Elasticiteit Flashcards

(57 cards)

1
Q

Wat is elasticiteit?

A

een meeteenheid waarmee wordt aangegeven in welke mate een bepaalde variabele reageert op een wijzigingin een andere variabele

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef de 3 soecifieke elasticiteiten

A
  1. prijselasticiteit van vraag/aanbod
    gevoeligheid gevraagde en aangeboden hoeveelheid voor bepaalde prijswijziging
  2. Inkomenselasticiteit
    gevoeligheid gevraagde hoeveelheid voor inkomenswijzigingen
  3. Kruisprijselasticiteit
    gevoeligheid gevraagde hoeveelheid voor prijswijzigingen van andere goederen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is prijselasticiteit van de vraag

A

laat zien hoe sterk de vraag van consumenten naar een product verandert als de prijs van dat product verandert. Terwijl ceters paribus (= onder dezelfde omstandigheden, alle andere dingen dus gelijk blijven)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe bereken je de prijselasticiteit

A

E^vp = % verandering in gevraagde hoeveelheid / % verandering prijs

stel dat het een prijsdaling is dan moet er een ‘-‘ voor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe interpreteer je dan de prijselasticiteit

A

het percentage waarmee de gevraagde hoeveelheid wijzigt wanner de prijs met 1 procent toeneemt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de middelpuntbenadering

A

dit is een andere nauwkeurige benadering om de elasticiteit te berekenen namelijk middelpuntelasticiteit namelijk prijs/hoeveelheidswijziging DELEN door gem prijs en gem hoeveelheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Geef de formule van de middelpuntelasticiteit

A

E = delta Q/ gem Q : delta P/ gem P

-delta Q is verandering gevraagde hoeveelheid = Qnieuw - Qoud
-gem Q = Q nieuw + Q oud / 2
-delta P is verandering in de prijs = Pnieuw - Poud
-gem P = Pnieuw + Poud / 2

Je deelt uiteindelijk 2 percentages

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe word de middelpuntelasticiteit geinterpreteerd

A

Het percentage waarmee de gevraagde hoeveelheid wijzigt wanneer de prijs met 1 procent toeneemt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de puntbenadering

A

een nog meer exactere wiskundige manier om de prijsgevoeligheid te berekenen in één bepaalde punt ipv tussen 2 punten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de formule van de puntbenadering

A

EVP = lim ΔP->0 (ΔP/ΔP x Px/Qx) = (limΔP->0 ΔQ/ΔP) xPx/Qx = ∂Q/∂P x Px/Qx

OF GEWOON
∂Q/∂P x Px/Qx

EVP: De puntelasticiteit van de vraag.
ΔP: De verandering in de prijs.
ΔQ: De verandering in de hoeveelheid.
Pₓ: De prijs op het specifieke punt dat je analyseert.
Qₓ: De hoeveelheid op datzelfde punt.
∂Q/∂P: De afgeleide van de vraagfunctie, oftewel de snelheid waarmee de hoeveelheid verandert ten opzichte van de prijs.De afgeleide vertelt je hoe snel de hoeveelheid verandert ten opzichte van de prijs, precies op dat punt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de bepalende factoren van prijselasticiteit

A
  • alternatieven
    wanneer er meer alternatieven beschikbaar zijnzal de persoon gevoeliger zijn voor prijsveranderingen wanneer hij makkelijk kan overchakelen op een ander substituut

-aard van de goederen
Noodzakelijke goederen hebben meestal een lagere prijselasticiteit. Luxegoederen zijn veel prijsgevoeliger. Als gebruik van goed een gewoont word daalt deze elasticiteit

-Inkomen van de consument
Consumenten met hoge inkomens zijn minder prijsgevoeliger. Het aandeel van goed in het totale budget speelt ook een rol vb chips zak vs step

-Het tijdsbestek
Hoe langer de beschouwde periode hoe roter de prijselasticiteit. Op langer termijn groter kans op bijsturen beslissing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

In welke categorien kan de mate waarin de gevraagde hoeveelheid reageert op een prijswijziging opgedeelt worden

A

-Elastische vraag
-Onelastische vraag
-Eenheidselasticiteit
-Perfect elastische vraag
-Perfect onelastische vraag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Geef meer uitleg over de elastische vraag

A

Wanneer de procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid groter is dan de procentuele verandering van de prijs

de prijselasticiteit ligt hierbij binnen het interval -1 tot -oneindig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Geef meer uitleg over de eenheidselasticiteit

A

OF uni-elasticiteit
procentuele verandering vand e gevraagde hoeveelheid is gelijk aan de procentuele verandering van de prijs

de prijselasticiteit is hier PRECIES 1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Geef meer uitleg over de onelastische vraag

A

procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid kleiner is dan de procentuele prijsverandering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Geef meer uitleg over perfect elastische vraag

A

een extreem geval waarbij een kleine prijswijziging voor een grote verandering in de vraag zorgt.

prijselasticiteit = oneindig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Geef meer uitleg over de perfect onelastische vraag

A

een prijsverandering heeft totaal geen effect op de gevraagde hoeveelheid.

prijselasticiteit = 0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoe komt het dat bij een lineaire vraagcurve de elasticiteit in elk punt verschillend is?

A

Omdat de elasticiteit de verhouding is van de procentuele wijziging in hoeveelheid en prijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is het midden van de lineaire vraagcurve?

A

de prijselasticiteit is hier precies -1
Het verdeelt de vraagcurve in 2 delen
De zone rechts van het midden is de prijselasticiteit tussen 0 en -1 hier is de vraag onelastisch en de zone links van het midden is de prijselasticiteit -1 en oneindig , hier is de vraag elastisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat heeft de producent als extra info met de prijselasticiteit van de vraag meet de prijsgevoeligheid van de consument

A

producent krijgt de te verwachten evolutie van de gevraagde hoeveelheid in functie van mogelijke prijsveranderingen. Hij kan dus de verwachte omzet/ de totale opbrengste afleiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

hoe bereken je de TO ?

A

P (bijhorende prijs) x Q (gevraagde hoeveelheid)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is het verband tussen de prijselasticiteit en de totale opbrengst

A

Als de vraag onelastisch is
= TO neemt toe bij prijsstijing

Als de vraag eenheidselasticiteit is blijft de omzet constant bij prijsstijging.

Als de vraag elastisch is dan daalt de TO wanneer de prijs stijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Normaal gezien is de prijselasticiteit altijd negatief, is sommige uitzonderingen is deze positief, welke?

A
  • Veblen-goederen : Sommige goederen worden aantrekkelijker wanneer ze duurder worden. VB een chique auto

-Kwaliteit : consumenten zien duurdere prijs als betere kwaliteit en gaan zo meer consumeren

-Giffen-goed : Giffen-goed is een basisproducten die van prijs stijgen en dat erg belangrijk zijn gecombineerd met een ander luxe product. Indien dat basis product stijgt zal je niet meer het ander luxe product kunnen aankopen maar wel meer van dat basisproduct nu dat je dat geld niet meer kan uitgeven aan dat luxeproduct

24
Q

Wat zijn de voorwaarden om te kunnen voldoen aan een Giffen-goed

A
  • Er zijn geen vervangende goederen met vergelijkbare aantrekkelijkheid en prijs. het goed is ESSENTIEEL

-Er zal minder van het Giffen-goed geconsumeerd worden als het inkomen stijgt

-Giffen goed moet zo zwaar doorwegen in budget dat een prijsstijging neerkomt op een daling van totale koopkracht : VB. Als rijst 60% van iemands budget inneemt en de prijs verdubbelt, dan blijft er bijna geen geld over om andere dingen te kopen. In plaats van vlees of groenten te kopen, gebruiken ze het geld dat overblijft om meer rijst te kopen, omdat dat het goedkoopste blijft.

-Het inkomen van consument is beperkt maar niet in de mate dat het luxegoed niet geconsumeerd wordt

25
Wat is het reboundeffect
Het reboundeffect is een economisch fenomeen dat optreedt wanneer een verbetering in energie-efficiëntie of verduurzaming leidt tot onverwachte stijgingen in het gebruik van een product of dienst VB.Stel, je koopt een energiezuinige wasmachine die minder energie verbruikt. Doordat je minder energie verbruikt per wasbeurt, kan je nu meer wassen omdat de kosten per wasbeurt lager zijn. Dit kan uiteindelijk leiden tot een hoger energieverbruik dan oorspronkelijk het geval was, ondanks dat de wasmachine efficiënter is.
26
Wat is een inkomenelasticiteit van de vraag?
Inkomenelasticiteit van de vraag is een economische maatstaf die aangeeft hoe de vraag naar een product verandert als het inkomen van de consument verandert.
27
Hoe word de inkomenelasticiteit berekent?
Procentuele verandering gevraagde hoeveelheid / procentuele verandering van de inkomen
28
Hoe kan het inkomenselasticiteits getal interpreteerd worden
Als de procentuele wijziging in de gevraagde hoeveelheid wanneer het inkomen met 1 procent stijgt
29
Zijn bij normale goederen de inkomenselasticiteit pos of neg?
Pos. De vraag neemt toe wanneer het inkomen toeneemt
30
Wanneer kan je gebruik maken van een middelpunt inkomenselasticiteit om deze te berekenen
Als je beschikt over absolute gegevens over inkomens en gevraagde hoeveelheid
31
Wat is de formule van de middelpunt inkomenselasticiteit
Q2-Q1/(Q2+Q1):2 / Y2-Y1/(Y2+Y1):2 Q2 = nieuwe gevraagde hoeveelheid Q1 = oude gevraagde hoeveelheid Y2 = nieuwe inkomen Y1 = oude inkomen (Q2+Q1):2 EN (Y2+Y1):2 = GEMIDDELDE
32
Wanneer kan je de inkomenselasticiteit berekenen via de puntinkomenselasticteit
wanneer je over een vraagfunctie beschikt
33
Wat is de formule van de puntsinkomenselasticiteit
∂Q/∂Y x Y/Q
34
Welke verschillende inkomenselasticiteiten bestaan er?
- Inkomensonelasticiteit ; noodzakelijke goederen = hoewel de inkomen stijgt heeft het een beperkt effect op de gevraagde hoeveelheid. Dit is vooral bij noodzakelijke goederen INKOMENELASTICITEIT = tussen 0 en 1 - Inkomenselastischegoederen ; luxegoederen = hoge inkomenselasticiteit groter dan 1. Inkomensverandering hebben een grote effect. Hoe groter de inkomen hoe groter de gevraagde hoeveelheid. gaat om luxegoederen, het budgetaandeel stijgt -Inferieure goederen = het verband tussen de inkomen en de gevraagde hoeveelheid is negatief. Wanneer inkomen stijgt daalt gevraagde hoeveelheid. Dit is bij inferieure goederen
35
Wat is het budgetaandeel?
het percentage van het inkomen van een consument dat besteed wordt aan een bepaald goed of dienst.
36
Wat is de wet van Engel?
Bij een stijging van een inkomen is er wel meer uitgave voor voeding maar het budgetaandeel aan voedingsuitgaven in het totale budget daalde. Het budgetaandeel van luxegoederen steeg.
37
Hoe worden de goederen voorgesteld op de inkomensvraagcurve?
-Noodzakelijke goederen: snijd de verticale as. Dit betekent dat ookal is er geen inkomen dat er toch nog steeds een bepaalde hoeveelheid goedere gevraagd zal worden. -Luxegoederen: snijdt de horizontale as. Je gaatze pas beginnen kopen vanaf een bepaalde inkomen. Drempelinkomen -Inferieuregoederen: je koopt deze wel aan bij een laag inkomen en vervangt ze door andere goederen met hoger nut wanneer het inkomen stijgt. Bij een toename van inkomen worden de goederen inferieur^ù§tgv
38
Wat is kruisprijselasticiteit van de vraag?
een economische maatstaf die laat zien hoe de vraag naar een goed verandert wanneer de prijs van een ander goed verandert.
39
Hoe berektn men de kruisprijselasticiteit van een vraag?
Procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid goed A/ procentuele verandering van de prijs goed B
40
Wat betekent het uitkomst (getal) die we bekomen met de kruispuntelasticiteits formule
Met welk percentage de gevraagde hoeveelheid van Goed A wijzijgt wanneer de prijs van goed B met 1% stijgt
41
Welke reken methode kan men gebruiken indien we zowel de procentuele geg als de absolute observaties hebben?
middelpuntkruisprijselasticiteit
42
Wat is de formule van de middelpuntkruisprijselasticiteit
Q2-Q1/(Q1+Q2):2 / P2-P1/(P2+P1):2
42
Geef de puntkruiselasticiteit
∂Q/∂P x P/Q
42
Wat kan de kruisprijselasticiteit qua - + of 0 allemaal zijn
Zowel pos als negatief als nul
43
Wat betekent een positief kruisprijselasticiteit
prijsstijging van goed B leidt tot een toename van de vraag naar goed A SUBSTITUSIEGOEDEREN
44
Wat betekent een negatieve kruisprijselasticiteit
Als prijs van goed B stijgt daalt de vraag naar goed A COMPLEMENTAIREGOEDEREN
45
Geef de mate die de kruisprijselasticiteit van substitueerbaarheid vs complementariteit (hoe groter....)
Hoe groter de kruisprijselasticiteit hoe beter beide goederen te substitueren zijn of hoe meer beide goederen complementair zijn
46
Wat zijn 'onafhankelijke goederen'
goederen waarbij de prijsverandering van het ene goed geen effect heeft op de vraag van het andere goed.
47
Wat is de prijselasticiteit van het aanbod?
hoe sterk de aangeboden hoeveelheid reageert op wijzigingen in de prijs
48
Hoe bereken je de prijselasticiteit van het aanbod
Procentuele verandering aangeboden hoeveelheid / procentuele verandering prijs
49
Hoe word het uitkomst van de prijselasticiteit van het aanbod geinterpreteerd?
Als de percentage wijziging van de aangeboden hoeveelheid indien de prijs met 1% toeneemt
50
Welke 2 andere berekenings methodes zijn er?
- Middelpuntsmethode -Puntelasticiteits
51
door welke factoren wordt de prijselasticiteit van het aanbod het meest beinvloed?
-de structuur en het verloop van hun kosten. - De flexibiliteit van producenten - De termijn
52
Geef meer uitleg over de structuur en het verloop van hun kosten
Indien de kosten te hoog zijn zal de producent minder kunnen aanbieden bij een prijsstijging. Hier is het aanbod dus onelastisch Indien de kosten laag zijn zal de producent meer kunnen aanbieden bij een prijsstijging. Hier is het aanbod elastisch
53
Geef meer uitleg over de flexibiliteit van producenten
producenten die aan massaproduceren doen kunnen makkelijker reageren op prijswijziging, degene met hoge technologische apparatuur kunnen moeilijk de productie versnellen. Degene die dus aan massaproduceren doen zijn dus flexibeler en hebben du een hogere elasticiteit
54
Geef meer uitleg over De Termijn
Hoe langer de beschouwde periode hoe elastischer het aanbod.
55
Geef de verschillende prijselasticiteits categorien bij aanbod
-Perfect elastisch aanbod -Onelastisch aanbod -Elastisch aanbod -Eenheidselasticiteit -Perfect onelastisch aanbod