Frans 1a woorden Flashcards
Unite 1 Woordenschat
L’employé de comtoir
De balie bediende
Un parking souterrain
Een ondergrondse parking
Un consigne
Een instructie\ Een bagagedepot
Une tâche
Een taak
Un regard
Een blik
Une volonté
Een wil\ een verlangen
Un aller-retour
Een retourtje
Un jour férié
Een feestdag
Un weekend prolongé
Een verlengd weekend
Une carte\une pièce justificative
Een bewijsstuk
Un conférencier
Een spreker
Un tableau d’affichage
Een mededelingenbord
Les voeux de bonheur
De gelukwensen
Un drap
Een laken
Un discours
Een speech
Un tapis roulant
De loopband
La porte d’embarquement
De Instappoort\ gate
Une circonstance imprévue
Een onvoorziene omstandigheid
Une disponibilité
De beschikbaarheid
Un ascenseur
De lift
Un charoit à bagages
Een bagagewagentje
Un excédent de bagages
Een hoog gewicht aan bagage
L’enregistrement des bagages
Het inchecken van de bagage
Les bagages en soute
De ruimte bagage
Les bagages à main
De handbagage
Un carnet de voyage
Het documentenboekje
Un bon d’échange
Een voucher
Sincères condoléances
Innige deelneming
Une goutte de lait
Een druppel melk
La moitié
De helft
Un lait russe
Een koffie verkeerd
Un jus de chaussette
Een slappe koffie