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Relevante Kosten

A

de kosten die relevant zijn voor het maken van beslissingen. Voorbeelden zijn toekomstige kosten, kosten die verschillen tussen verschillende alternatieven, opportunity kosten, te voorkomen kosten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom Relevante Kosten?

A
  • eenmalige speciale-order beslissingen
  • make-or-buy beslissingen
  • keep-or-drop product lijn beslissingen
  • korte termijn product mix beslissingen (bij meer dan 1 product) - als er een productie constraint is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Beslissingen voor speciale bestellingen. hoe

A

Bereken het bedrijfsresultaat bij beide opties en kies de optie met het hoogste bedrijfsresultaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Beslissingen voor speciale bestellingen. hor

A

Bereken het bedrijfsresultaat bij beide opties en kies de optie met het hoogste bedrijfsresultaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Make-vs.-Buy Decisions. hoe

A

Vergelijk de kosten van het maken van een component (excl constante overhead kosten) en vergelijk dit met de externe inkoopprijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Sell before or after additional processing. hoe

A

Vergelijk de extra contribution margin die onstaat door de extra processing stap toe te voegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Keep or drop a product. hoe

A

Dit wordt gedaan door de bespaarde variabele kosten bij het laten vallen van een productielijn te vergelijken met de verloren inkomsten van een productielijn. Wanneer de bespaarde variabele kosten hoger zijn, zal de operationele winst stijgen, en moet het product dus worden behouden.

17
Q

Short-term product mix decision. hoe

A

Bij het besluiten welke producten er geproduceerd en verkocht moeten worden, hoeft een bedrijf niet per
sé te kiezen voor het product met de hoogste contributiemarge per eenheid of contributiemargepercentage, maar voor het product met de hoogste contributiemarge per eenheid van het gelimiteerde middel.

18
Q

DOL

A

Contribution Margin / Bedrijfsresultaat

19
Q

Het budget van de organisatie

A

een kwantitatief plan dat de benodigde middelen en toezeggingen identificeert om het doel van de organisatie te bereiken

20
Q

Het masterbudget

A

de uitbreiding van het langetermijnplan van de organisatie om organisatiedoelen te bereiken. Het omvat zowel operationele als financiële plannen en wordt samengevat in een reeks gebudgetteerde financiële overzichten.

21
Q

Sales Budget:

A

toont voorspelde verkopen. Bestaat uit verkoopvolume en verkoopprijs

22
Q

Production budget

A

toont geplande productie

23
Q

The direct material budget:

A

voorspelt materiaalgebruik en aankopen

24
Q

The direct labor budget:

A

plannen voor het aannemen en herpositioneren van werknemers

25
Q

The factory overhead budget:

A

alle andere kosten dan DM en DL

26
Q

COGS budget:

A

voorbereid met DM, DL & OH voor geplande voorraad- en verkoopniveaus

27
Q

Static budget

A

gebaseerd op geplande output.

28
Q

Static budget variance

A

verschil tussen daadwerkelijk resultaat en het gebudgetteerde bedrag in
het static budget.

29
Q

Flexible budget

A

berekent gebudgetteerde omzet en kosten gebaseerd op daadwerkelijk output. Dit is hypothetisch.

30
Q

Flexible budget variance

A

Actual result – flexible budget amount
* Verschil in winstgevendheid door veranderingen in prijzen/kosten

31
Q

Sales volume variance

A

flexible budget amount – static budget amount
* Verandering in winstgevendheid door veranderingen in volume.