Formules Flashcards

1
Q

Hoe wordt de current ratio berekend?

A

Vlottende activa / kort lopend vreemd vermogen (kvv)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe wordt de quick ratio berekend?

A

Vlottende activa - voorraden goederen / kvv

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe wordt de debt ratio berekend?

A

Vreemd vermogen (VV) / Totaal vermogen (TV)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Weerstandsvermogen

A

Eigen vermogen (EV) / Totaal vermogen (TV)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de current ratio?

A

Om de liquiditeit van een organisatie te bepalen. De current ratio geeft de verhouding aan tussen vlottende activa en de kortlopende schulden op een bepaald moment.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de quick ratio

A

Korte termijnliquiditeit, er wordt berekend welk deel van de schulden op korte termijn betaald kan worden met de liquide middelen waarover de organisatie beschikt. Voorraden blijven buiten beschouwing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat wordt er in een liquiditeitenbegroting opgesteld?

A

Dit is een gedetailleerd overzicht van alle te verwachten inkomsten en uitgaven in de komende maanden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Formule rentedekkingsfactor

A

Bedrijfsresultaat / interestkosten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Rentabiliteit van het gemiddeld geinvesteerd totaal vermogen (RTV)

A

RTV= Bedrijfsresultaat / gemiddeld totaal vermogen x 100%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Brutowinstmarge

A

Bedrijfsresultaat / omzet x 100%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

RVV, rentabiliteit van het gemiddeld geïnvesteerd vermogen

A

RVV = Interestkosten / gemiddeld vreemd vermogen x 100%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

REV, Rentabiliteit van het gemiddeld geïnvesteerd eigen vermogen

A

REV = Resultaat na belasting (EAT) / gemiddeld EV x 100%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Netto werkkapitaal (NWK)

A

NWK = Vlottende activa - kvv

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Aantal voorraaddagen

A

Aantal voorraaddagen = gemiddeld voorraadsaldo / inkoopwaarde omzet x 365 dagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe staat de voorraad en inkoopwaarde omzet op de resultatenrekening?

A

Beide zonder BTW, zodat deze gelijk gewaardeerd zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Aantal debiteurendagen (hoe lager hoe beter)

A

Aantal debiteurendagen = gemiddeld debiteurensaldo / verkopen op rekening incl. BTW x 365 dagen

17
Q

Aantal crediteurendagen (Let op! inkoopwaarde op rek. is ex btw. (hoe groter hoe beter)

A

Aantal crediteurendagen = Gemiddeld crediteurensaldo / inkopen op rekening incl BTW x 365 dagen

18
Q

Waardeberekening inkopen

A

Beginsaldo voorraad -> eind saldo voorraad. Het verschil wordt afgetrokken van de inkoopwaarde van de verkopen(omzet).

19
Q

Aantal NWK dagen

A

Aantal voorraaddagen + aantal debiteurendagen - aantal crediteurendagen

20
Q

Omloopsnelheid van vermogen

A

Omzet / TV

21
Q

Wat is het bedrijfsresultaat

A

Winst voor belasting + interestkosten

22
Q

Break-even afzet

A

CK/(p-v)
P=Prijs
V= Variabele kosten

23
Q

Kostprijs per product

A
C/N + V/W
C = Constant totale kosten
N= Normale bezetting
V= Totaal variabele kosten
W= Werkelijke bezetting
24
Q

Break-even omzet

A

Break-even omzet = break-even afzet x verkoopprijs (P)

25
Q

Contributiemarge of dekkingsbijdrage per product

A

= per product = P-V

26
Q

Formulevorm BEP

A
q x (p-v) = CK
q= aantal
p= verkoopprijs
v= variabele kosten
Ck = constante kosten
27
Q

Veiligheidsmarge

A

(Werkelijke afzet - break-even afzet) / Werkelijke afzet x 100%. Bij eenheid per product is het werkelijke afzet - break-even afzet.

28
Q

Gemiddeld boekhoudkundig rendement

A

GBR = gemid. jaarlijkse winst investering / gemid. jaarlijkse vermogen van de investering

29
Q

Jaarlijkse winst =

A

Jaarlijkse cashflow - jaarlijkse afschrijving

30
Q

Gemiddelde jaarlijkse winst investering =

A

som van alle jaarlijkse winsten / looptijd

31
Q

Gemiddeld geinvesteerd vermorgen H4=

A

Investering + restwaarde / 2

32
Q

Contante waarde

A

Toekomstig bedrag / (1 + i)n

33
Q

RTV bwm

A

Brutowinstmarge x omloopsnelheid vermogen

34
Q

BEP =

A

C / (p-v)