FMH Flashcards
Welke vier aspecten soorten belastbaarheid zijn er volgens Cott afhankelijk van herstel?
- De fysieke belastbaarheid
- de eigen beleving van belasting en belastbaarheid
- sociale adaptie mogelijkheden
- Motivatie
Het opstellen van een hulpvraag staat centraal in een onderzoek. Het moet worden opgesteld in voor de FT te realiseren doelen. Centraal hierin staat: wat wil de patient. Benoem de 3 essentiële doelen.
Preferred movement capacity: Gewenst niveau
Current movement capacity: Huidig niveau
Maximal Achievable movement potential: maximaal bereikbaar niveau
Het uitvoeren van een lichamelijk onderzoek is altijd afhankelijk van prognostische factoren. Benoem voorbeelden van prognostische factoren.
- leeftijd
- geslacht
- nevenpathologieën
- recidiven
- actuele stress
- gedrag
- omgevingsfactoren
Welke drie vragen beantwoord je als je een hulpvraag opgesteld?
- Welke interne factoren hebben invloed op het gezondheidsniveau + prognose?
- Welke externe factoren hebben invloed?
- wat is het instap niveau van de patient op het movement continuum (functioneren)?
Wat wordt er bedoelt met de movement continuum van Cott?
Het fysieke en het relationele lichaamsbeeld. Van processen op moleculair en celniveau, via weefsels, organen, tot de mens. in zijn of haar omgeving waarin herstel plaatsvind
Benoem de onderdelen van het oriënterend onderzoek van de onderste extremiteiten?
- Anamnese (+ vragenlijst en 1e oberservatie)
- activiteiten onderzoek
- inspectie
- orienterende palpatie
- actief onderzoek
- passief onderzoek
- weerstandsonderzoek
8 specifiek myogeen onderzoek
Wat is de algemene doelstelling van de medische trainingstherapie?
Een individueel begeleide specifiek op het klachtenpatroon inspelende, medisch verantwoorde training, met als doel:
- gezondheid herstellend
- gezondheid bevorderend
- gezondheid onderhoudend
Wat is het verschil tussen coördinatie en stabiliteit?
Coördinatie: Ontstaat uit een complex samenspel van zowel het centraal als perifeer zenuwstelsel als de spieren en de gewrichten. Dit samenspel noemen we coördinatie. (motorisch systeem)
Stabiliteit: het in de juiste stand houden van de boteinden ten opzichte van elkaar om daarmee een houding te handhaven of bewegen mogelijk te maken.
Welke drie systemen spelen een rol bij stabiliteit?
Passief systeem: Kapsels, banden, botten
Actief systeem: Spieren
Neural systeem: bewegingssensoren, receptoren, zenuwen ruggenmerg en hersenen
Welke onderdelen spelen een rol bij coördinatie?
Kracht, richting en snelheid. Motorische eigenschappen
Bonoem de motorische eigenschappen voor Coordinatie
Stabilteit, kracht, snelheid, lenigheid en uithoudingsvermogen
Wat zijn de parameters die horen bij coördinatie/stabiliteit?
Neuromusculaire overload rondom het gewricht of de oefening is technisch niet meer uitvoerbaar (1 correctie is toegestaan)
4-6 series
hh 3 tot 40 herhalingen
pauze 10-30 seconden
Benoem de fases van fysiologisch herstelproces van bindweefsel. het zijn er 3
- onstekingsfase
- prolifiratiefase
- remodelleringsfase
Wat gebeurt er tijdens de onstekingsfase bij de pezen en & ligamenten
Hemostase (bloedstelping)
onstekingsmediatoren komen vrij:
bradykinie, histamine, prostaglandine, substance P
invasie macrofagen en leukocyten
Wat gebeurt er tijdens de onstekingsfase het bot?
onstaan van bloedstolling, onstaan van granulatieweefsel
Hoelang duur de onstekingsfase?
2-5 dagen
Hoelang duurt de proliferatiefase bij pezen/ligamenten?
3 weken
hoelang duurt de proliferatie fase bij bot?
6 weken
hoelang duur de remodelleringfase bij pezen/ligamenten?
2-4 maanden
Hoelang duurt de remodelleringsfase bij bot?
maanden tot jaren
Prognotische factoren als invloed op de herstel tijd zijn? (lokaal)
type, grootte, plaats infectie vaatvoorziening (doorbloeding) Medicatie Beweging
Prognotische factoren als invloed op de herstel tijd zijn? (systematisch)
Hormonen
voeding
circulatie
Benoemd de 5 kenmerken een wond
rubor calor dolor tumor functio laesa
Kenmerk van het zitten in de onstekingsfase is?
pijn in rust
kenmerk van het zitten in de proliferatiefase
geen pijn in rust, alleen tijdens belasting
remoderleringsfase kenmerk?
geen pijn
na hoeveel dagen zit je in de vroeg redemodeleringsfase
11 dagen
Wat is het verschil tussen A-delta vezel en C vezel bij pijn?
a is snel, lokaliseerbaar en unimodaal
c is langzaam, dufuus, polymodaal, langzame pijn (zeurderig)
Benoem de drie stadia van Fitts & posner
Cognitieve fase
associatieve fase
autonome fase
Benoem de kenmerken bij het leerproces van fitss en posner (cognitieve fase)
Hierin ligt de nadruk op instructie en het aanleren van de grove versie van de beweging
veel voordoen en nadoen. Ervaring Patiënt
veel fouten
adequate feedback van belang: gericht opuitvoering
trail en error
geen vermoeidheid
Benoem de kenmerken bij het leerproces associatieve fase
Hierin ligt de nadruk op de verdere verfijning van de beweging, met name uitproberen en oefenen
procedureel leren (procesmatig steeds beter worden)
PT kan eigen fouten op sporen en benomen
variatie in oefenstof
naast feedback op uitvoering nu ook feedback op resultaat
Benoem de kenmerken bij het leerproces autonome fase
De beweging gaat steeds minder bewust en de aandacht wordt dus besteeds aan andere bijvoorbeeld tactische aspecten van de sport
verbetering, timing, snelheid, dubbeltaken
Een fysiotherapeutische diagnose bestaat uit?
Leeftijd + contactreden patient (hulpvraag)
Gezondheidsprobleem qua aard en prognose:
medische factoren
externe factoren
persoonlijke factoren
tijdslijn beloop (fase van bindweefsel herstel)
prognose
Benoem de voordelen van een fysiotherapeutische diagnose
- communicatie middel, tussen specialisten
- ten behoeve van effect onderzoek fysiotherapie
- basis voor indicatie, gezondheidsprobleem, behandelplan
Benoem de 5 trainings wetten binnen de trainingsleer
- Supercompensatie
- Overload
- Verminderde meeropbrengst
- Duurzaamheid
- Specificiteit
Wat wordt er bedoelt met het principe overload?
de trainingen worden steeds zwaarder en langer dat het oorspronkelijke uitgangsniveau. dit wordt uitgedrukt in omvang en intensiteit.
Wat wordt er bedoelt met verminderde meeropbrengst
in kortetijd zal je flink wat vooruitgang maken, in verloop van tijd zal de verminderde meeropbrengst afzwakken.
Wat wordt er bedoelt met Duurzaamheid binnen de trainingsleer?
Prestatieverbetering dit tot stand komt na een lange periode van training. Na training is onderhoud nodig -> reversibiliteit
Wat wordt er bedoelt met specificiteit binnen de trainingsleer?
De oefentherapie is gericht op een ADL vaardigheid of sportgerealeerd. ook in de omgeving!
Benoem de opbouw van kracht training (piramide)
- lage weerstand, veel herhalingen (Krachtuithoudingvermogen)
- weerstand omhoog, aantal herhalingen minder (hypertrofie)
- Weerstand neemt af, bewegingsnelheid neemt toe (snelkracht, explosief, plyometrie)
- Sportspecifiek, hiervoor moet je alle krachtvormen doorlopen
Wat is plyometrie?
een max excentrische contractie gevolgd door een max concentrische contractie (kikkersprong)
Via welk diagram kan je een submaximaal test berekenen?
holtendiagram
Wat zijn de trainings parameters van krachtuithoudingsvermogen?
3-6 series
20-40 hh
30 sec - 1 min rust
2-0-2 Bewegingsnelheid
Wat is de trainings parameters voor hypertrofie?
3-6 series
6-12 hh
Max 1 min rust
1-0-1 bewegingsnelheid
Wat is de trainings parameters voor Submaximaal?
2-4x
3-6 hh
Min. 2 min
volledig herstel fosfaatpool 3-5 min
1-0-1 of 1-0-2 bewegingssnelheid
wat is de training parameter voor snelkracht?
3-4x
8-10x in 8-10 sec
min 2 min.
3-5 min
2-0-1
Wat zijn de trainings parameters voor explosievekracht?
3-4x
6-12 hh
min 2 min
3-5 min
max aantaal herhalingen binnen 8-10 geen vast moment
Wat zijn de trainings parameters voor plyometrietraining?
3-4x
6-12 hh
min 2 min
3-5 min
2-0-1
wat zijn de trainingsparameters voor Sport specifieke kracht?
specifieke training zelfde als voorgaande hh en rust momenten nu met een functioneel specifiek moment
Welke fase heb je in de trainingsleer en welk soort kracht gebruik je daar?
acute fase: techniek/uithoudingsvermogen
basis fase: hypertrofie –> kan tot de laatste fase
vermogensfase: explosieve kracht + snelheid
return to play: plyometrie, sport specifiek
Smart behandeldoelen moeten aan 3 criteria voldoen welke?
Einddoel: Op participatieniveau, hulpvraag
Activiteit: ADL vaardigheid of transfer of sport en hobby
Functies: ter preventie van, herstellen, opheffen van houdingsstoornis
Waar staat SMART voor?
Specifiek Meetbaar Acceptabel Realistisch Tijdgebonden
Stel de volgorde van behandeldoelen op, van 1 tot 5
- inzicht in klacht en belang van actief oefenen
- treat the joint first (arthorgene en myogene mobiliteit)
- Stabiliteit
- Kracht
- UHV & Snelheid
Heeft de patient in de vroege remodelingerinsfase na 11 dagen nog pijn bij het belasten?
Ja, alleen bij de late remodeleringsfase niet
Welke factoren hebben invloed op de te nemen stappen binnen de krachtsopbouw?
Doelstelling/functie traininge
getraindheid van de patient
belastbaarheid van de patient
Niet Afhankelijk van parameters
Wanneer kan gestart worden met de opbouw van kracht binnen het fysiologische herstelproces?
11 dagen, de vroege remodellingsfase
Benoem de drie demenies van het bio-pyschosociaal model?
Biologisch
Pyschologisch
Sociaal
Binnen het bio-pyschosociaal model wat word er met biologisch bedoelt?
alle anatomische structuren & stoornissen mechanisch
Binnen het bio-pyschosociaal model wat word er met pyschologisch dementie bedoeld?
het innelijk en het gedrag van een persoon
Binnen het bio-pyschosociaal model wat word er met Sociaal dementie bedoeld?
omgevingsfactoren, externe factoren (sociaal gezien)
Over welke twee factoren spreken we in relatie tot artrose?
Systematische factoren & Biomechanische factoren
Noem 5 systematische factoren bij artrose
leeftijd geslacht ras genetische aanleg gegeneraliseerde artrose
Biomechanische factoren bij artrose worden onderverdeeld in twee groepen, welke?
intrinsieke factoren –> beinvloeden gewrichtsbelastbaarheid
extrinsieke factoren –> beinvloeden gewrichtbelasting
Benoem de 4 extrinsieke biomechanische factoren bij artrose
Overgewicht
zwaarberoep
sport
zitten in hurkhouding
Benoem de 4 extrinsieke biomechanische factoren bij artrose
Overgewicht
zwaarberoep
sport
zitten in hurkhouding
benoem 4 intrinsieke biomechanische factoren bij artrose
trauma in het verleden congenitaal operatie, menisectomnie spierzwakte laxiteit