frans étape 2 '25 Flashcards
1
Q
een liefhebber
A
un amateur
2
Q
een workshop
A
un atelier
3
Q
een hondertal
A
une centaine
4
Q
een schelp
A
un coquillage
5
Q
een wezen, schepsel
A
une créature
6
Q
de diversiteit
A
la diversité
7
Q
een verbeelding
A
une fantaisie
8
Q
een inclusie
A
une inclusion
9
Q
een limiet
A
une limite
10
Q
een professional
A
un(e) professionnel(le)
11
Q
een profiel
A
un profil
12
Q
een zeemeermin
A
une sirène
13
Q
een inclusieve sport
A
un sport d’inclusion
14
Q
glanzend
A
brillant(e)
15
Q
fantastisch, fantasie-
A
fantastique
16
Q
inclusief
A
inclusif, inclusive
17
Q
magisch
A
magique
18
Q
betalend
A
payant(e)
19
Q
veilig, beveiligd
A
sécurisé(e)
20
Q
schitteren, schijnen
A
briller
21
Q
zich ontspannen
A
se détendre
22
Q
opnemen
A
inclure
23
Q
zich schminken
A
se maquiller
24
Q
verzamelen, bijeenbrengen
A
rassembler
25
plaatsvinden
se tenir
26
veranderen
se transformer
27
zorgen voor
prendre soin de
28
ongeacht
peu importe
29
een (zwem)dok
un bassin
30
een plons
un éclat
31
een beurs
une foire
32
een lagune
un lagon
33
een pruik
une perruque
34
een golf
une vague
35
kronkelen, golven
onduler
36
zich kleden in, dragen
revêtir
37
wedijveren, concurreren
rivaliser
38
zorgen voor, op zich nemen, de leiding nemen over
prendre en charge