freedom to choose Flashcards

1
Q

Wat zijn de aanvoerende arterien bij een erectie?

A

a. pudenda interna met als aftakking de arteria cavernosa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de afvoerende arterien bij een erectie?

A

venae emisseria die samenkomen in de vena dorsalis penis en via de venae cavernosa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke zenuwen zijn betrokken bij de erectie reflex?

A

De parasympatische plexus pelvicus afkomstig uit de wortels van S2, S3 en S4
de nervus hypogastricus (Sympathische vezels) uit de wortels th10 tot l 2
en de somatische nervus pudendus (stimulatie van de bekkenbodemspieren, rigiditeit).
Tevens tactiele impulsen via aanraken van de penis worden via de nervus pudendus afferent geleid naar het ruggenmerg (reflexerectie) en naar centraal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke neurotransmitter is betrokken bij de erectie reflex?

A

stikstofoxide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe verloopt de erectiereflex?

A

Na stimulatie van de nervi cavernosa komt stikstofoxide vrij uit het endotheel van het corpus cavernosum en veroorzaakt een vasodilatatie van de caverneuze arteriën en de aftakkende arteriae helicinae. Tevens treedt een relaxatie op van de gladde spiercellen die de caverneuze ruimten (sinussen) omgeven en vullen de sinussen zich met bloed. Dit proces leidt tot zwelling van de penis (tumescentie) en tot intra-caverneuze drukverhoging. Als gevolg hiervan worden de veneuze verbindingen (emissaire venen) gecomprimeerd tussen de uitgezette wanden van de sinussen en de relatief stugge, niet meegevende tunica albuginea. Dit leidt tot een afname van de veneuze afvoer met stijfheid (rigiditeit) als gevolg. Verdere rigiditeit wordt verkregen door ritmische contracties van de somatisch geïnnerveerde bekkenbodemspieren musculus bulbocavernosus en ischiocavernosus, met als gevolg een verdere drukstijging in het corpus cavernosum. Deze ritmische contracties spelen ook een rol bij de emissie van semen uit de urethra.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waardoor wordt stikstofoxide gevormd in het corpus cavernosum?

A

door testosteron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarom kunnen mannen met laag testosteron toch een erectie krijgen?

A

omdat een reflex niet testosteron afhankelijk is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn risicofactoren voor erectiestoornissen?

A

diabetes
leeftijd
depressie
hypertensie
overgewicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waardoor wordt retrograde ejaculatie veroorzaakt?

A

Door neuropathie van de sacrale autonome zenuwbanen die het sluiten van de blaashals tijdens de ejaculatie verzorgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar zit een buiten baarmoederlijke zwangerschap meestal?

A

in de eileiders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een gevaar van een buitenbaarmoederlijke zwangerschap?

A

een tubair ruptuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de behandeling van een extra-uteriene graviditeit ?

A

afwachtend
medicamenteus
laparoscopie en/of laparotomie met tubotomie of tubectomie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn symptomen van extra uterine graviditeit?

A

cyclusstoornissen
buikpijn
laag Hb

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is bij een eug een opname indicatie?

A

dalend Hb

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is bij een eug een operatie indicatie?

A

bij dalend Hb of HCG >1200 U/L

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welk labonderzoek na operatie van een eug?

A

HCG

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is een mola zwangerschap?

A

Een mola zwangerschap is een bijzondere vorm van een miskraam waarbij de villi (placentavlokken) hydropisch zijn gezwollen tot een gezwel van kleine blaasjes (cysten). en er hypertrofie is van de trophoblast.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welk hormoon wordt geproduceert door de trophoblast bij een mola zwangerschap?

A

HCG

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Welke symptomen van een mola zwangerschap?

A

misselijkheid
bloedverlies
anemie, hyperthyreoïdie, buikpijn, vergrote uterus en vergrote ovaria (vooral voor echo bestond)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Hoe behandel je een mola zwangerschap?

A

Zuigcurettage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is het advies na een mola zwangerschap?

A

niet zwanger worden tot HCG is genormaliseerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat zijn symptomen van persisterende trofoblast woekering?

A

misselijkheid
bloedverlies
metastase gerelateerde symptomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is de herhalingskans van een mola zwangerschap?

A

laag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Welke diagnostiek bij persisterende trofoblast woekering?

A

HCG
transvaginale echo
ct voor metastasen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat is de behandeling van persisterende trofoblast woekering?
Methotrexaat (MTX)
26
Wat is de defenitie van persisterende trofoblast woekering?
een plateau van het hCG in 4 opeenvolgende wekelijkse metingen gedurende 3 weken, óf als er een stijging van het hCG is in 3 metingen gedurende 2 opeenvolgende weken. bovendien dient 1 van de waarden buiten de P95 van de regressiecurve te vallen.
27
Wanneer is er sprake van hevige menstruaties?
In de richtlijnen wordt de grens van teveel bloedverlies bij 120 ml of meer per menstruatie gesteld. Uiteraard is dit niet eenvoudig te meten. In de praktijk is dus ‘te veel’ dat wat de patiënt als te veel ervaart.
28
Wat is een myoom?
een goedaardige woekering van gladde spiercellen
29
Welke vormen van myomen kunnen onderscheiden worden?
submuceus: deze liggen onder het slijmvlies (endometrium); intramuraal: deze liggen in de wand van de baarmoeder; subsereus: deze liggen onder de buitenbekleding (serosa) van de baarmoeder; gesteeld: deze liggen los van de baarmoeder maar zijn nog met een steel hieraan verbonden.
30
Welke behandelingen zijn er voor hevig menstrueel bloedverlies?
hormonale therapie (continu of cyclisch) NSAID's obv postaglandine verwijderen van een myoom uterus expiratie
31
Wat is de hillus ovari?
de plek waar bloedvaten samenkomen
32
Wat ligt er in het buitenste deel van het schors van de ovaria?
De primordiale en primaire follikels
33
Wat ligt er dieper in het schors van de ovaria?
Secondaire en atretische follikels
34
Waarmee zijn de ovaria bedekt?
een laag mesotheel
35
Wat zijn de rijpingsstadia van de folikels?
primordiale follikel primaire follikel secundaire/antrale follikel Graafse follikel
36
Wat is een Primordiale follikel?
de kleine primaire oöcyt is omgeven door één laag platte follikel cellen.
37
Wat is een Primaire follikel?
de primaire oöcyt is omgeven door één of meerdere lagen van kubische granulosa cellen.
38
Wat is een secundaire follikel?
vochtcollecties vormen zich tussen de granulosacellen, uiteindelijk vormt er een ruimte met vocht: het antrum.
39
Wat is een Graafse follikel?
De (rijpe) eicel, omgeven door granulosa cellen, ligt op een heuveltje (cumulus oophorus) in het antrum. Rondom de follikel heeft het stroma (bindweefsel) zich rondom de follikel in twee lagen gerangschikt. De binnenste laag wordt theca interna genoemd, de buitenste theca externa.
40
Wat is een corpus albicans?
een eicel die na 10 dagen niet is bevrucht verbindweefseling van het corpus luteum
41
Wat is een Atretische follikel?
Degeneratie van een folikel die zich nog ontwikkeld
42
Welk hormoon werkt in op de theca interna cellen?
LH
43
Welk hormoon wordt door de granulosa luteine cellen geproduceerd?
progestron
44
Welk hormoon wordt door de theca cellen geproduceerd?
progestron en androgenen
45
Welke behandeling van PMS?
hormoononderdrukking en leefstijl
46
Welke 2 soorten screening worden onderscheiden?
diagnostiserend en voorspellend
47
Wat is de pearl index?
zwangerschappen per 100 gebruiksjaren van anticonceptie
48
Wat is de hoofdwerking van hormonale anticonceptie?
folikelontwikkeling en ovulatie verhinderen (onderdrukken van de LH piek) onderdrukken folikelontwikkeling (onderdrukken FSH piek)
49
Tot hoeveel weken kan je een zwangerschap afbreken voor medische redenen?
24 weken
50
Wat is de nevenwerking van hormonale anticoncepie?
transformatie van het endometrium veranderingen in cervicaal slijmproductie beinvloeding tuba moteriek
51
Welke stoffen zitten in anticonceptie?
progestativum en oestrogeen
52
Waarom oestrogeen in hormonale anticonceptie?
ter stabilisering van het endometrium
53
Wat is er anders aan 2e en 3e generatie hormonale anticonceptie?
synthetisch progestageen met minder androgeen > minder bijwerkingen
54
Wat zijn risico's van hormonale anticonceptie?
trombose risico verhoogd cardiovasculair risico verhoogd (triglyceriden, verstoorde glucose tolerantie)
55
Wat doet hormonale anticonceptie met het risico op kanker?
mamae carcinoom verhoogd bij jonge gebruikers ovarium en endometrium carcinoom significant verlaagd
56
Wat zijn bijwerkingen van hormonale anticonceptie (meestal insteleffecten)?
hoofdpijn onregelmatige bloedingen libidovermindering stemmingswisselingen gewichtstoename
57
Hoe komt het dat er bloedingen ontstaan bij hormonale anticonceptie?
door dun endometrium
58
Wat zijn contraindicaties voor hormonale anticonceptie?
trombose of trombofilie cardiovasculaire aandoeningen ischemische leveraandoeningen mama carcinoom
59
Hoelang gebruik je de nuva ring achter elkaar?
3 weken > stopweek
60
Wat is een nadeel van de EVRA pleister?
je mag geen huidverzorgingsproducten gebruiken
61
Hoelang gebruik je de EVRA pleister?
3 weken > stopweek
62
Wat zit er in de minipil?
alleen progestativa
63
Wat is het nadeel van de minipil?
mindere mate van ovulatie remming de marge van het inhalen van een vergeten pil is erg kort
64
Wat zit er in de implanon?
alleen progestageen
65
Wat doet een implanon?
onderdrukt ovulatie (LH piek) en minder de folikelgroei
66
Hoelang is een implanon werkzaam?
3 jaar
67
Wat is een nadeel van een implanon?
spotting in het eerste halve jaar
68
Wat is een nadeel van de prikpil?
lange nawerking botdichtheid verminderd
69
Wat is de 7-dagen regel?
je moet minstens 7 dagen achtereenvolgens hormonale anticonceptie hebben
70
Wat zit er in de morning after pil?
hoge dosis progestagenen
71
Hoe werkt de morning after pil?
onderdrukt LH en verstoort het implantatie window
72
Wat is de top 5 soa's in nederland?
- Chlamidia - Genitale wratten (condylomata acuminata) - Herpes - Gonoroe - Syphylis
73
Wie hebben een verhoogd risico op SOA's?
MSM sekswerkers en klanten personen uit een endemisch gebied personen met wisselende seksuele contacten (>3 in 6 maanden)
74
Bij wie komt chlamydia vooral voor?
jongeren <25, vooral in grote steden
75
Waar komt HIV vooral voor?
in Afrika
76
Welke profylaxe voor soa's?
Doxycycline
77
Wat is de oorzaak van chlamydia?
een bacterie (chlamydia trachomatis)
78
Wat is de incubatie tijd van chlamydia?
1-3 weken
79
Welke aandoeningen komen voor bij chlamydia?
uretritis, cervicitis en conjunctivitis
80
Welke symptomen bij chlamydia?
buikpijn contact bloedingen veranderde fluor dyspareunie vaak asymptomatisch (met name bij vrouwen)
81
Wat zijn complicaties van chlamydia?
pelvic inflamatory disease infertiliteit EUG tubair ovarieel abces sexualy acquired reactive artritis epididymitis
82
Welke diagnostiek voor chlamydia?
PCR
83
Wat is de behandeling voor chalmydia?
azitromycine
84
Wie waarschuw je bij chlamydia?
symptomatisch > partners laatste 4-6 weken asymptomatisch > partners laatste 6 maanden
85
Waardoor wordt gonorroe veroorzaakt?
bacterie (neisseria gonorroeae)
86
Wat is de incubatietijd van gonorroe?
2 dagen tot 3 weken
87
Wat zijn de symptomen van gonorroe?
toegenomen fluor tussentijds bloedverlies dysurie procititis purulente faryngitis pussige afscheiding jeuk vooral bij vrouwen vaak asymptomatisch
88
Welke diagnostiek voor gonorroe?
PCR gram preparaat kweek
89
Welke behandeling voor gonorroe?
ceftriaxon azitromycine als chlamydia nog niet is uitgesloten
90
Welke verwekker condylomata acuminata?
HPV
91
Hoe kunnen condylomata acuminata overgedragen worden?
sexueel contact, vingers, handoeken, moeder-kind
92
Wat is de incubatietijd van condylomata acuminata?
1-8 maanden
93
Wat is de diagnostiek voor condylomata acuminata?
klinische diagnose
94
Wat is de behandeling voor condylomata acuminata?
imiquimod
95
Wat is de incubatietijd van herpesgenitalis?
2 tot 12 dagen
96
Welk type herpes veroorzaakt in nederland vaker herpes genitalis?
type 2
97
Welke diagnostiek voor herpes genitalis?
PCR
98
Welke behandeling voor herpes genitalis?
valaciclovir
99
Welke test voor heb B?
anti Hbc test
100
Wat is de verwekker van syfilis?
bacterie (treponema pallidum )
101
Wat is de incubatietijd van syphilis?
3 weken tot primaire leasie 6-12 maanden tot secundaire stadium
102
Wat zijn de symptomen van syfilis in stadium 1?
pijnloos ulcus, lymfeklierzwelling
103
Wat zijn de symptomen van syfilis in stadium II?
roseolen exantheem haaruitval wratachtige afwijkingen algemene ziekte verschijnselen
104
Wat zijn de symptomen van syfilis in stadium III?
gumata neurosyfilis vasculaire syfilis
105
Welke diagnostiek in syfilis stadium I?
donkerveld microscopie klinisch serologie
106
Welke behandeling voor syfilis?
benzathinebenzylpeniciline (penidural)
107
Wat is de window fase voor detectie van hiv?
3 maanden
108
Welke diagnostiek voor HIV?
p24 antigen serologie sneltest confirmatie; western blot
109
Welke behandeling van hiv?
cART
110
Wat is de behandeling van pediculosis pubis (schaamluis)?
permetrine creme
111
Welke behandeling voor schurft/scabiesmijt?
permetrine
112
Wat is de incubatietijd van schurft/scabiesmijt?
2-6 weken
113
Wanneer is schurft/scabiesmijt besmettelijk?
1-2 weken tot 12 uur na behandeling
114
Wat is dyspareunie?
pijn bij seks
115
Wat zijn de voorwaarden voor zin en opwinding?
intact seksueel systeem stimuli met een seksuele betekenis geschikte omstandigheden
116
Wat zijn de voorwaarden voor een gezonde seksuele ontwikkeling?
intacte anatomie intact brein overeenkomend fenotypisch geslacht en genderidentiteit affectrijk pedagogisch klimaat positief voorbeeldgedrag tav relationeel gedrag positieve boodschappen tav seksualiteit in informeel en formeel curriculum mogelijkheid tot leeftijdsspecifiek consensueel 'sexual rehearsal play'
117
Wat is er bijzonder aan seks in het eerste trimester?
zin daalt veel bloedingen gevoelige borsten
118
Wat is bijzonder aan seks in het tweede trimester?
zin normaliseert pijn onvolledige resolutie
119
Wat is bijzonder aan seks in het derde trimester?
zin daalt weeen bij orgasme
120
Wanneer is seks tijdens de zwangerschap afgeraden?
bij te vroeg breken van de vliezen
121
Wat is bijzonder aan postpartum seks?
tot 3 weken verhoogde kans op infecties lactatie door prolactine verhoging laag oestrogeen zorgt voor atrofie laag androgeen zorgt voor minder zin oxycotocine trage fysiologische reacties
122
Wat is de rol van testosteron bij seksualiteit?
maakt brein en genetalia klaar voor seks (bij vrouwen is de rol van androgenen onduidelijk)
123
Wat is het effect van de overgang op seksualiteit?
laag oestrogenen > lage kwaliteit van de huid GEEN invloed op lubricatie Use it or lose it (over orgasmes)
124
Wat veranderd er bij mannen in de seksualiteit als ze ouder worden?
herstel fase wordt langer (tot 24 uur)
125
Waardoor wordt de vrijfrequentie bij ouderen bepaald?
nieuwe relatie > hogere frequentie
126
Wat zijn bij ouderen de beste predictoren voor seksuele satisfactie?
geestelijke + fysieke gezondheid seksueel actief blijven positieve attitude tov seksualiteit hebben van een partner
127
Wat is het PLISSIT model voor communicatie over seks?
1 permission 2 limited information (educatie) 3 specific sugestion (counselling) 4 intensive therapy (referal)
128
Wat zijn de 3 criteria voor erectiele dysfunctie?
je moet er last van hebben > 5 maanden adequate stimulatie
129
Wanneer is ejaculatie prematuur?
binnen 60 sec
130
Wat is het resultaat van een licht verlaagd testosteron?
verminderd libido
131
Wat is het effect van viagra?
de erectie blijft langer behouden
132
Voor welke aandoening zijn erectieklachten een voorspeller?
hartinfarct
133
Wat is de ziekte van peronie?
'trekhaak model' (pijn, littekenweefsel)
134
Wie krijgt de ziekte van peronie?
bij roken, diabetes of trauma
135
Waardoor komt het trombose risico van de combinatiepil?
oestrogenen
136
Welke klachten horen bij PMS?
nerveuze gespannenheid, prikkelbaarheid, hoofdpijn, buikpijn, depressie
137
Hoeveel mensen hebben PMS?
ongeveer 4% van de vrouwelijke bevolking
138
Wat is de behandeling van PMS?
leefstijl en hormoon onderdrukking
139
Waardoor wordt een totipotente stamcel een trofoblast?
FGF4
140
Waardoor wordt een totipotente stamcel een embryoblast?
LIF
141
Welke soorten chromatine zijn er?
naif inactief (DNA is strak opgerold) actief (negatieve groepen zorgen voor losser DNA)
142
Waar gebeurd methylering?
bij CG groepen in het DNA
143
Hoeveel procent van het DNA is gemethyleerd?
+- 70%
144
Wat is het verschil in methylering tussen actieve en inactieve genen?
bij inactieve genen is de enhancer en promotor gemethyleerd, bij actieve genen de rest
145
Wat zijn de 2 resets van de epigenetica?
tijdens de oogenese/spermatogenese en na de bevruchting
146
Wat gaat er mis met de gezondheid van klonen?
ze worden te groot, te dik en gaan snel dood
147
Wat is het effect van imprinting?
enkele dosis genexpressie (maternaal/paternaal wordt uitgezet)
148
Wat is er aan de hand met het DNA bij prader willy syndroom?
alleen 15 van de moeder
149
Wat is er aan de hand met het DNA bij angelman syndroom?
alleen 15 van de vader
150
Welke symptomen bij prader willy syndroom?
taal, motor en ontwikkelingachterstand obesity
151
Wat zijn symptomen van angelman syndroom?
mentale retardatie ongecontroleerd lachen non verbaal
152
Wanneer ontstaat de primitiefknoop?
15-17 dagen
153
Waaruit bestaat een embryo voor 15 dagen?
een epiblast en een hypoblast
154
Waaruit ontstaat de AVE?
aan een kant van de hypoblast
155
Waar ontstaat de primitiefstreek?
in de epiblast zo ver mogelijk van de AVE
156
Hoe ontstaat de lichaamsas?
Primitiefknoop > notochord > lichaamsas
157
Waar staat AVE voor?
anterior visceral endoderm
158
Waarvoor is het anterior visceral endoderm?
ontwikkeling hersenen, hoofdregio en hart
159
Welk belangrijk remmende signaal geeft het AVE?
Dkk1 remt Wnt (belangrijk voor hersenontwikkeling)
160
Wat zijn posterieure homeotische transformaties van de ruggenwervel?
rib op C7 kleinere rib T12 sacralisatie L5
161
Wat zijn anterieure homeotische transformaties?
extra rib op L1 lumbalisatie S1
162
Hoe ontstaat spierweefsel?
Somieten > sclerotomen (botten), dermatomen (bindweefsel), myotomen (spierweefsel)
163
In welk embryo stadium ontstaat polariteit?
morula
164
Wat is bijzonder aan de klievingsdelingen?
er wordt geen cytoplasma gevormd
165
Welke klachten bij endometrium carcinoom?
vage buikklachten toename buikomvang mictie en defecatie problemen acute buik door ruptuur cyste
166
Waardoor verhoogd risico op ovarium carcinoom?
BRCA 1 & 2 lynch syndroom
167
Hoe zie je ovarium carcinoom?
echo soms acitis
168
Welk soort ovarium carcinoom reageert vaak slecht op chemo?
clearcell
169
Waardoor metastaseren ovarium carcinomen snel?
intraperitoneale lokalisatie van de ovaria exofoliatieve groei de versleping van tumorcellen
170
Wat is de prognose van laag stadium ovarium carcinoom (meestal toevalsbevinding)?
chirurgie cruciaal 75-90% genezing ook adjuvante chemotherapie (als bevestigd laaggradig)
171
Wat wordt gedaan bij een stageringsoperatie voor ovarium carcinoom?
cytologie spoelvloeistof/acitis inspectie uterus en adnex expiratie omentectomie stageringsbiopten lymfeklierdisectie
172
Wat is IIb endometrium carcinoom?
verdere uitbreiding in het kleine bekken
173
Wat is III endometrium carcinoom?
uitbreiding buiten het bekken of retroperitoneale klieren
174
Wat is IV endometrium carcinoom?
afstandsmetastasen inclusief sister mary joseph nodule
175
Wat is de overleving van hoogstadium ovarium carcinoom?
75% complete remissie 50-75% krijgt een recidief (mediane overleving 2 jaar)
176
Wat is het effect van nulpariteit op het risico op ovarium carcinoom?
hoger risico
177
Wat is T3 bij endometrium carcinoom?
uitbreiding naar buikholte of schede
178
Wat is T2 bij endometrium carcinoom?
uitbreiding naar cervix
179
Wat is T1 bij endometrium carcinoom?
beperkt tot het corpus
180
Wat is T4 bij endometrium carcinoom?
uitbreiding naar blaas / rectum
181
Waarvoor wordt CA 125 gemeten bij endometrium carcinoom?
verhoogd bij intrauterine ziekte
182
Wat is een belangrijk symptoom van baarmoeder kanker?
bloedverlies
183
Wanneer hormoonbehandeling voor endometrium kanker?
laaggradige tumor met hormoonreceptoren en bewezen restziekte
184
hoe behandel je endometrium carcinoom bij lynch?
targettherapie
185
Wanneer hormoon therapie voor overgangsklachten?
<46 jaar 46-50 geen bezwaar 50-56 jaar bij invaliderende klachten
186
Wat is de menopauze?
> 1 jaar geen menstruaties mediane leeftijd 51 (genetisch, vroeger bij roken)
187
Veroorzaakt een hysterectomie de menopauze?
nee, verwijderen van de eierstokken wel
188
Wat gebeurdt er in de menopauzal transition?
cyclus verlengt en klachten van de overgang
189
Welke klachten van de overgang?
opvliegers hartkloppingen moodswings slapeloosheid 'vierkant' lichaam
190
Waardoor bestaan opvliegers?
Dysfunctie van de hypothalamus (termoneutrale zone is smaller door stijgen noradrenaline) Bij 0,4 graden verschil in kerntemperatuur reageert de hypothalamus normaal
191
Wat zijn de langetermijn risicos van de overgang?
toename hart en vaatziekten toename osteoporose toename borstkanker
192
Waarvoor wordt progestageen toegevoegd aan hormoon therapie?
om het endometrium te beschermen (dus alleen bij aanwezigheid baarmoeder)
193
Wat zijn de risicos van hormoontherapie?
mamma carcinoom en trombose nemen toe osteoporose neemt af
194
Wat kan naast hormoontherapie helpen voor overgangsklachten?
SRRIs
195
Wat hoort bij het biopsychosociaal model bij seksuologie?
interpersoonlijk
196
Waardoor ontstaan seksuele klachten bij operatie aan de prostaat?
beschadiging zenuwen voor erectie
197
Waardoor ontstaan seksuele klachten bij operatie retroperitoneaal of aan de blaas?
beschadiging zenuwen ejaculatie reflex
198
Wat is RALP?
prostaat operatie met robot
199
Waardoor aspermie bij RALP?
vergnemen vesicula seminalis
200
Waardoor climacturie bij RALP?
wegnemen prostaat en sphincter insufficientie
201
Waardoor kleinere penis na RALP?
wegnemen prostaat
202
Wat is stress incontinentie?
de klacht van onwillekeurige urinelekkage bij (krachts)inspanning, of bij niezen of hoesten;
203
Wat is aandrangincontinentie?
de klacht van onwillekeurige urinelekkage die gepaard gaat met aandrang of onmiddellijk wordt voorafgegaan door aandrang (door onwillekeurige detrusor contractie)
204
Wat is gemengde incontinentie?
de klacht van urineverlies in samenhang met een gevoel van aandrang maar ook bij (krachts)inspanning, niezen of hoesten.
205
Wat is continue incontinentie?
de klacht van continue lekkage van urine
206
Wat zijn oorzaken van urge incontinentie?
Idiopathisch Cystitis Blaastumor Subvesicale obstructie Neurogeen blaaslijden
207
Wat zijn oorzaken van overloop incontinentie?
Subvesicale obstructie Acontractiele blaas (bijvoorbeeld door diabetes, neurogeen lijden zoals bijvoorbeeld MS) Verslapping van de gladde spieren van de blaas door medicamenten. Psychogene retentie
208
Welke twee vormen van stress incontinentie zijn er?
Stress-incontinentie als gevolg van een hypermobiele vagina voorwand: urethrale hypermobiliteit. ISD: intrinsieke sphincter deficientie
209
Wat zijn oorzaken van stress incontinentie?
Prolaps van de vaginavoorwand (cystocele) Post-menopauzaal (oestrogeen tekort, verlies van bekkenbodemspierfunctie) Eerdere anti-incontinentie chirurgie (ISD) Bestraling van het kleine bekken (ISD) Trauma (ISD) Neurologische oorzaken (denervatie, ISD)
210
Waarvoor is de q-tip test?
Hypermobiliteit van de vagina voorwand.
211
Welke spieren worden geoefend bij de fysiotherapeutische behandeling van stress-incontinentie?
Met name de levator ani.
212
Wat is druk transmissie ratio?
de hoeveelheid van een drukverhoging in de buik die wordt overgedragen aan de blaas
213
Hoe kan de druk transmissie ratio hoger zijn dan 100%?
Door reflectoir aanspannen van de sfincter van de urethra
214
Wie heeft stressincontinentie als gevolg van intrinsieke sphincter disfunctie?
vooral mannen
215
Wat is gemaskeerde stressincontinentie?
De cystocele (verzakking) werkt als een soort afsluitmechanisme en drukt de blaashals en urethra dicht
216
Welke behandeling voor stress incontinentie?
Lichte tot matige stress-incontinentie: oestrogenen, bekkenfysiotherapie (biofeedback). Matige tot ernstige stress-incontinentie: suspensieoperatie (TVT/TVTO, Burch procedure) Fasciesling procedure voor ISD, Artificiele sfincter prothese (ISD)
217
Welke behandelingen voor urge incontinentie?
Minder drinken en Blaastraining- bekkenfysiotherapie met biofeedback, Medicamenten zoals anticholinergica, Botox injecties van de blaas, Neuromodulatie, Blaasaugmentatie, urineafleiding (neoblaas of urinestoma).
218
Wat zijn risicofactoren voor seksuele klachten na colorectale chirurgie?
distale resectie neoadjuvante radiotherapie stoma complicaties negatief zelfbeeld ejaculatie klachten (30-50%)
219
Welke seksuele klachten door gynacologische radiotherapie?
bekken fibrose > pijn ovarium dysfunctie > minder zin lubricatieklachten door vaatletsel (laat effect) vaginale stenose
220
Noem 5 seksuologische behandelingen?
glijmiddel pelottes betere lokale stimulatie vacuumpomp met drukring hormoontherapie
221
Wat is een risico voor ovariumcarcinoom?
endometriose
222
Waardoor ontstaat een amenorrhoea bij patiënten met het syndroom van Turner?
Ovarieel falen, vervroegde menopauze. Meestal een primaire amenorroe bij het syndroom van Turner. Als de aandoening een mozaïek (X-/XX) vorm is zie je vaker een secundaire amenorroe.
223
Waarvoor is androgeensubstitutie bij vrouwen?
verminderd libido
224
Welke diagnostiek voor ovariele veroudering?
vroeg folliculaire fase hormoonbepaling (FSH, LH en E2), AMH en echoscopisch tellen van het aantal antrale follikels in de ovaria (antral follicle count = AFC).
225