extra woordenschat Wonen Flashcards
le logement
de woning, de huisvesting
un appartement
een appartement
un bungalow
een bungalow
un chalet
een chalet
un duplex
een duplexwoning
un gratte-ciel
een wolkenkrabber
un imeuble
een appartementsgebouw, een flatgebouw
un studio
een studio
une ferme
een boerderij
une maison
een huis
une tour
een woontoren, torenflat
une villa
een villa
une maison de plain-pied
een bungalow
un domaine / une propriété
een landgoed
un pavillon (familial)
een eengezinswoning
une habitation à loyer modéré
een goedkope huurflat
une habitation ouvrière
een arbeiderswoning
une maison isolée
een vrijstaand huis
une maison jumelée
een halfvrijstaand huis
une maison mitoyenne
een rijhuis
une studette
een studiootje
construire
bouwen
l’intérieur
de binnenkant
l’extérieur
de buitenkant