Fictie en Gedicht Flashcards
Fictieteksten (Hoofdgenres)
proza, poëzie, toneel
proza
- Bij proza gebruikt de schrijver de volle breedte van het papier.
- De tekst is verdeeld in alinea’s en hoofdstukken.
poëzie
- Bij poëzie (gedichten en liedjes) wordt maar een deel van blz gebruikt.
- Er is veel wit op het pagina.
- De regels worden niet volgeschreven
- Soms is tekst verdeeld in strofen
toneel
- gespeelde tekst in theater of schouwburg
- Je kunt een toneeltekst lezen maar is bedoeld om op te spelen
genres proza
roman, novelle, verhaal
roman
-omvangrijke tekst
-meer dan 100 blz
-verschillende personages
-meer dan 1 verhaallijn
Novelle
- Minder dan 100 blz
- weinig personages
- maar 1 verhaallijn
Verhaal
- Beknopte vertelling
-nadruk op 1 gebeurtenis
Genres Toneel
tragedie en komedie
subgenres
bij proza bijv: sprookjes, oorlogromans enz
bij poëzie bijv: ode, lied, limerick enz
bij toneel bijv: musical, opera enz
Chronologische volgorde
Als de gebeurtenissen in een verhaal gelijk na elkaar worden verteld (zoals het werkelijkheid)
niet-chronologische volgorde
als de gebeurtenissen helemaal door elkaar zijn gegooid. Bijv. gebeurt er iets in het verhaal in het heden en dan gaat het ineens naar de toekomst
Terugblik/flashback
Het verhaal wordt onderbroken om terug te gaan naar een vroegere tijd.
terugverwijzing
de personage denkt terug aan iets wat eerder is gebeurd en zegt iets daarvoor.
Bijv.
Ik zit in de les. Vanochtend had ik een broodje gehaald.
Hoofdpersoon synoniemen
-round character
-karakter
Hoofdpersoon
- Meest uigewerkte persoon
- Meestal karakterontwikkeling
- Willen altijd een doel bereiken
Bijfiguur synoniemen
-types
-flat character
Bijfiguur
- Je komt nauwelijks iets over hun te weten
- Geen karakterontwikkeling
Medespeler
- spelen een rol in de gebeurtenissen
- Hebben meestal een doel (tegenstander of helper)