Elektriciteit Flashcards
Gewone shakelaar
blijft in AAN- stand als je m loslaat
Drukschakelaar
veert terug naar UIT- stand als je m loslaat
Gelijkspanning
oplaadbare batterij die een tijdlang constante spanning kan leveren
Pluspool en minpool
stroom loopt altijd van plus naar min
Diode
schakelonderdeel dat stroom maar in 1 richting doorlaat
Diode in de doorlaatrichting
kleine weerstand, stroom kan er makkelijk doorheen
Diode in de sperrichting
grote weerstand, laat geen stroom door
LED
een diode die licht uitzendt
LED aansluiten
langste poot in de +
kortste poot in de -
Doorlaatrichting
is altijd rechts ->
Dynamo
wekt elektrische energie op terwijl apparaat werkt
Capaciteit
gebruikstijd mee berekenen als de stroomsterkte bekend is
Elektrisch vermogen
hoeveelheid elektrische energie die een spanningsbron per seconde levert.
mA naar A
: 1000
A naar mA
x 1000
Van uren naar secondes
telkens : 60 (licht aan hoeveelheid nullen)
Hoge weerstand
Ampere omlaag, omdat het ze anders veel energie kost
Lage weerstand
Ampere omhoog, omdat het dan minder energie kost
Vermogen
P= U x I
Weerstand
R= U : I
LDR
weerstand dat afhankelijk is van het licht
Veel licht LDR
lamp aan, Ampere bewegen
Weinig licht LDR
lamp uit, Ampere bewegen moeilijk
NTC
weerstand dat afhankelijk is van de temperatuur
Lage temperatuur NTC
weerstand is hoog
Hoge temperatuur NTC
weerstand is laag
Amperedeeltjes kiezen altijd…
de kant met de lage weerstand
Relais
automatische schakelaar
Stroom door de elektromagneet
verbonden op Maakcontact
Geen stroom door de elektromagneet
verbonden op Breekcontact
Elektromagneet
trekt alleen metaal aan als het stroom krijgt
Elektromagneet gaat aan
schakelaar van Breek naar Maak
Elektromagneet gaat uit
schakelaar van Maak naar Breek
Stroomkring 1
stroomkring van de elektromagneet
(batterij en spoel)
Stroomkring 2
stroomkring van de actuator
en Maak en Breekcontact
(lampje bijv.)
Relais geschakeld
stroomsterkte 2x vergroot
(dus stroom komt er 2x groter uit)
Stroomkring 2 dikkere draad
omdat de stroomsterkte van stroomkring 2 is versterkt
Reedcontact
schakelaar die reageert op magneet
Magneet bij reedcontact
contact is dicht
Geen magneet bij reedcontact
contact is open
Transistor
dezelfde functie als Relais
verbruikt minder dan Relais
je kunt er alleen lage spanningen mee schakelen
Aansluitpunten transistor
C = de collector
B = de basis
E = de emitter
Transistor aan
als er een kleine stroom door de basis loopt
Transistor uit
als de stroom 0 of bijna 0 is