Frans voca A Flashcards
chapitre 1havo 4
1
Q
les jeux en ligne
A
de online games
2
Q
la réduction
A
de korting
3
Q
les vetements
A
de kleren
4
Q
la rencontre
A
de ontmoeting
5
Q
gagner
A
winnen
6
Q
perdre
A
verliezen
7
Q
s’arreter
A
stoppen
8
Q
se détendre
A
ontspannen
9
Q
faire les magasins
A
winkelen
10
Q
se présenter
A
zich voorstellen
11
Q
terminer
A
eindigen
12
Q
transmettre
A
overbrengen
13
Q
croire
A
geloven
14
Q
commencer
A
beginnen
15
Q
accueillir
A
ontvangen
16
Q
s’adresser à
A
zich wenden tot
17
Q
s’inscrire
A
zich inschrijven
18
Q
prévu
A
gepland
19
Q
rigoler
A
lol hebben
20
Q
etre accro à
A
verslaafd zijn aan
21
Q
ca n’arrive pas
A
het gebeurt niet
22
Q
se dépecher
A
opschieten
23
Q
en meme temps
A
tegerlijkertijd
24
Q
au début
A
in het begin
25
grace à
dankzij
26
en plus
bovendien
27
au bout de
na
28
ancien
oud
29
en fait
eigenlijk
30
parmi
onder, tussen
31
ailleurs
elders
32
le concours
de wedstrijd
33
l'émission
de uitzending
34
la chance
le mot
35
l'univers
de wereld
36
de hobby
le passe-temps
37
de online games
les jeux en ligne
38
winkelen
faire les magasins
39
gamen
jouer à la console
40
uitgaan
sortir
41
verslaafd zijn aan
etre accro à
42
zich voorstellen
se présenter
43
eindigen
terminer
44
geloven
croire
45
beginnen
commencer
46
stoppen
s'arreter
47
plezier hebben
s'amuser
48
ontspannen
se détendre
49
lol hebben
rigoler
50
ieder
chaque
51
besteden
consacrer
52
ongeveer
environ
53
de keer
la fois
54
lessen volgen
suivre des cours
55
geven
offrir
56
onder, tussen
parmi
57
allereerst
d'abord
58
gevorderde
avancé
59
le leeftijd
l'age
60
le loyer
de huur
61
couteux
kostbaar
62
avoir les moyens
de middelen hebben
63
la circulation
het verkeer
64
se garer
parkeren
65
le piéton
de voetganger
66
se balader
wandelen
67
l'espace vert
de groenvoorziening
68
vivant
levendig
69
partout
overal
70
humide
vochtig
71
bruyant
lawaaierig
72
à pied
te voet
73
les transports en commun
het openbaar vervoer
74
le conseil
de raad
75
l'avis
de mening
76
la décoration
de inrichting
77
le rangement
het opruimen
78
l'ambiance
de sfeer
79
le coin
de hoek
80
l'escape
de ruimte
81
la couleur
de kleur
82
l'étagère
de boekenplank
83
de wijk
le quartier
84
wandelen
se balader
85
levendig
vivant
86
gevaarlijk
dangereux
87
lawaaierig
bruyant
88
het voetbalveld
le terrain de foot
89
leven
vivre
90
slapen
dormir
91
de sfeer
l'ambiance
92
de stijl
le style
93
het voorwerp
l'objet
94
de boekenkast
la bibliothèque
95
en ce qui me concerne
wat mij betreft
96
il manque
er ontbreekt
97
le placard
de kledingkast
98
le canapé
de zitbank
99
le coussin
het kussen
100
l'autocollant
de sticker
101
partager
delen
102
vivre
leve, wonen
103
commun
gemeenschappelijk
104
convivial
gezellig
105
au milieu de
in het midden van
106
het voetangersgebied
la zone
107
het openbaar vervoer
les transports en commun
108
de groenvoorziening
l'escape vert
109
de kast
l'armoire
110
sober
sobre
111
gezellig
convivial
112
naast
à coté de
113
tegenover
en face de
114
le rapport
de relatie
115
le membre
het lid
116
la famille nombreuse
het grote gezin
117
la dispute
de ruzie
118
le fils/ la fille unique
het enige kind
119
le jumeau
de tweeling
120
le chagrin
het verdriet
121
l'adolescence
de puberteit
122
le centre d'intéret
de interesse
123
pareil
gelijk
124
attentionné
attent
125
connecté
verbonden
126
soudé
verenigd
127
proche
dichtbij
128
le souci
de zorg
129
les gens
de mensen
130
le reproche
het verwijt
131
la confiance
het vertrouwen
132
la solitude
de eenzaamheid
133
l'entourage
de omgeving
134
affimer
stellen, beweren
135
se confier
toevertrouwen
136
oublier
vergeten
137
révéler
onthullen
138
rapprocher
bij elkaar brengen
139
réunir
verenigen
140
ainé
oudst
141
bavard
spraakzaam
142
pénible
lastig
143
ménager
huishoudelijk
144
cadet
jonger
145
l'inverse
het tegenovergestelde
145
sur
veilig
146
au lieu de
in plaats van
147
het enig kind
le fils/ la fille unique
148
alors que
terwijl
149
de relatie
le rapport
150
de tweeling
le jumeau
151
de mensen
les gens
152
de interesse
le centre d'intéret
153
gescheiden
divorcé
154
plagen
taquiner
155
boos worden
se vexer
155
zich opwinden
s'énerver
156
lastig
pénible
156
oudst
ainé
156
spraakzaam
bavard
156
jongst
cadet
157
verbonden
connecté
157
open
ouvert
158
bestaan uit
se composer de
159
'close' zijn met
se sentir proche de
160
ruzie hebben met
se disputer avec
161
gevoelig
sensible
162
spontaan
spontané
163
grappig
drôle
164
introvert
introverti
165
sociaal
sociable
166
in plaats van
au lieu de