Frans H3 Langue-o-thèque D Flashcards
Ik houd van … omdat het spannend is.
J’aime le / la … parce que cela donne des sensations fortes.
Wat trekt je zo aan in …?
Qu’est-ce qui t’attire tellement dans le …?
De risico’s zijn …
Les risques sont …
Ondanks de risico’s wordt deze sport wel beoefend.
Malgré les risques, on pratique ce sport quand-même.
Deze sport is niet zonder risico.
Ce sport n’est pas sans risques.
Een sport als hardlopen is ook gevaarlijk.
Un sport comme la course à pied est dangereux aussi.
Deze sport is absoluut een echte sport, omdat …
Ce sport est absolument un vrai sport, parce que …
Het maakt me niet uit wat anderen ervan vinden.
Cela m’est égal ce que les autres en pensent.
Waarom zou je denigrerend doen over …?
Pourquoi dénigrer …?
Heb je al eens … gedaan?
Tu as déjà fait du / de la …?
Zou je … durven doen?
Tu oserais faire du / de la?
Ben je bang voor …?
Tu as peur de …?
Ik heb last van hoogtevrees.
J’ai le vertige.
Het lijkt gevaarlijk, maar het valt wel mee.
Cela semble dangereux, mais ça va.
Ik had … niet willen missen.
Je n’aurais pas voulu manquer …