Familie P-R Flashcards

1
Q

Geen commentaar

A

Grote weegbree
C - Planten van voedselrijke plaatsen met wisselende waterstand of anderszins sterk fluctuerende milieuomstandigheden (inclusief tredplanten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geen commentaar

A

Smalle weegbree
F - Planten van graslanden op matig, voedselrijke tot voedselrijke, vochtige tot natte grond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

max 1,2m, langwerpig blad met gevouwen spitse punt, kleine haartjes, knopen in stengel, bloeiwijze aar met witte geveerde stempels, blad ziet eruit alsof het stengel omhelst, ziet eruit als babyriet

A

Kweek
B - Planten van droge ruigten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

stijve aar, spil zigzagt, als je eraan trekt gaan aartjes uit elkaar staan, knopen in stengel, langwerpig blad met punt (niet gevouwen), gladde stengel,

A

Engels raaigras
C - Planten van voedselrijke plaatsen met wisselende waterstand of anderszins sterk fluctuerende milieuomstandigheden (inclusief tredplanten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

paarsachtig bloem, lange halm met lijnvormig blad, pluimvormige bloeiwijze,

A

Riet
E - Planten van voedselrijke waterkanten, moerassen, natte ruigten, aanspoelgordels en rivierbegeleidende wilgenstruwelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

mag 90cm, zacht en behaard, rood streepje (pyjama) onderin en boven knopen in steel, tongetje bij blad, pluimbloei

A

Gestreepte witbol
F - Planten van graslanden op matig, voedselrijke tot voedselrijke, vochtige tot natte grond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

paar lange haren bij overgang bladschede naar bladschijf, verder kaal, knopen alleen net boven wortel te vinden, blauwpaars op de aartjes

A

Pijpenstrootje
J - Planten van heiden vennen en schraallanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

open pluim met aartjes, as van pluim slingerend

A

Bochtige smele
N - Bosplanten tamelijk tot zeer voedselarme, kalkarme bodems

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

max 1,5m hoog, geribde rode stengel, langwerpig hartvormig blad, bloeiwijze pluim/kluwen,

A

Ridderzuring
B - Planten van droge ruigten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

geribbelde behaarde stengel geeft weerstand bij draaien tussen vingers

A

Kruipende boterbloem
C - Planten van voedselrijke plaatsen met wisselende waterstand of anderszins sterk fluctuerende milieuomstandigheden (inclusief tredplanten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

ronde rechtopstaande holle steel met haar er tegenaan, bovenin glad, blad diep ingesnelden, zijscheuten van oksel,

A

Scherpe boterbloem
F - Planten van graslanden op matig, voedselrijke tot voedselrijke, vochtige tot natte grond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly