Elasticiteit Flashcards
(57 cards)
Wat is elasticiteit?
een meeteenheid waarmee wordt aangegeven in welke mate een bepaalde variabele reageert op een wijzigingin een andere variabele
Geef de 3 soecifieke elasticiteiten
- prijselasticiteit van vraag/aanbod
gevoeligheid gevraagde en aangeboden hoeveelheid voor bepaalde prijswijziging - Inkomenselasticiteit
gevoeligheid gevraagde hoeveelheid voor inkomenswijzigingen - Kruisprijselasticiteit
gevoeligheid gevraagde hoeveelheid voor prijswijzigingen van andere goederen.
Wat is prijselasticiteit van de vraag
laat zien hoe sterk de vraag van consumenten naar een product verandert als de prijs van dat product verandert. Terwijl ceters paribus (= onder dezelfde omstandigheden, alle andere dingen dus gelijk blijven)
Hoe bereken je de prijselasticiteit
E^vp = % verandering in gevraagde hoeveelheid / % verandering prijs
stel dat het een prijsdaling is dan moet er een ‘-‘ voor
hoe interpreteer je dan de prijselasticiteit
het percentage waarmee de gevraagde hoeveelheid wijzigt wanner de prijs met 1 procent toeneemt.
Wat is de middelpuntbenadering
dit is een andere nauwkeurige benadering om de elasticiteit te berekenen namelijk middelpuntelasticiteit namelijk prijs/hoeveelheidswijziging DELEN door gem prijs en gem hoeveelheid
Geef de formule van de middelpuntelasticiteit
E = delta Q/ gem Q : delta P/ gem P
-delta Q is verandering gevraagde hoeveelheid = Qnieuw - Qoud
-gem Q = Q nieuw + Q oud / 2
-delta P is verandering in de prijs = Pnieuw - Poud
-gem P = Pnieuw + Poud / 2
Je deelt uiteindelijk 2 percentages
Hoe word de middelpuntelasticiteit geinterpreteerd
Het percentage waarmee de gevraagde hoeveelheid wijzigt wanneer de prijs met 1 procent toeneemt
Wat is de puntbenadering
een nog meer exactere wiskundige manier om de prijsgevoeligheid te berekenen in één bepaalde punt ipv tussen 2 punten.
Wat is de formule van de puntbenadering
EVP = lim ΔP->0 (ΔP/ΔP x Px/Qx) = (limΔP->0 ΔQ/ΔP) xPx/Qx = ∂Q/∂P x Px/Qx
OF GEWOON
∂Q/∂P x Px/Qx
EVP: De puntelasticiteit van de vraag.
ΔP: De verandering in de prijs.
ΔQ: De verandering in de hoeveelheid.
Pₓ: De prijs op het specifieke punt dat je analyseert.
Qₓ: De hoeveelheid op datzelfde punt.
∂Q/∂P: De afgeleide van de vraagfunctie, oftewel de snelheid waarmee de hoeveelheid verandert ten opzichte van de prijs.De afgeleide vertelt je hoe snel de hoeveelheid verandert ten opzichte van de prijs, precies op dat punt.
Wat zijn de bepalende factoren van prijselasticiteit
- alternatieven
wanneer er meer alternatieven beschikbaar zijnzal de persoon gevoeliger zijn voor prijsveranderingen wanneer hij makkelijk kan overchakelen op een ander substituut
-aard van de goederen
Noodzakelijke goederen hebben meestal een lagere prijselasticiteit. Luxegoederen zijn veel prijsgevoeliger. Als gebruik van goed een gewoont word daalt deze elasticiteit
-Inkomen van de consument
Consumenten met hoge inkomens zijn minder prijsgevoeliger. Het aandeel van goed in het totale budget speelt ook een rol vb chips zak vs step
-Het tijdsbestek
Hoe langer de beschouwde periode hoe roter de prijselasticiteit. Op langer termijn groter kans op bijsturen beslissing
In welke categorien kan de mate waarin de gevraagde hoeveelheid reageert op een prijswijziging opgedeelt worden
-Elastische vraag
-Onelastische vraag
-Eenheidselasticiteit
-Perfect elastische vraag
-Perfect onelastische vraag
Geef meer uitleg over de elastische vraag
Wanneer de procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid groter is dan de procentuele verandering van de prijs
de prijselasticiteit ligt hierbij binnen het interval -1 tot -oneindig
Geef meer uitleg over de eenheidselasticiteit
OF uni-elasticiteit
procentuele verandering vand e gevraagde hoeveelheid is gelijk aan de procentuele verandering van de prijs
de prijselasticiteit is hier PRECIES 1
Geef meer uitleg over de onelastische vraag
procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid kleiner is dan de procentuele prijsverandering.
Geef meer uitleg over perfect elastische vraag
een extreem geval waarbij een kleine prijswijziging voor een grote verandering in de vraag zorgt.
prijselasticiteit = oneindig
Geef meer uitleg over de perfect onelastische vraag
een prijsverandering heeft totaal geen effect op de gevraagde hoeveelheid.
prijselasticiteit = 0
Hoe komt het dat bij een lineaire vraagcurve de elasticiteit in elk punt verschillend is?
Omdat de elasticiteit de verhouding is van de procentuele wijziging in hoeveelheid en prijs
Wat is het midden van de lineaire vraagcurve?
de prijselasticiteit is hier precies -1
Het verdeelt de vraagcurve in 2 delen
De zone rechts van het midden is de prijselasticiteit tussen 0 en -1 hier is de vraag onelastisch en de zone links van het midden is de prijselasticiteit -1 en oneindig , hier is de vraag elastisch
Wat heeft de producent als extra info met de prijselasticiteit van de vraag meet de prijsgevoeligheid van de consument
producent krijgt de te verwachten evolutie van de gevraagde hoeveelheid in functie van mogelijke prijsveranderingen. Hij kan dus de verwachte omzet/ de totale opbrengste afleiden.
hoe bereken je de TO ?
P (bijhorende prijs) x Q (gevraagde hoeveelheid)
Wat is het verband tussen de prijselasticiteit en de totale opbrengst
Als de vraag onelastisch is
= TO neemt toe bij prijsstijing
Als de vraag eenheidselasticiteit is blijft de omzet constant bij prijsstijging.
Als de vraag elastisch is dan daalt de TO wanneer de prijs stijgt
Normaal gezien is de prijselasticiteit altijd negatief, is sommige uitzonderingen is deze positief, welke?
- Veblen-goederen : Sommige goederen worden aantrekkelijker wanneer ze duurder worden. VB een chique auto
-Kwaliteit : consumenten zien duurdere prijs als betere kwaliteit en gaan zo meer consumeren
-Giffen-goed : Giffen-goed is een basisproducten die van prijs stijgen en dat erg belangrijk zijn gecombineerd met een ander luxe product. Indien dat basis product stijgt zal je niet meer het ander luxe product kunnen aankopen maar wel meer van dat basisproduct nu dat je dat geld niet meer kan uitgeven aan dat luxeproduct
Wat zijn de voorwaarden om te kunnen voldoen aan een Giffen-goed
- Er zijn geen vervangende goederen met vergelijkbare aantrekkelijkheid en prijs. het goed is ESSENTIEEL
-Er zal minder van het Giffen-goed geconsumeerd worden als het inkomen stijgt
-Giffen goed moet zo zwaar doorwegen in budget dat een prijsstijging neerkomt op een daling van totale koopkracht : VB. Als rijst 60% van iemands budget inneemt en de prijs verdubbelt, dan blijft er bijna geen geld over om andere dingen te kopen. In plaats van vlees of groenten te kopen, gebruiken ze het geld dat overblijft om meer rijst te kopen, omdat dat het goedkoopste blijft.
-Het inkomen van consument is beperkt maar niet in de mate dat het luxegoed niet geconsumeerd wordt