Engels Wordlist 5+6 (korte) Flashcards
1
Q
Adjustment
A
Aanpassing
2
Q
Admission
A
Toelating
3
Q
Approval
A
Goedkeuring , toestemming
4
Q
Assessment
A
Beoordeling
5
Q
Chaotic
A
Chaotisch
6
Q
Confusion
A
Verwarring
7
Q
Could do with
A
Zou kunnen doen met
8
Q
Expectation
A
Verwachting
9
Q
Have it in for
A
Het op iemand gemunt hebben
10
Q
Host family
A
Gastgezin
11
Q
Impression
A
Indruk
12
Q
Investigation
A
Onderzoek
13
Q
Involvement
A
Betrokkenheid
14
Q
Job prospects
A
Werkvooruitzichten, baanvooruitzichten
15
Q
Make it
A
Behalen, redden
16
Q
Pass
A
Slagen voor examen
17
Q
Preference
A
Voorkeur