frans so leren Flashcards
1
Q
j’ai
A
ik heb
2
Q
tu as
A
jij hebt
3
Q
il a
A
hij heeft
4
Q
elle a
A
ze heeft
5
Q
on a
A
men heeft
6
Q
nous avons
A
we hebben
7
Q
vous avez
A
jullie hebben
8
Q
ils ont
A
ze hebben
9
Q
elles ont
A
ze hebben