Elementaire bedrijfseconomie 2 Hoofdstuk 2 Flashcards
Aandeel aan toonder
Eigendomsbewijs (aandeel) van een nv die vrij verhandelbaar is
Aandeel op naam
Eigendomsbewijs (aandeel) van een bv die niet vrij verhandelbaar is
Aandelenregister
Onderhandse akte waarin de verdeling van het aandelenkapitaal bij een besloten vennootschap is geregeld
Agioreserve
Reserve die is ontstaan door aandelen tegen een hogere koers te verkopen dan de nominale waarde
Algemene reserve
(Ook: winstreserve) Ontstaat wanneer aan het eind van het boekjaar een deel van de winst achterblijft in de onderneming
Brutowinst
Verschil tussen de opbrengst van de verkopen en de kosten van de verkopen
Debiteurenkern
Laagste waarde van de debiteuren gedurende een jaar
Dividend
Winst uitgekeerd op het bezit van aandelen
Economisch resultaat
Nettowinst na aftrek van het gewaardeerd loon om te kijken of ondernemen zinvol is
Factoring
Overname van vorderingen op afnemers door een factoormaatschappij
Financial lease
Lease van een productiemiddel waarbij de leasemaatschappij de productiemiddelen voornamelijk financiert en de onderneming eigenaar wordt
Financieringsplan
Overzicht van de verschillende soorten vermogen die het bedrijf aantrekt om in de vermogensbehoefte te voorzien
‘Geheim’ reserve
Reserve waarvan je niets terugziet op de balans
Geldmarkt
Deel van de vermogensmarkt waarop vermogen wordt verhandeld waarvan de aflossingsperiode korter is dan één jaar
Gewaardeerd loon
Loon dat een ondernemer zou verdienen als hij in loondienst zou werken
Herwaarderingsreserve
Een reserve op de balans dat ontstaat doordat bezittingen in waarde zijn toegenomen, waardoor het vermogen van de onderneming stijgt
Hoofdelijk aansprakelijk
Als eigenaar ook met je privévermogen verantwoordelijk zijn voor de schulden van de onderneming
Hypothecaire lening
Langlopende schuld met onroerend goed als onderpand
Investeren
Aanschaffen van productiemiddelen door een bedrijf
Investeringsplan
Overzicht van alle vaste en vlottende activa die een ondernemer nodig heeft bij het starten van een bedrijf
Kapitaalmarkt
Deel van de vermogensmarkt waarop vermogen wordt verhandeld waarvan de aflossingsperiode langer is dan één jaar
Kort vreemd vermogen
Vreemd vermogen dat binnen één jaar moet worden afgelost
Kredietlimiet
Maximumbedrag dat een onderneming via een rekening-courantkrediet mag opnemen
Kredietruimte
Vermogen dat je nog kan aantrekken op de vermogensmarkt tegen dezelfde voorwaarden
Krediettermijn
Periode waarbinnen de debiteur zijn rekening moet betalen
Lang vreemd vermogen
Vreemd vermogen waarover je meer dan één jaar kunt beschikken
Leasen
Huren of financieren van duurzame productiemiddelen via een leasemaatschappij
Leverancierskrediet
Kortlopende schuld die ontstaat doordat de ingekochte goederen pas na de levering betaald worden
Liquiditeitsbalans
Overzicht van investeringen en financiering gegroepeerd in vaste en vlottende activa, eigen vermogen, lang en kort vreemd vermogen
Obligatielening
Langdurig tijdelijk vermogen dat via de publieke markt wordt aangetrokken waarvan de schuldbewijzen verhandeld kunnen worden via de effectenbeurs
Onderhandse lening
Lening waarvan de aflossingsvoorwaarden aan de wensen van beide partijen kunnen worden aangepast en waarvan de akte niet door een notaris hoeft te worden opgemaakt
Ondernemersinkomen
Totale beloning voor een ondernemer voor het eter beschikking stellen van zijn arbeid, zijn eigen vermogen en zijn ondernemerschap (is gelijk aan de nettowinst in een eenmanszaak)
Open reserve
Reserve die in volle omvang zichtbaar is op de balans
Oprichtingsbalans
Overzicht bestaande uit enerzijds het investeringsplan en anderzijds het financieringsplan
Operational lease
Lease van productiemiddelen waarbij er elke dag een gebruiksklaar productiemiddel staat (uitgebreide huur) en de onderneming geen eigenaar wordt
Partiële financiering
Aantrekken van vermogen voor elk productiemiddel afzonderlijk
Passiva
Posten aan de creditzijde van de balans
Permanent vermogen
Vermogen van een onderneming waarop ze niet hoeft af te lossen
Provisie
Vergoeding voor transactiekosten
Rekening-courantkrediet
Krediet op een bankrekening tot een van tevoren overeengekomen kredietlimiet
Rentevaste periode
Periode waarin het afgesproken rentepercentage niet verandert
Risicomijdend vermogen
Vermogen waarvan de beloning niet afhangt van de bedrijfsresultaten
Risicodragend vermogen
Vermogen waarvan de beloning afhangt van de bedrijfsresultaten
Stille reserve
Reserve die zichtbaar is op de balans maar niet voor het precieze bedrag
Vaste activa
Bezittingen die meer dan één productieproces gebruikt kunnen worden
Vermogensbehoefte
Totaal aan vermogen dat nodig is om investeringen te financieren
Vermogensmarkt
Markt waar vragers en aanbieders van vermogen met elkaar handelen
Vlottende activa
Bezittingen die maar één productieproces gebruikt kunnen worden
Voorraadkern
Laagste waarde van de voorraad gedurende een jaar
Voorzieningen
Bedrag dat credit (schuld) op de balans staat voor toekomstige verplichtingen bijvoorbeeld voor groot onderhoud, verliezen op debiteuren, verliezen op voorraad of voor service/garantie