Enkele Grafschriften Flashcards
1
Q
Infans
A
Infantis, het kindje
2
Q
Dulcis
A
dulcis, dulce, zoet, zacht lief
3
Q
Filius
A
Filii, de zoon
4
Q
Annus
A
Anni, het jaar
5
Q
Unus
A
Una, unum, een
6
Q
Mensis
A
Mensis (m), de maand
7
Q
Mater
A
Matris, de moeder
8
Q
Ponere
A
Pono, posui, positum, plaatsen, zetten, leggen
9
Q
Se
A
Levend
10
Q
Et
A
En
11
Q
Victor
A
Victoris, de overwinnaar
12
Q
Legio
A
Legionis, de legioen
13
Q
Primus
A
Prima, primum eerste
14
Q
Coniunx
A
Coniugis, de echtgenoot, de vrouw
15
Q
Facere
A
Facio,feci,factum doen maken