EXAMEN Flashcards

Vr 1-8, Za 8-16, Zo 16-25, Ma 25-33, Di 33-41, Wo 41-50, Do 50-58, Vr 58-66, Za 66-75, Zo 75-83, Ma 83-91, Di 91-100

1
Q

Wat was het beroep van Maarten Luther?

A

monnik in Augustijnenklooster, Erfurt, Duitsland
hoe eeuwig leven verwerven
torenkamertje (Turm-erlebnis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Van wanneer tot wanneer leefde Maarten Luther?

A

1483-1546

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat deed Maarten Luther?

A

professor aan universiteit Wittenberg
Bijbelstudie
botst met Rome
95 stelling tegen aflatenhandel in 1517

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe eindigt het met Maarten Luther?

A

kerkban in 1521
steun van Duitse vorsten (ook in conflict met Rome)
bijbelvertaling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe kom ik in de hemel?

A

SOLA FIDES: alleen door geloof, niet door goede daden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe kom ik tot geloof?

A

SOLA GRATIA: alleen door genade van God, geen vrije wil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat moet ik geloven?

A

SOLA SCRIPTURA:
alleen de Bijbel, niet de kerkelijke traditie (bv. sacramenten, celibaat, latijnse liturgie, heiligenverering, kloosterwezen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Van wanneer tot wanneer leefde Jan Calvijn?

A

1509-1564

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe leefde Calvijn?

A

Franse priester
brak met Rooms-Katholieke kerk in 1535
Bijbelstudie in Genève (Zwitserland)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de leer van Calvijn?

A

Sola-leer + absolute soevereiniteit (macht) van God = predestinatieleer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is predestinatie?

A

voorbestemming: God bepaalt wie in hemel komt, onafhankelijk van persoonlijke verdienste

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Van welk jaar tot welk naar vergaderde het Concilie van Trente?

A

1545-1563

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Tot welke geloofspunten kwam het Concilie van Trente?

A
  • Bijbel + Traditie = kerkelijke bronnen
  • heiligenverering als middel om dichter bij God te komen
  • 7 sacramenten
  • Latijnse liturgie
  • Catechismus (samenvatting kerkelijke leer)
  • index verboden boeken om leer zuiver te houden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat deed het Concilie van Trente met de structuur en organisatie?

A
  • meer bisdommen: kleiner + efficiënter
  • seminarie in elk bisdom (priesteropleiding)
  • bisschoppen en dekens bezoeken regelmatig alle parochies
  • celibaat voor priesters
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom leidde de contrareformatie tot een nieuwe bloei?

A
  • gelovigen opnieuw gemotiveerd en sterk
  • veel bisschoppen verspreiden conciliebesluiten
  • nieuwe kloosterorden: Kapucijnen (armoede) en Jezuïtenorde (gehoorzaam aan paus)
  • barok
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat was het probleem in Frankrijk voor de 13de eeuw?

A

er was een feodale verbrokkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe losten de Franse koningen de feodale verbrokkeling op?

A

ze dwongen vele vazallen vanaf de 13de eeuw om hun bezittingen bij het kroondomein toe te voegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Waarom was de graaf van Vlaanderen een van de taaiste Franse vazallen?

A
  • de Franse koning was er in 1302 niet in geslaagd Vlaanderen bij het kroondomein toe te voegen
  • de macht van de Vlaamse graaf was wel gebroken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Met wie huwde Filips de Stoute, hertog van Bourgondië?

A

met Margareta, de enige dochter van Lodewijk van Male, graaf van Vlaanderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wanneer stierf Lodewijk van Male?

A

in 1384

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat gebeurde er na de dood van Lodewijk van Male?

A

Filips de Stoute erfde de vorstendommen:
- Vlaanderen
- Artesië
- Franche Compté

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wie waren de nakomelingen van Filips de Stoute en wat deden ze?

A

Jan zonder Vrees
Filips de Goede (1467)
breiden hun bezittingen uit door:
- erfenis
- verovering
- aankoop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wanneer bestuurden de hertogen van Bourgondië bijna het hele grondgebied van het huidige België en Nederland?

A

tegen het midden van de 15de eeuw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Hoe probeerden de Bourgondische vorsten meer politieke eenheid te brengen in hun landen?

A
  • centrale rekenkamer voor boekhouding in Rijsel
  • centrale rechtbank (Grote Raad in Mechelen)
  • statengeneraal = standenvergadering voor alle Bourgondische landen samen in Brussel
  • economische successen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wie was de zoon van Filips de Goede?

A

Karel de Stoute

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat doet Karel de Stoute?

A

probeert Lotharingen te veroveren om Nederlanden met Franse en Duitse gebieden te verbinden: strijd te Nancy (1477)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wie was de dochter van Karel de Stoute?

A

Maria van Bourgondië

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Met wie trouwde Maria van Bourgondië en wanneer?

A

keizer van HRR, Maximiliaan I van Oostenrijk (1519) + vorst van Oostenrijk / Habsburg
huwelijk in 1477

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Wat is Habsburg?

A

de naam van een vorstenhuis / dynastie dat eeuwenlang regeerde over Oostenrijk en van de 15de - 19de eeuw bijna alle keizers leverde van het HRR

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Wat is de afkomst van Karel V?

A

Maximiliaan van Oostenrijk x Maria van Bourgondië => Filips I de Schone
Ferdinand van Aragon x Isabella van Castilië => Johanna de Waanzinnige
Filips I de Schone x Johanna de Waanzinnige => Karel V + Ferdinand I

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Van wanneer tot wanneer regeerde Karel V?

A

1519 - 1556

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Welke landen erfde Karel V van Maria van Bourgondië?

A

Nederlanden, Franche-Comté

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Welke landen erfde Karel V van Maximiliaan van Oostenrijk?

A

Oostenrijk(, Bohemen, Hongarije)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Welke landen erfde Karel V van Ferdinand van Aragon?

A

Aragon, Sardinië, Sicilië, Napels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Welke landen erfde Karel V van Isabella van Castilië?

A

Castilië, kolonies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Hoe werd Karel V ook vorst van de Nederlanden?

A

door erfenis en verovering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Waarom waren de Nederlanden geen politieke eenheid?

A

ze bestonden uit Zeventien Provinciën
bv. Vlaanderen, Brabant, Holland…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Hoe haalde Karel V Vlaanderen en Artesië los uit het Franse leenverband?

A

Na een militaire overwinning tegen Frankrijk in 1529

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Wanneer koppelde Karel V andere provincies los uit het HRR?

A

1548

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Wanneer zet Karel V de kroon op het eenmakingwerk en hoe?

A

Hij verklaart in 1549 de Nederlanden één en ondeelbaar met hetzelfde opvolgingsrecht in alle provincies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Wat waren de sterktes en zwaktes in het imperium van Karel V?

A

(+) een wereldrijk met veel inkomsten
(-) zeer verspreid, moeilijk verdedigbaar, veel vijanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Wat waren de sterktes en zwaktes in het bestuur van Karel V?

A

(+) werkt met centrale instellingen
(-) tegenstand van de lokale adel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Wat waren de sterktes en zwaktes in de godsdienstpolitiek van Karel V?

A

(+) verdedigt met geweld de eenheid van de katholieke kerk
(-) verzet van de protestanten in Duitsland en de Nederlanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Wat waren de sterktes en zwaktes in keizerstitel van Karel V?

A

(+) prestige
(-) verzet van de Duitse vorsten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

Wanneer doet Karel V troonafstand en wat doet hij?

A

in 1556
hij verdeelt zijn imperium onder zijn zoon Filips en zijn broer Ferdinand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

Wat krijgt Filips II van land?

A
  • Spanje en kolonies in Amerika
  • Sardinië, Sicilië, Napels
  • Nederlanden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

Wie zijn de nakomelingen van Filips II?

A

Spaanse Habsburgers tot 1700

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

Wat krijgt Ferdinand?

A
  • keizerstitel
  • Oostenrijk, Bohemen en Hongarije
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
49
Q

Wie zijn de nakomelingen van Ferdinand?

A

Oostenrijkse Habsburgers tot 1918

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
50
Q

Tegen wie voert FIlips II oorlog en waarom?

A
  • Turken (Middellandse Zee)
  • Engeland (rivale Elizabeth I)
  • Frankrijk (macht van protestanten breken)
  • Italië, Portugal, Amerika, Nederlanden, …
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
51
Q

Wat was de handtekening van Filips II?

A

“Yo el Rey”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
52
Q

Hoe zet Filips II de godsdienstpolitiek van zijn vader verder?

A
  • hij eist een strenge uitvoering van de plakkaten (Wetten tegen protestanten)
  • zonder inspraak van adel
  • vanuit Spanje
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
53
Q

Wat zijn de bloedplakkaten?

A
  • uit de tijd van Karel V
  • verbiedt elke uiting van protestantisme
  • straft met doodstraf
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
54
Q

Wie laat Filips II zich vertegenwoordigen in de Nederlanden?

A

zijn halfzus Margaretha van Parma, en landvoogdes in Brussel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
55
Q

Hoe verzet de adel zich tegen Filips II?

A

ze zien hun macht afnemen
ze willen:
- meer inspraak
- einde aan godsdienstvervolging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
56
Q

Wie was Willem van Oranje?

A
  • leider van adel in Nederlanden
  • ook: Willem de Zwijger, Willem v. Nassau
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
57
Q

Waarom verzet het gewone volk zich tegen Filips II?

A

ze zijn slachtoffer van
- economische crisis
- godsdienstvervolging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
58
Q

Wat is de Beeldenstorm?

A

conflict in 1566
- kloosters en kerken worden bestormd door protestanten
- Margaretha van Parma geeft toe aan eisen van adel en stopt godsdienstvervolging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
59
Q

Wat doet Filips II, nadat de godsdienstvervolging is gestopt?

A

hij stuurt Alva, een Spaanse Ijzeren hertog, om de schuldigen van de opstand zwaar te straffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
60
Q

Wat doet Alva?

A
  • wordt landvoogd (i.p.v. Margaretha van Parma)
  • richt Raad van Beroerten op (speciale strafrechtbank)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
61
Q

Wat is en doet de Raad van Beroerten?

A

= Bloedraad (in volksmond)
- doel om alle opstandelingen te straffen
- bekendste slachtoffers: graven Egmond en Hoorne
- ong. 1000 mensen krijgen doodstraf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
62
Q

Wat doet Willem van Oranje, nadat Alva in de Nederlanden kwam?

A

hij vlucht naar Duitsland en ontpopt zich tot de leider van de opstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
63
Q

Wat doet Willem van Oranje in Duitsland?

A
  • hij verzamelt een huurlingenleger om de Nederlanden binnen te vallen
  • wordt verslagen door Spaanse leger
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
64
Q

Wie waren de watergeuzen en wat deden ze?

A
  • medestanders van Oranje
  • veroveren toevallig Den Briel in Holland
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
65
Q

Wat is gebeurt er nadat Den Briel is veroverd door watergeuzen?

A

een groot aantal steden in Holland en Zeeland kiezen de kant van Willem van Oranje en gaan weg van Alva

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
66
Q

Hoe wreken de Spanjaarden zich op de bevolking van Antwerpen?

A

Spaanse furie (1576) zorgt voor 7000 burgerdoden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
67
Q

Wat is de Pacificatie van Gent?

A

een gezamenlijk besluit om de godsdienstvrijheid te bewaren, de kant van Oranje te kiezen, zich te verzetten tegen Filips II en Alva
- door leiders van 17 provinciën
- 1576

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
68
Q

Wat doet Filips II na de Pacificatie van Gent?

A
  • hij vervangt Alva door Alexander Farnese (zoon van Margaretha van Parma)
  • Farnese probeert katholieken tegen protestanten op te zetten
  • Farnese herovert het grootste deel van Vlaanderen en zuiden van Brabant + Antwerpen (1585)
  • door geldnood en Armada (1588) moet Filips II stoppen met veroveren en wordt de grens ongewild een staatsgrens
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
69
Q

Wie was Alexander van Farnese?

A
  • bekwaam diplomaat (= onderhandelaar)
  • bekwaam militair
70
Q

Waarom was er nog veel onvrede over godsdienstzaken in Nederlanden, na de Tachtigjarige Oorlog?

A
  • in noorden (Oranje) voelen katholieken zich gediscrimineerd
  • in zuiden voelen protestanten zich niet op hun gemak (wordt veroverd door Filips II) -> Unie van Atrecht
  • noorden wordt Unie van Utrecht
71
Q

Wanneer roept het noorden van de Nederlanden de onafhankelijkheid uit en hoe noemen ze zich?

A
  • in 1588
  • Republiek der Verenigde Nederlanden / Verenigde Provinciën
72
Q

In welk lied roept het noorden van de Nederlanden de onafhankelijkheid uit?

A

“Wilhelmus” = Nederlandse nationale hymne

73
Q

Wat gebeurt er uiteindelijk met de Zuidelijke Nederlanden?

A

= Spaanse Nederlanden = België
blijft onder Spaans gezag tot 1700 (dood van Karel II)
daarna Oostenrijkse Habsburgers (Oostenrijkse Nederlanden)

74
Q

Wanneer eindigt de 80-jarige oorlog?

A

1648

75
Q

Wat gebeurt er uiteindelijk met de Noordelijke Nederlanden?

A

= Holland = Republiek
wordt rijke en machtige republiek

76
Q

Hoe noemt het als Filips II de uitvoering van de plakkaten doet zonder inspraak van de lokale adel?

A

centralisatie

77
Q

Wat waren de vier pijlers van het absolutisme in Frankrijk?

A
  • leger
  • kerk
  • ambtenarenapparaat
  • mercantilistische economie
78
Q

Verklaar waarom het leger een van de vier pijlers van het absolutisme in Frankrijk is

A
  • werd drastisch uitgebreid (40 000 -> 200 000 man)
  • opdrachten in binnenland (orde + controle)
  • opdrachten in buitenland (oorlog om Rijn natuurlijke grens te maken, tegen Verenigde Provinciën en Spanje)
  • Spaanse successieoorlog na dood van Karel II (1700-1714), resultaat: Spaanse Nederlanden gingen naar Oostenrijk + graafschap Vlaanderen wordt geamputeerd
79
Q

Verklaar waarom de kerk een van de vier pijlers van het absolutisme in Frankrijk is

A
  • koning benoemde zelf bisschoppen -> kerk werd trouwe verdedigster van koninklijk gezag
  • koning ruimde laatste bolwerken van protestantisme op (un roi, une loi, une foi)
80
Q

Verklaar waarom het ambtenarenapparaat een van de vier pijlers van het absolutisme in Frankrijk is

A
  • koning wantrouwde adel en koos ambtenaren uit burgerij
  • koning werkte met kleine groep van trouwe ministers (bv. Jean-Baptiste Colbert = financiën, markies van Louvois = oorlog)
  • koning stuurde intendanten (l’oeil du roi dans la province) naar de provincies
  • hun ultieme machtsmiddel was ‘lettre de cachet’ (koning kan iedereen zonder proces opsluiten)
81
Q

Verklaar waarom het mercantilistische economie een van de vier pijlers van het absolutisme in Frankrijk is

A
  • doel = positieve handelsbalans (export > import)
  • om veel te exporteren moet men zo goedkoop mogelijk kunnen produceren
82
Q

Wat is mercantilisme?

A

een economische politiek waarmee Lodewijk XIV de Franse staatskas wil verrijken

83
Q

Welke maatregelen worden genomen voor een positieve handelsbalans?

A

tolmuren en douaneheffingen moeten de import en de export regelen:
- import van afgewerkte producten afremmen
- export van afgewerkte producten stimuleren
- export van grondstoffen afremmen
- import van grondstoffen: afhankelijk van eigen bezit

84
Q

Hoe kan er zo goedkoop mogelijk worden geproduceerd?

A
  • Lage lonen
    • Lage kosten
    • Lage voedselprijzen
    • Maximum graanprijs
    • Landbouw (90% van de bevolking werkt hierin)
  • Kolonies
    • Goedkope grondstoffen
  • Infrastructuurwerken
    • Wegen
    • Kanalen (bv. Canal du Midi)
  • Export bevordering door hoge kwaliteit
    • “Manufactures du roi” (koninklijke werkhuizen)
      • Luxe producten voor export
      • Voorbeelden:
        • Porselein (Limoges)
        • Wandtapijten (Gobelin)
85
Q

In welk eeuw was de Tudor-dynastie?

A

16de eeuw

86
Q

Wanneer regeerde Hendrik VII?

A

1485 - 1509

87
Q

Wanneer regeerde Hendrik VIII?

A

1509 - 1547

88
Q

Wanneer regeerde Elisabeth I?

A

1558 - 1603

89
Q

Door welke maatregelen probeerden de Tudors hun gezag uit te breiden?

A
  • eigen koninklijke rechtbanken
  • eigen Anglicaanse staatskerk
  • censuur en repressie
90
Q

Welke elementen maakten het de verschillende Tudor-vorsten moeilijk om het absolutisme te vestigen?

A
  • Magna Charta (1215)
  • Het parlement behoudt het recht om: belastingen uit te voeren + troepen te lichten
  • Het gewoonterecht
91
Q

In welk eeuw was de Stuarts?

A

17de eeuw

92
Q

Wanneer regeerde Jacob I?

A

1603-1625

93
Q

Wanneer regeerde Karel I?

A

1625-1649

94
Q

Wanneer regeerde Karel II?

A

1660-1685

95
Q

Wanneer regeerde Jacob II?

A

1685-1688

96
Q

Wat deed Jacob I?

A
  • waardeerde het vorstelijk gezag + kwam vaak in botsing met Parlement
  • het bleef bij woorden
97
Q

Wat deed Karel I?

A
  • burgeroorlog tussen vorst en parlement
  • koninklijk leger werd verslagen door Parlementaire leger olv Sir Oliver Cromwell in 1649
  • Karel werd gearresteerd en openbaar onthoofd
98
Q

Wat deed Cromwell?

A
  • vestigde republiek met dictatoriaal trekje
  • na zijn dood monarchie hersteld
99
Q

Wat deden Karel II en Jacob II?

A
  • nog altijd spanningen tussen vorst en parlement
  • overtuigde aanhangers van vorstelijk absolutisme
  • parlement had het daar moeilijk mee, vooral toen de vorsten hun katholieke geloofsgenoten begonnen te bevoordelen
100
Q

Wat gebeurde er in 1688 als aanleiding naar de The Glorious Bloodless Revolution?

A
  • de twee grote politieke partijen verenigden in het parlement, de Tories en de Whigs
  • ze vroegen prinses Maria, de protestantse dochter van Jacob II en echtgenote van de Hollandse stadhouder Willem III van Oranje, de troon over te nemen
101
Q

Wat is The Glorious Bloodless Revolution?

A

deze gebeurtenis in 1688 was onbloedig en leidde tot de vestiging van een parlementaire monarchie

102
Q

Wie maakt de wetten in het parlementair stelsel?

A

het parlement

103
Q

Kan de koning wetten schorsen?

A

nee

104
Q

Kan de koning parlementsleden vervolgen?

A

nee

105
Q

Wat wordt bedoeld met “parlementaire onschendbaarheid”?

A

mensen in het parlement mogen niet gestraft worden

106
Q

Kan de koning de parlementsleden benoemen?

A

nee

107
Q

Kan de koning zonder parlement regeren?

A

nee

108
Q

Kan de koning zonder goedkeuring van het parlement belastingen heffen?

A

nee

109
Q

Kan de koning zonder goedkeuring van het parlement een leger vorderen?

A

nee

110
Q

Wat is de wetgevende macht?

A

wetten voorstellen + wetten stemmen
-> gebeurt door parlement

111
Q

Wat is de uitvoerende macht?

A

wetten doen toepassen
-> gebeurt door regering (koning + ministers)

112
Q

Wat is de coalitie?

A

de meerderheid van het parlement

113
Q

Wat is de oppositie?

A

de minderheid van het parlement

114
Q

Wat is volgens Immanuel Kant het motto dat we aan de Verlichting toe kunnen schrijven?

A

Durf te denken

115
Q

Wat is de eigen definitie van Verlichting?

A

De Verlichting was een allesomvattende protest- en ontvoogdingsbeweging van intellectuelen tegen de gevestigde orde of het Ancien Régime.

116
Q

Leg de definitie van Verlichting uit. (De Verlichting was een allesomvattende protest- en ontvoogdingsbeweging van intellectuelen tegen de gevestigde orde of het Ancien Régime.)

A
  • allesomvattend: mening over alles (politiek, opvoeding, godsdienst, economie…)
  • protest: verzet
  • ontvoogdingsbeweging: emancipatie, bevrijding
  • intellectuelen: geleerden
  • gevestigde orde: heersende klasse
  • Ancien Régime: maatschappij voor Franse revolutie
117
Q

Op wat leverde de Verlichting concreet kritiek?

A
  • vorstelijk absolutisme
  • standenmaatschappij
  • goddelijk recht
  • mercantilisme
  • geopenbaarde godsdiensten
  • allerlei vormen van onderdrukking
118
Q

Langs wat geloofde de Verlichting in de kracht van het menselijk verstand dat de weg naar het geluk zal vinden?

A

vrijheid
gelijkheid
broederlijkheid

119
Q

Wat was de leer van John Locke?

A

a) volkssoevereiniteit: alle macht gaat uit van het volk
b) contracttheorie / sociaal contract: het volk heeft het recht de machthebbers de macht te ontnemen

120
Q

Wat was de leer van Montesquieu?

A

scheiding der machten:
a) wetgevende macht: volk (parlement)
b) uitvoerende macht: regering
c) rechterlijke macht: onafhankelijke rechters
als garantie tegen willekeur en dictatuur

121
Q

Wie was Voltaire?

A

een aanhanger van het deïsme (God is de schepper, maar Hij komt niet meer tussen in de gang van de wereld)

122
Q

Wat deden Diderot en d’Alembert?

A

ca. 1770 werd in Parijs de 28-delige Encyclopédie uitgegeven door Diderot en d’Alembert. Het werd de samenvatting van de leer van de Verlichting op alle gebieden van het menselijk kennen en kunnen

123
Q

Wat was de leer van Jean-Jacques Rousseau?

A
  • onderwijs: “Emile, ou de l’éducation” (hij pleit voor een opvoeding vanuit het kind + natuurlijke omgeving)
  • le bon sauvage (mens is van nature goed, maar maatschappij maakt hem slecht)
124
Q

Wat waren de geprivilegieerde standen?

A

adel + clerus (= ca. 5% van de bevolking): allerlei voorrechten

125
Q

Wat was de derde stand?

A

boeren en arbeiders, handelaars en ondernemers (= ca. 95% van de bevolking)

126
Q

Waarom was er sociale ongelijkheid tussen de standen?

A
  • grote kloof tussen rijk en arm
  • alle grond is in handen van 10% van de bevolking
127
Q

Wat gebeurde er toen de toestand van de Franse schatkist catastrofaal was?

A
  • Lodewijk XVI (1774-1792) kende de ernst van de toestand, maar durfde niet te snijden in de uitgaven voor het hof en voor het leger
  • nieuwe belastingen waren ondenkbaar zonder te raken aan de bevoorrechte standen, de adel en de clerus
  • er dreigde dus bankroet
128
Q

Wat gebeurde er toen er bankroet dreigde?

A
  • er werd beslist om de belastingen grondig te hervormen
  • de Staten-Generaal (standenvergadering) diende weer bijeen geroepen te worden
  • elke stand werd geacht haar vertegenwoordigers naar Versailles te sturen
  • voor de derde stand zouden hier voor het eerst in 175 jaar verkiezingen werden gehouden
129
Q

Wat gebeurde er bij de boeren toen de verkiezingen grote verwachtingen wekken?

A
  • vele boeren op het platteland hoopten op de afschaffing van talrijke plichten, belastingsverlaging, eigendomsrechten…
  • bij de verkiezingen konden klachtenboeken neergelegd worden (cahiers de doléances)
130
Q

Wat gebeurde er bij de volksmassa’s toen de verkiezingen grote verwachtingen wekken?

A
  • in Parijs en de grote steden kwamen volksmassa’s op straat
  • ze keerden zich tegen de soldaten van de koning, sloegen aan het plunderen…
131
Q

Wat gebeurde er bij de Staten-Generaal toen de verkiezingen grote verwachtingen wekken?

A
  • in Versailles raakte de nieuw samengestelde Staten-Generaal er niet uit hoe men de hervormingen zou aanpakken
  • zelfs over de manier van stemmen was er geen overeenkomst
  • de derde stand eiste een hoofdelijke stemming i.p.v. een stemming per stand, afschaffing van privileges van adel en clerus, een geschreven grondwet…
132
Q

Wat gebeurde er toen de Staten-Generaal uit elkaar viel?

A
  • de derde stand wil voortmaken met hervormingen en verlaat Versailles
  • medestanders uit adel en clerus sluiten zich aan
  • ze vormen een “Nationale Vergadering” (de Assemblé Nationale), en zweren dat ze nooit uit elkaar zullen gaan zonder hervormingen
133
Q

Wat deed de Parijse bevolking toen de Staten-Generaal uit elkaar viel?

A
  • de Parijse bevolking stak haar sympathie voor de gang van zaken niet onder stoelen of banken en kwam op straat
  • ze steunden openlijk de eisen van de radicale burgers
  • op 14 juli 1789 werd de Bastille bestormd
134
Q

Wat gebeurde er toen de koning plooide en de Nationale vergadering erkende als de enige volksvertegenwoordiging?

A

Deze nam meteen drastische maatregelen:
- op 4 augustus 1789 stemden de adel en de clerus in met de afschaffing van hun voorrechten
- er werd besloten dat er een grondwet moest komen die de rechten van de burgers zou beschermen

135
Q

Welk artikel uit de verklaring van de rechten de mens en burger is dit?
“De mensen worden vrij geboren en blijven vrij en gelijk in rechten; de sociale verschillen mogen alleen maar steunen op het algemeen belang”

A

gelijkheid voor de wet

136
Q

Welk artikel uit de verklaring van de rechten de mens en burger is dit?
“Het doel van elke politieke vereniging is het behoud van de natuurlijke en onvervreemdbare rechten van de mens; deze rechten zijn de vrijheid, de eigendom, de veiligheid en het verzet tegen de onderdrukking.”

A

vrijheid van vereniging

137
Q

Welk artikel uit de verklaring van de rechten de mens en burger is dit?
“De oorsprong van iedere soevereiniteit ligt wezenlijk bij het volk. Geen instantie, geen individu kan gezag uitoefenen dat daar niet uitdrukkelijk uit voortkomt.”

A

volkssoevereiniteit

138
Q

Welk artikel uit de verklaring van de rechten de mens en burger is dit?
“De vrijheid bestaat daaruit, alles te kunnen doen wat een ander niet schaadt.”

A

vrijheid van persoon

139
Q

Welk artikel uit de verklaring van de rechten de mens en burger is dit?
“De wet is de uitdrukking van de algemene wil. Zij moet voor iedereen dezelfde zijn, hetzij ze beschermt, hetzij ze straft. “

A

gelijkheid voor de wet

140
Q

Welk artikel uit de verklaring van de rechten de mens en burger is dit?
“Niemand kan beschuldigd, aangehouden of gevangen worden dan in bij de wet bepaalde gevallen en in de vormen, die zij heeft voorgeschreven.”

A

rechtsstaat

141
Q

Welk artikel uit de verklaring van de rechten de mens en burger is dit?
“Niemand mag vanwege zijn opvattingen, ook niet godsdienstige, worden lastig gevallen, in zoverre dat hun uiting de door de wet ingestelde openbare orde niet verstoort.”

A

vrijheid van godsdienst

142
Q

Welk artikel uit de verklaring van de rechten de mens en burger is dit?
“De vrije uitwisseling van gedachten en meningen is een van de meest kostbare rechten van de mens; iedere burger kan dus vrijelijk spreken, schrijven en drukken.”

A

vrijheid van meningsuiting en vrijheid van pers

143
Q

Wat gebeurde er toen de clerus als geprivilegieerde klasse was uitgeschakeld?

A

zij viel gemakkelijk ten prooi aan de hongerige staatskas:
- alle kerkelijke bezittingen worden genationaliseerd: dwz. dat kerken, kloosters en grondbezit in handen kwam van de staat. Uit protest keerden vele priesters en gelovigen zich af van de Revolutie
- in ruil zou de staat de geestelijkheid een loon betalen, maar de meeste priesters weigerden omdat ze op die manieren ambtenaren werden van een staat die ze verfoeiden
- alle priesters werden verplicht zich aan het staatsgezag te onderwerpen door de eed van trouw te zweren aan de grondwet
- priesters die pastoor wilden worden van een parochie of bisschop van een bisdom zouden voortaan verkozen moeten worden door het volk
- heel wat kloosterorden die in de ogen van de staat niet onmiddellijk nuttig waren werden afgeschaft
- het afleggen van kloostergeloften werd verboden, waardoor het kloosterleven eigenlijk onmogelijk werd

144
Q

Wie is de uitvoerende macht in de Constitutionele Monarchie?

A

koning

145
Q

Wat is de eerste Franse grondwet?

A

de Constitutionele Monarchie (1791-1792)

146
Q

Wie is de wetgevende macht in de Constitutionele Monarchie?

A

parlement
- verkozen door cijnskiesrecht (stemrecht voor wie een minimum aan belasting betaalt)

147
Q

Voor wie is Constitutionele Monarchie een overwinning?

A

rijke en gematigde burgerij

148
Q

Waarom is niemand tevreden met de Constitutionele Monarchie?

A
  • koning probeert naar buitenland te vluchten
  • adel vlucht massaal land uit
  • boeren en arbeiders zien geen verbetering
  • buurlanden willen kroon van Franse koning redden -> Oostenrijk verklaart oorlog aan Frankrijk
149
Q

Wat gebeurt er nadat de constructie van de Constitutionele Monarchie mislukt?

A
  • radicalen (Jacobijnen) eisen afzetting van koning en een nieuwe grondwet met nieuwe verkiezingen met algemeen stemrecht
  • ze krijgen hun zin
150
Q

Wanneer was de Republiek?

A

1792-1795

151
Q

Hoe ontstond de Republiek?

A
  • radicale anti-koningsgezinde Jacobijnen stellen nieuwe grondwet op
  • koning wordt afgezet en later terechtgesteld
  • er zijn opstanden over heel Frankrijk
  • verzet komt van Kerk, koningsgezinden en buitenland (Oostenrijk)
152
Q

Wie was Robespierre?

A
  • leider van de Jacobijnen
  • roept de noodtoestand uit
  • schort meteen de grondwet op trekt alle macht naar zich toe
  • is feitelijk dictator
153
Q

Van wie was de Republiek een overwinning?

A

de radicalen = de Jacobijnen

154
Q

Welke radicale maatregelen neemt Robespierre?

A
  • elke godsdienstuiting wordt verboden en vervangen door Cultus van Rede
  • tijdrekening begint met nieuwe jaartelling en nieuwe republikeinse kalender
  • decimaal rekenstelsel wordt veralgemeend en uitgebreid over maten en gewicht
  • republikeinse leger (sansculotten) vormen voorhoede van Robespierres macht
155
Q

Wat is La Terreur?

A
  • nederlagen tegen Oostenrijk, Pruisen en Engeland en opstand van koningsgezinden doen Robespierre naar noodrem grijpen
  • 4 maanden lang voert hij echt schrikbewind (= La Terreur) die elke tegenstander van de radicale Jacobijnse principes leven zal kosten
156
Q

Wat is de Thermidoriaanse Reactie?

A
  • Robespierre werd onder guillotine geschoven zonder proces
  • in die periode slaagden gematigde burgers er opnieuw in macht naar zich toe te halen (= Thermidoriaanse Reactie)
  • het schroefde heel wat Jacobijnse maatregelen terug
  • nieuwe (derde) grondwet werd voorbereid
157
Q

Hoe was de Republiek in onze gewesten en tot hoelang duurde het?

A
  • in deze periode vallen Fransen Oostenrijkse Nederlanden binnen
  • later worden onze gewesten volledig ingelijfd
  • we worden dus Franse burgers (dienstplicht in Franse leger + verfransing van bestuur)
  • dit blijft zo tot na de van van Napoleon (1815)
158
Q

Wanneer was het Consulaat?

A

1799-1804

159
Q

Wat zegt de grondwet van het Consulaat over het kiesrecht?

A

algemeen stemrecht, maar de kandidaten voor het parlement worden allen voorgedragen door de eerste consul

160
Q

Wat zegt de grondwet van het Consulaat over de wetgevende macht?

A

het parlement mag alleen de voorstellen van de eerste consul goedkeuren, niet afkeuren

161
Q

Wat zegt de grondwet van het Consulaat over de uitvoerende macht?

A

3 consuls, maar alleen de eerste consul heeft de macht

162
Q

Wat zegt de grondwet van het Consulaat over de rechterlijke macht?

A

rechter benoemd door de eerste consul

163
Q

Wat was de Code Civil?

A

= Code Napoléon = volledig nieuw burgerlijk wetboek; werd het pronkstuk van Napoleon: huwelijksrecht, eigendomsrecht, huur- en pachtwetten, erfenisrecht, …

164
Q

Wat was het Concordaat met de paus?

A
  • bracht in 1801 verzoening met Kerk
  • hierdoor kwam een eind aan de kerkvervolging in Frankrijk
  • Napoleon vroeg in ruil wel een grote invloed over de kerk, maar het maakte hem bij de katholieke bevolking wel populair
165
Q

Wanneer was het Keizerschap van Napoleon?

A

1804-1815

166
Q

Hoe werd Napoleon keizer?

A
  • in 1802 organiseer Napoleon volksraadpleging waardoor hij tot “Consul voor het leven” werd benoemd
  • hij tekende sindsdien met zijn voornaam (Napoleon)
  • in 1804 kroonde hij zichzelf tot keizer der Fransen
167
Q

Wat deed Napoleon tijdens het consulaat in Trafalgar?

A
  • Engeland en Oostenrijk erkennen natuurlijke grenzen van Frankrijk: Dit gebeurde tijdens het Consulaat, waardoor Frankrijk de machtigste natie van Europa werd.
  • Slag bij Trafalgar (1805): Napoleon verliest de heerschappij op zee aan Engeland.
  • Continentale Blokkade: Napoleons reactie op Trafalgar; een economische boycot van het Verenigd Koninkrijk, wat uiteindelijk ook Frankrijk economische schade toebracht.
168
Q

Hoe veroverde Napoleon Europa?

A
  • Drie-keizersslag (Austerlitz, 1805): Duitsland en de Scandinavische landen worden veroverd.
  • Heerschappij over West- en Noord-Europa: Napoleon breidt zijn controle uit naar de Middellandse-Zeegebieden, Italië en Spanje.
169
Q

Hoe verliep de Russische veldtocht van Napoleon?

A
  • Inval in Rusland (1812): Mislukt en leidt tot een catastrofe.
  • Oorlogsmoeheid en opstanden: Centraal-Europa komt in opstand tegen Napoleon.
  • Volkerenslag bij Leipzig (1814): Dwingt Napoleon tot aftreden en verbanning naar Elba.
170
Q

Wat deed Napoleon nadat hij was verbannen naar Elba?

A
  • Vlucht uit Elba: Napoleon keert terug naar Frankrijk.
  • Honderd Dagen: Periode van Napoleons terugkeer.
  • Slag bij Waterloo (1815): Eindigt in zijn definitieve nederlaag.