Erfelijkheid Flashcards
definitie cel
Een cel is de kleinste eenheid die zelfstandig kan groeien en vermenigvuldigen
2 belangrijkste functies van het DNA
- voor de aanmaak van proteïnen/eiwitten = bepaald ons uiterlijk en ons innerlijk
- Geeft instructies voor het vermenigvuldigen en groeien van de cel
volgorde van de spiralisatie
DNA - chromatinevezel - chromosoon
Wat is het verschil tussen chromatine en chromosonen?
Als het chromatine zich gaat spiraliseren dan onstaat er een chromosoom.
Wat is een niet-delende cel?
de kern bevat een kernsubstantie, chromatine, die bestaat uit een kluwen van fijne, witte draden = chromatinedraden
Wat is een delende cel?
door de verdichting (spiralisatie) van de chromatine ontstaat een brede band in de vorm van staafjes = chromosonen
Hoeveel chromosomen komen er bij mensen voor
46
Definitie chromosoom
drager van de erfelijke informatie
Elke chromosoom heeft een gelijkaardige dubbelganger. Hoe noemt dit? (ander woord gelijkaardig)
Homoloog
Definitie Homologe chromosomenparen
chromosomen die gelijkaardige informatie bevatten en bijna identiek zijn.
Hoe heten de chromosomen met de kenmerken in en hoeveel paar zijn er?
22 paar autosomen
Hoe heten de andere chromosomen en hoeveel zijn er?
1 paar geslachtschromosomen: bij de vrouw XX en bij de man XY
Definitie diploïde cel
een cel waarvan de celkern twee exemplaren van elk chromosoom bevat (2n)
Definitie haploïde cel
een cel waarvan de celkern één exemplaar van elke chromosoom bevat (n)
Is een normale lichaamscel (huidcel, levercel, …) diploïd of haploïd?
diploïd
Is een gameet (= geslachtscel = voortplantingscel = eicel of spermacel) diploïd of haploïd
haploïd
Waar zijn de 2 chromatiden verbonden?
Ter hoogte van de centromeer
Definitie gen
Een welbepaald stukje van de DNA-molecule dat voor de vorming van een specifiek eiwit codeert. (Dit eiwit is op zijn beurt verantwoordelijk voor het tot uiting komen van een bepaalde erfelijke eigenschap van het organisme.)
Definitie genotype
erfelijke aanleg
Definitie fenotype
uiterlijke verschijnsvorm (= resultaat van de wisselwerking erfelijke aanleg en milieu)
Definitie homozygoot
raszuiver: twee identiek allelen (BB/bb)
Definitie heterozygoot
niet-raszuiver: twee verschillende allelen (Bb/bB)
Definitie monohybride kruising
kruising waarbij maar 1 kenmerk wordt bestudeerd
Definitie dominant
overheersend kenmerk (B)
Definitie recessief
onderdrukt kenmerk (b)
Eerste wet van Mendel
Uniformiteitswet
voorwaarden:
- monohybride kruising
- raszuivere ouders
Uitkomst 1e wet
Bij kruising van twee raszuivere individuen die maar één kenmerk verschillen zijn de F1-nakomelingen onderling identiek maar heterozygoot.
Tweede wet van Mendel
splitsingswet
voorwaarden:
- monohybride kruising
- raszuivere ouders
- onderlinge kruising F1-nakomelingen
Uitkomst 2e wet
Bij onderlinge kruising van individuen uit de eerste uniforme generatie (F1) krijgt men nakomelingen met verschillende fenotypen die in ee vast getalsverhouding tot uiting komen:
3:1 bij dominant/recessieve overerving
1:2:1 bij codominante overerving
Derde wet van Mendel
Derde wet van Mendel
voorwaarden
- dihybride kruising: 2 kenmerken worden bestudeerd
- raszuivere ouders
- onderlinge kruising van de F1-nakomelingen
Uitkomst 3e wet
Bij de F2 generatie wordt het dominante kenmerk voor 75% overgeërfd, het recessieve kenmerk wordt voor 25% overgeërfd.
De verschillende kenmerken worden onafhankelijk van elkaar overgeërfd.