Feed the Future Flashcards

1
Q

Stelling: De bevolkingsgroei in de wereld neemt toe

A

fout: de wereldbevolking zelf neemt nog fors toe, maar de aangroei niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Stelling: de wereld zal 10 miljard inwoners tellen in 2100

A

fout: Het is onmogelijk om een exacte voorspelling te doen voor 2100, omdat we niet alle factoren kunnen voorspellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

stelling: de honger in de wereld is een gevolg van voedselschaarste

A

fout: Van voedselschaarste op wereldschaal is eigenlijk geen sprake: de wereld kan nu al 10 miljard mensen voeden.

-> Echte oorzaken v honger zijn armoede en ongelijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

stelling: ondervoeding wordt een steeds groter probleem in de wereld

A

fout: Het percentage ondervoeden is tussen 2000 en 2015 afgenomen.
-> Het aantal ondervoeden blijft sinds 2010 constant, maar is tussen 2000 en 2010 afgenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

stelling: bevolkingsgroei is de belangrijkste oorzaak vd stijgende vraag naar voedsel

A

fout: De voedselvraag zal vooral stijgen door de welvaartsgroei en verstedelijking in lage-inkomenslanden -> verandering v eetgewoonten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

stelling: in Europa wordt bijna 300kg voedsel per inwoner per jaar verspild

A

juist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke soorten ondervoeding zijn er?

A
  • tekort aan energie/eiwitten
  • tekort aan voedingsstoffen (vitamines)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zijn de gevolgen van ondervoeding op kinderen?

A

chronische ondervoeding:
- vertraagde lichaamsgroei
- beperkte cognitieve ontwikkeling
- groter risico op infecties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe beïnvloedt de bevolkingsevolutie de voedselzekerheid in Oeganda?

A

bevolking groeit heel snel -> vraag voedsel neemt toe.

  • Stroom vluchtelingen uit Z-Soedan doet die vraag ook toenemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

waarom zijn er zoveel ondervoede boeren in Oeganda?

A

landbouwmethodes zijn primitief -> te lage lonen om gevarieerd voedsel te kopen (te lage investering vd overheid).

Klimaatverandering -> extreme weersomstandigheden -> slechte oogsten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe is de voedselzekerheid positief beïnvloed in Ecuador?

A

economische groei -> investering infrastructuur -> minder armoede

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welke problemen zijn er nog in Ecuador?

A

natuurrampen -> voedselzekerheid in gevaar

klimaatveranderingen -> droogte, hitte, regens, afsmelten gletsjers -> watertekorten in landbouw (oplossing landbouw minder afhankelijk maken)

vluchtelingen van voldoende voeding voorzien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

welke factoren hebben Yemen negatief beïnvloed?

A

oorlog:
- lagere voedselproductie -> voedselprijzen stijgen -> afhankelijk voedselimport
- bemoeilijking voedselimport
- werkloosheid -> geen geld voor voedsel
klimaatverandering: droogtes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is het stappenplan om de wereld duurzamer te voeden?

A
  • huidige landbouwoppervlakte behouden
  • grotere oogst op huidige oppervlakte
  • hulpbronnen efficiënter inzetten
  • eetgewoonten veranderen
  • verspilling beperken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

waarom moeten we onze eetgewoonten veranderen?

A

minder vleesconsumptie/persoon -> minder slachtdieren nodig -> minder veevoeder nodig -> meer landbouwoppervlakte voor mensenvoeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

waarom moeten we verspilling beperken?

A

zodat meer voedsel kan aangewend worden voor consumptie

17
Q

hoe moeten we hulpbronnen efficiënter inzetten?

A

beperken van watertekorten en milieuverstoring (insecticiden, pesticiden, etc)

18
Q

wat zijn de voordelen van ggo’s?

A
  • Voedsel kan gezonder gemaakt worden door genetische manipulatie
  • Het uitzicht v gewassen verbeteren
  • Resistent maken tegen droogte -> minder waterverbruik
  • Zorgen voor hogere rendementen
19
Q

wat zijn de nadelen van ggo’s?

A
  • Grote broeikasuitstoot
  • Veel nood aan externe grondstoffen
  • Mogelijke besmetting v traditionele gewassen op naburige velden
  • Grotere winst bij ondernemingen, geen hogere inkomens voor kleinschalige boeren in ontwikkelingslanden (honger niet opgelost)
20
Q

welke factoren beïnvloeden voedselzekerheid?

A
  • bevolkingsevolutie
  • politieke situatie
  • landbouwmethodes
  • overheid
  • economische situatie
  • klimaatverandering
21
Q

‘klimaatvluchtelingen’

A

bestaan officieel niet: niet erkend in het vluchtelingenverdrag vd VN

22
Q

welke gebieden zullen vooral ‘klimaatvluchtelingen’ produceren?

A

kustgebieden: zeespiegelstijging
randen v woestijnen: verwoestijning
(sub)tropen: hevigere orkanen
poolgebieden: smelten permafrost

23
Q

beschrijf acro-ecologie

A

duurzaam + grote variatie aan teelten -> beperkt bodemdegradatie + recycleert voedingsstoffen

boer en gezin eten gevarieerder, overschotten worden verkocht -> hoger inkomen

bij ziekte gaat slechts een deel vd oogst verloren