Feitelijk Argumentatie Flashcards

1
Q

P (argument pro)

A

Argumenten voor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

C argument contra

A

Argumenten tegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

A aanname

A

De aanname, je neemt aan dat er een verband is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

F feit

A

Dat verband tussen th en p of c moet feitelijk zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

N netwerk van kennis

A

Het netwerk van kennis onderzoekt wat de feiten zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

These (th)

A

De stelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly