French Words h6 en h7 Flashcards
l’émission
De uitzending
de uitzending
l’émission
la célébrité
de beroemdheid
de beroemdheid
la célébrité
le pied
de voet
de voet
le pied
La voix
de stem
de stem
La voix
l’adulte
de volwassene
de volwassene
l’adulte
la dispute
de ruzie
La confiance
het vertrouwen
het vertrouwen
La confiance
Le mot
Het woord
Het woord
Le mot
Le/la même
Hetzelfde
Hetzelfde
Le/la même
sous
Onder
Onder
Sous
Comme
Als, zoals
Als, zoals
Comme
après
Na
Na
Après
Ce soir
Vanavond
Vanavond
Ce soir
Bonsoir
Goedenavond
Goedenavond
Bonsoir
Bonne chance
Succes
Succes
Bonne chance
couramment
Vloeiend
Vloeiend
Couramment
Penser
Denken
Denken
Penser
Avoir l’habitude de
Gewend zijn om
Gewend zijn om
Avoir l’habitude de
Je comprends
Ik begrijp (het)
Ik begrijp (het)
Je comprends
Je sais
Ik weet (het)
Ik weet (het)
Je sais
Peut-être
Misschien
Misschien
Peut-être
Sûr
Zeker
Zeker
Sûr
Énervant
Irritant
Irritant
Énervant
Marrant
Grappig
Grappig
Marrant
Différent
Verschillend
Verschillend
Différent
Dingue
Gek
Gek
Dingue
Mignon, mignonne
Schattig
Schattig
Mignon, mignonne
Courageux, euse
Moedig
Moedig
Courageux, euse
Paresseux, euse
Lui
Lui
Paresseux, euse
Plus petit que
Kleiner dan
Kleiner dan
Plus petit que
De ruzie
La dispute
le bac
het eindexamen
het eindexamen
le bac
le monde
de wereld
de wereld
le monde
le travail
het werk
het werk
le travail
pourtant
toch, echter
toch, echter
pourtant
avant
voor
voor
avant
chaque
elke
elke
chaque
à cause de
vanwege
vanwege
à cause de
quand
toen, wanneer
toen, wanneer
quand
croire
geloven
geloven
croire
rire
lachen
lachen
rire
montrer
laten zien
laten zien
montrer
réussir
succes hebben
succes hebben
réussir
il était
hij was
hij was
il était
refuser
weigeren
weigeren
refuser
quitter
verlaten
verlaten
quitter
arrêter
stoppen
stoppen
arrêter
plusieurs
meerdere
meerdere
plusieurs
entre
tussen
tussen
entre
ensemble
samen
samen
ensemble
tous les jours
elke dag
elke dag
tous les jours
les études
de studie
de studie
les études
la banlieue
de buitenwijk
de buitenwijk
la banlieue
nombreux, euse
veel
veel
nombreux, euse
ne … aucun
geen enkele
geen enkele
ne … aucun
j’en ai assez
ik heb er genoeg van
ik heb er genoeg van
j’en ai assez
assieds-toi
ga zitten
ga zitten
assieds-toi
arriver en retard
te laat komen
te laat komen
arriver en retard
jusqu’à
tot
avoir le temps
tijd hebben
tijd hebben
avoir le temps
tot
jusqu’à
fatigué
moe
moe
fatigué
je me lève
ik sta op
je prends le bus
ik neem de bus
ik sta op
je me lève
je m’habille
ik kleed me aan
ik kleed me aan
je m’habille
je rentre
ik ga naar huis
ik neem de bus
je prends le bus
ik vertrek
je pars
je pars
ik vertrek
ik ga naar huis
je rentre
je me couche
ik ga naar bed
ik ga naar bed
je me couche
twaalf uur ‘s middags
midi
midi
twaalf uur ‘s middags
à une heure
om 1 uur
om 1 uur
à une heure
twaalf uur ‘s nachts
minuit
une heure et quart
kwart over een
minuit
twaalf uur ‘s nachts
half twee
une heure et demie
deux heures moins le quart
kwart voor twee
kwart over een
une heure et quart
kwart voor twee
deux heures moins le quart
une heure et demie
half twee
la note
het cijfer
het cijfer
la note
la récré
de pauze
de pauze
la récré
l’or
het goud
het goud
l’or
les cheveux
het haar