Erfelijkheid Flashcards

1
Q

Gen

A

Stukje van het chromosoom codeert voor één enkele eigenschap bijvoorbeeld haarkleur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Genotype

A

Eén genenpaar bevat de informatie voor één erfelijke eigenschap. Het genotype verandert nooit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Fenotype

A

Het uiterlijk alle zichtbare eigenschappen. Dit wordt meestal bepaald door het genotype en het milieu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Chromosoom

A

Pakketje DNA. 46 chromosomen heeft een mens. Een menselijk geslachtscel heeft er 23.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Homozygoot

A

Als er twee gelijke genen aanwezig zijn (AA, aa)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Heterozygoot

A

Als er twee verschillende genen aanwezig zijn (Aa)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Dominant gen

A

Een gen dat ALTIJD tot uiting komt (A)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Recessief gen

A

Een gen die alleen aanwezig is als de dominant gen niet aanwezig is (a)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kunstmatige selectie

A

Mensen kiezen steeds de beste nakomelingen uit kweken/fokken daarmee steeds verder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Mutatie

A

Een plotselinge verandering van het genotype

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Mutant

A

Mutatie in het hele lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly