Frans hoofdstuk 6 Flashcards
pendant
tijdens, gedurende
la colonie de vacances
het vakantiekamp
les vacances
de vakantie
le ski
skieen
le hockey ( sur glace)
(ijs) hockeyen
l’escalade
klimmen
le foot, le football
voetbal
fais attention
pas op
rigolo
leuk, grappig
peut-etre
misschien
ne….plus
niet meer
encore
nog steeds
avoir peur de
bang zijn voor
perdre
verliezen
cet apres-midi
vanmiddag
le degrê
de graad
la neige
de sneeuw
froid
koud
contre
tegen
la fois
de keer
le mois
de maand
le sport prefere
de lievelingssport
le match
de wedstrijd
l’equipe
het team
l’arbitre
de scheidsrechter
la capitaine
de aanvoerder
le but
het doelpunt
silence
stilte
l’equitation
het paardrijden
le tennis
tennis
le volley
volleybal
le basket
basketbal
le tir a l’arc
boogschieten
le ski de fond
langlaufen
gagner
winnen
l’excursion
de excursie
le moniteur,
de begeleider
l’aventure
het avontuur
la compétition
de competitie
la randonnee
de trektocht
en ete
in de zomer
en hiver
in de winter
toute l’annee
het hele jaar
la journee
de dag
le jeune
de jongere
la visite
het bezoek
la ferme
de boerderij
l’animal
het dier
la chevre
de geit
le lapin
het konijn
bien sur
natuurlijk