EVOLUTIE - deel 7 Flashcards

1
Q

Wat gebeurd er bij sympatrische soortvorming?

A

Dan kunnen dieren elkaar nog wel tegenkomen, maar ze leven in een ander gedeelte van een gebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn ze bij sympatrische soortvorming nog meer?

A

Ze zijn langzaam aangepast aan de leefomstandigheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een voorbeeld van sympatrische soortvorming?

A

onder het wateroppevlak of diep in de zee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat hebben de dieren bij sympatrische soortvorming daarom?

A

andere voedselbronnen en een lichaamsbouw aangepast aan de omstandigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat gebeurd er bij allopatrische soortvorming?

A

Er zijn dan verschillende populaties van dezelfde soort van elkaar gescheiden en kunnen dus niet meer met elkaar paren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat doen ze bij allopatrische soortvorming nog meer?

A

Ze passen zich aan de leefomstandigheden aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat ontstaat er door genetische variatie?

A

langzaam een nieuwe soort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waardoor ontstaat langzaam een nieuwe soort?

A

door genetische variatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly