folder 5 woordenschat eng - ned Flashcards
a bend
een bocht
a bicycle
een fiets
a bus
een bus
a corner
een hoek
crossroads
een kruispunt
a destination
een bestemming
dinner
avondeten
an entrance
een ingang
an escalator
een roltrap
an exit
een uitgang
a fare
een ritprijs
een reisbiljet
a helicopter
een helikopter
a journey
a trip
een uitstap
een rondreis
a junction
een splitsing
a line (for trains)
een lijn
a pedestrian crossing
een zebrapad
a platform
een perron
a ferry
een veerboot
a roundabout
een rondpunt
a route
een route
stairs
trappen
a statue
een standbeeld
a taxi
een taxi
a tourist
een toerist
traffic lights
verkeerslichten
a train
een trein
a cable car
een kabelbaan
transport
vervoer
the subway
the metro
-> am
de metro
to dine
dineren
to give way
voorrang geven
to prove
bewijzen
to submit
verzenden
public
openbaar
slightly
lichtelijk, een beetje
across
over, overheen
along
door, langs
behind
achter
between
tussen
in front of
voor, daarvoor, ervoor
near
dichtbij, kortbij
next to
naast
on foot
te voet
opposite
tegenover
over
over