Epidemoilogie Flashcards
wat is gezondheid
- WHO 1948
- gezond = toestand van volledig welbevingden
- op psychisch, sociaal & lichamelijk vlak
- volledig gezond bijna niet haalbaar
- risico voor medicalisering - stijging levensverwachtingen
- meer chronisch zieken
- zou willen zeggen dat veel ongezonden zijn` - nu
- gezondheid binnen eigen fysieke capaciteit, sociale & persoonlijke resources
- mogelijkheid om zichzelf aan te passen & managen
- lichamelijk = allostasis = behoud fysiologische homeostase
- mentaal = sense of coherence = subjectief welbevinden
- sociaal = omgaan met toenemende beperkingen van ouder worden
health promotion
Ottowa charter for health promotion
- 5 prioritaire acties
1. bouw gezond & openbaar beleid
2. creeër ondersteunende omgeving voor gezondheid
3. versterking van gemeenschapsacties
4. persoonlijke vaardigheden ontwikkelen
5. heroriëntatie van gezondheidsdiensten
Jakatare declarotion
- 5 prioriaire acties
1. duidelijke gezondheidsbevordering
2. maatschappelijke voorantwoordelijkheid voor gezondheid
3. verbrede partnerschappen
4. meer investeringen
5. verhoogde gemeenschapcapaciteit
wat is ziekte
- overlappende domeinen
- theorie = van groot naar klein
- ilness = perceptie van ziektzijn
- disease = objectief vaststellen
- sickness = ziektegedrag - meten = vaststellen van beperkingen
- subjectief = klachten, gevoel, …
- objectief = medisch onderzoek
wat is volksgezondheid
- doel
- gezondheid van een gemeenschap
- deze proberen te verbeteren - uitvoering
- door onderwijs/opleiding, promoties, onderzoeken, …
- analyseren = effect van levenstijl & omgeving
- ontwikkelen van programma’s = berschermen & bevorderen van gezondheid - begrippen
- mission = assuring conditions to be healty
- substance = prevention fo disease & promotion of health
- framework = government & private organisations
vlaams actieplan van voeding & beweging
- beleid
- Jo VanDeursen = minister vlaanderen
- Maggie De Blok = minister België - 2008-2015
- hoofddoel = stijgen van fysieke act, gezond dieet & gewicht
- subdoelen = 10% stijging voldoende fysiek act, 10% daling sedentaire personen, 10% stijging borstvoeding
- meer mensen die volgens de voedingsdriehoek leven
- behoud van gezonde gewichten - 2018-2025
- hoofddoel = zemfde 2008 + minder sedentair, minder drug, tabak & alcohol
- subdoelen:
- gezond: werken, onderwijs, zorg, buren, bestuur, vrijeteig, gezin, in eigenhanden
wat doen gezondheid
- preventie
- van epidemieën & verspreiden van ziekte
- ongevallen & gewonden - beschermen
- tegen gevaren van milieu & omgeving
- reageren bij rampen - promoten & bevorderen
- gezonde levensstijl & goede mentale gezondheid
- kwaliteit & toegankelijkheid van gezondheidszorg
volksgezondheid onderzoek
- epidemiologie
- op schaal kijken naar frequentie van ziekte & factoren die er op in spelen
- indicator = hoe gezond is de bevolking
- vb door meetinstrument
- determinant = bepalen van indicatoren
- beinvloeden het meetinstrument - vb van indicatoren
- overlijden
- leversverwachtingen
- kinder sterfte
- …
uitvoering van volksgezondheid
- centraal
- gelijkheid = voor iedereen gelijke hulp
- equinty = hulp afh van nood - identificatie & analyse van probleem
- oplossing = strategie & policy
- policy development = beleidsontwikkeling
- mensen informeren & onderwijzen
- gemeenschappartnerschappen
- individuele gezondheids inspanningen - toepassing = assureance
- wetten & regels dwingen
- beschikbaar maken van gezondheids diensten
- competent personeel - assessment
- evaluatie
- verbetering
de 10 grote health achivements
- vaccinaties
- voertuig veiligheid
- veilige werkplaatsen
- controle van besmettelijke ziekts
- daling van hartziektes
- veiliger eten
- gezondere moeders & kinderen
- familie planning
- fluoriseren van drinkwater
- opleiding over tabak
epidemoilogische transitie
= explosie bevolking door daling kinderstrefte
wat is epidemiologie
- doel = bestuderen van
- frequentie va een karakteristiek in een populatie
- factoren die deze kunnen beïnvloeden
- verklaren - factoren
- persoonlijke = dermografie, biologie, levensstijl, genetisch
- omgevings = onmiddelijke omgeving, algemene, populatie
- combinatie = interacties - verklaringen
- causale & niet-causale associaties
- directe & indirecte verbanden
doel van epidemiologie
- vragen beantwoorden rond
- etiologie = ontstaan
- diagnose = opsporen
- prognose = verloop
- therapie = interventie - door vergelijken
- observationeel
- experimenteel
begrippen ziekte
- voorkomen
- endemie = constant voorkomen in kleine hoeveelheid
- epidemie = plots sterk groeien
- pandemie = epidemie over de hele wereld - voorkomen
- morbitieit = ziekte frequentie
- prevalentie = aantal op bepaald moment = uitdrukking van morbitieit
- prevalentie cijfer = percentage
- incidentie = aantal nieuwe gevallen
- cummulatieve indicentie = pencentrage
- incidentie cijfer = incidentie tov. vatbare
- incidentie tov. iedereen die niet ziek is - sterfte
- mortaliteit = sterfte frequentie op gehele bevolking
- letaliteit = sterfte frequentie op zieke bevolking
facoteren die prevalentiecijfer beïnvloeden
- daling
- korte ziektes = meer uitwijkingen (genezing)
- hoge letaliteit ≈ korte ziektes
- minder nieuwe gevallen = minder inwijkingen - stijging
- lange ziektes = chronisch
- hoge voorbeschiktheid
mortaliteit
per jaar
1. mortaliteit = totaal aantal sterftes
2. oorzaaks specifieke mortaliteit
3. mortaliteitscijfer = per X aantal persoonsjaren
4. brutomortaliteitscijfer = % van bevolking
5. lethaliteit = mortaliteit/incidentie
6. case fatality rate = percentage
standaardisatie van ziektes
- nut
- mogelijkheid tot vergelijken van verschillende gropein
- door correctie procedure
- meestal verschillen in leeftijden of landen
- ook harmonisatie = afstemming - directe methode
- specifieke IC incidenties van onderzoek toepassen op voorbeeld
- gegeven = leeftijdspecifieke populatie & sterfecijferes
- toepassen op fictieve standaard populatie - indirecte methode
- specifieke IC van een standaard toepassen op onderzoek
- gegeven = leeftijspecifieke populatie & referentie sterftecijfer
- SMR standardized mortality ratio
- Observed / Expected = MRobs/MRexp
- >1 = meer, 1 = gelijk, <1 = minder
gezondheidsindicatoren
- nut
- toepasbaar op gezondheid & gerelateerde situaties
- samenvatting van data
- relevante gezondheidsvragen te beantwoorden - soorten
- WHO100 = 100 indicators die elke lidstaat van WHO moet vezamelen & beschikbaarstellen
- EU88 = european core health indicators
- vergelijkbare infomatie verzamelen over europese/wreld bevolking
- mogelijkheid tot verdere standaardisatie - minimun european health module
- self-rated healt = ilness testen
- chronic morbitiy = longstanding health problems ≈ dissease
- activity limitations = sickness
europeese gezondheisbeleid
2e programma 2008 - 2013
- verstrekken van gelijkbare informatie over de gezondheid van europese burgers
3e 2014 - 2020
- gezondheidszorg meer duurzaam maken & volkgezondheid groter maken
–> grens overscheidende gezondheidszorg
4e 2021 - 2017
- paratheid & goede gezondheidszorg tijden epidemieën & langetermijn problemen
sterftecijfer
= mortality rate
= doden/totale populati x 1000
–> aantal doden per jaar per 1000 man
cause-specific sterftecijfer
= doden aan een bepaalde ziekte
–> alle indicatoren hoger in wallonië = noord/zuid-gradiënt
case-fatality ratio
= percentage van mensen met een bepaalde ziekte/aandoening die daar aan sterven
= aantal doden door een ziekte/incidentie x 100
proportionate mortality
= verhouding overlijden door een bepaalde oorzaak t.o.v. totaal aantal overlijdens
= doden door een ziekte/ sterftecijfer x 100
subgroup-specific mortality
- per leeftijd & geslacht
volkgsgezondheid in belgië
- geboorte
- geboortecijfer = 9,8/10000
- vergrijzingalgemene daling door daling vruchtbare bevolking
- vruchtbaarheidscijfer = 1,61
- aantal kinderen per vrouw voor onderhoud van geboortecijfer - sterfte
- sterftecijfer = 9,5/10000
- trapezius met bovenaan basis = vergrijzing
risicofactoren
- causaliteit: oorzaak ≈ gevolg
- niet elke associatie is causaal
- aantonen door bradford-hill criteria: KCC TGO
- kracht = sterkte van verband
- consistentie = verschil in studies
- coherentie = verschil in wetenschappelijke disciplines
- tijdvolgorde = tijd tussen oorzaak & gevolg
- gradient = inname ≈ risico
- omkeerbaarheid & afhankelijkheid
- risico verschil
- IC incidentiecijfer bloodgestelden - IC niet
- RV = ICe+ - ICe-
- afh van aantallen
- 0 = geen risico, >0 bijkomend risico, <0 afnamend
soorten risico
2) absoluut risico
- de kans dat 1 individu in te toekomst de ziekte ontwikkeld
- per groepen ingedeeld volgens relevante kenmerken
–> vb: leeftijd, geslacht, cholesterol, …
3) relatief risico
- incidentiecijfer bij bloodgestelden / incidentiecijfer bij niet-blootgestelden
- RR = ICe+/ICe-
–> onafhankelijk van aantallen
RR=1 -> geen bijkomend risico
RR>1 -> bijkomend risico
RR<1 -> afnemend risico