f leeren Flashcards
le magasin
de winkel
la copine
de vriendin
la boulangerie
de bakkerij
le copain
de vriend
le croissant
de croissant
la baguette
het stokbrood
le fromage
de kaas
le sac
de tas
nouveau, nouvelle
nieuw
souvent
vaak
acheter
kopen
demander
vragen
faire les coureses
bood schappen doen
j’ai faim
ik heb honger
j’ai soif
ik heb dorst
parce que
omdat
trente
dertig
quarante
veertig
cinquante
vijftig
soixante
zestig
Sorry, ik zoek de bakkerij.
Pardon, je cherche la boulangerie.
Het is daar.
C’est là-bas.
Ik wil graag twee croissantjes.
Je voudrais deux croissants.
Ja, alstublieft.
Oui, voilà.
Heeft u een stokbrood?
Vous avez une baquette?
Hoeveel kost dat?
Ça coute combien?
Dat kost 5 euro 50.
Ça coute cinq euros cinquante.
Ik begrijp het niet.
Je ne comprends pas.
de winkel
le magasin
de vriendin
la copine
de bakkerij
la boulangerie
de vriend
le copain
de croissant
le croissant
het stokbrood
la baguette
de kaas
le fromage
de tas
le sac
nieuw
nouveau, nouvelle
vaak
souvent
kopen
acheter
vragen
demander
bood schappen doen
faire les coureses
ik heb honger
j’ai faim
ik heb dorst
j’ai soif
omdat
parce que
dertig
trente
veertig
quarante
vijftig
cinquante
zestig
soixante
Pardon, je cherche la boulangerie.
Sorry, ik zoek de bakkerij.
C’est là-bas.
Het is daar.
Je voudrais deux croissants.
Ik wil graag twee croissantjes.
Oui, voilà.
Ja, alstublieft.
Vous avez une baquette?
Heeft u een stokbrood?
Ça coute combien?
Hoeveel kost dat?
Ça coute cinq euros cinquante.
Dat kost 5 euro 50.
Je ne comprends pas.
Ik begrijp het niet.