EVOLUTIE - deel 1 Flashcards

1
Q

Welke dieren vormden het grootste gevaar voor onze aapachtige voorouders?

A

Slangen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarvoor dient de laag op laag van dode huidcellen?

A

Voorkomt uitdrogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke dieren vormen de link tussen gewervelde en ongewervelde dieren?

A

Prikken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn prikken?

A

Kaakloze vissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe heet de geestelijk vader van de evolutietheorie?

A

Charles Darwin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is evolutie?

A

Het ontstaan van nieuwe soorten en verdwijnen van oude soorten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waaruit zijn ijsberen ontstaan?

A

Uit bruine beren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe zijn ijsberen ontstaan?

A

Door toevallige mutaties in het gen dat codeert voort vachtkleuren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke ijsberen overleefden?

A

De lichtste beren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat wordt bedoeld met survival of the fittest?

A

De dieren die het best aangepast zijn aan de heersende milieuomstandigheden overleven, planten zich voor en geven hun genen door.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly