ENGLISH EXAMEN KERST Flashcards
1
Q
een standpunt
A
an angle
2
Q
fluweel
A
velvet
3
Q
ee ramp
A
a disaster
4
Q
een winkelketen
A
a chain
5
Q
een loon
A
a wage
6
Q
pijn
A
an ache
7
Q
een klacht
A
a complaint
8
Q
een schaandaal
A
an outrage
9
Q
een overtreding/ inbreuk
A
an infingement/ a violation
10
Q
een maker
A
a creator
11
Q
plagiaat
A
plagiarism
12
Q
een regelig/betaling
A
a settlement
13
Q
kort
A
brief
14
Q
veeleisend
A
demanding
15
Q
gewoon, normaal
A
common
16
Q
GELLUKIG:GEZEGEND
A
fortunate
17
Q
overtuigend
A
persuasive
18
Q
in dienst nemen/aannemen
A
to employ
19
Q
verhogen
A
to increase
20
Q
actie voeren voor
A
to campaign for
21
Q
bevatten
A
to consist of
22
Q
verkrijgen
A
to gain
23
Q
veroorloven
A
to afford
24
Q
verstikken
A
to suffocate
25
kopen
to purchase
26
maken
to munufacture
27
voeren uitvoeren
to conduct
28
toegeven
to admit
29
beweren
to claim
30
aanndringen
to insist
31
uitroeien
eradicate
32
sluiten neerhalen
to take down
33
uitbrengen
to release
34
een proces aanspanen
to sue
35
moeilijkheden krijgen
to run into hardschip
36
van dag tot dag leven
to live from hand to mouth
37
ee hoop geld hebben
to have money to burn
38
omcirkelen
to encircle
39
waarmaken naakome
to live up to
40
nauwgezet afluiten
to seal
41
shouders optrekken
to shrug
42
onbereikbaar
out of its league
43
iets dat emotionele waarde heeft
something that has emotional value
44
iets dat je leven omschrijft
something defining for your life
45
brokstukken puin
debris
46
een buis
a tube
47
uitdrukkigsloos
blank
48
opmerkelijk
remarkable