Eindtoets MC + Open 13 juli 2018 Flashcards

1
Q

De Algemeen deken van de Orde zegt in het Advocatenblad dat de advocatuur constructief meedenkt over manieren om de toegang tot het recht voor de meest kwetsbare rechtzoekenden te waarborgen. Hierdoor aangespoord besluit Mr. Berber voor de cliënten die net niet in aanmerking komen voor een toevoeging op basis van no cure no pay te gaan werken, zodat zij kunnen procederen terwijl dat anders te duur zou zijn.

Hoe zal de tuchtrechter het gedrag van mr. Berber beoordelen?

A

Mr. Berber overtreedt art. 7.7 van de Voda en handelt daardoor direct in strijd met art. 46 Advocatenwet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Jeffrey van Dijk wil graag advies over de mogelijkheden om sterk vervuild afval te vervoeren naar Ivoorkust. Daarvoor is een vergunning nodig, maar Van Dijk wil die niet aanvragen. Hij weet namelijk toch wel dat hij de vergunning niet krijgt. Hij vraagt mr. Vriezen of deze een oplossing kan bedenken. Mr. Vriezen wil hier niet aan meewerken. Hij wil zelfs deze voornemens van Van Dijk, die kunnen leiden tot een grote milieuramp, actief tegenwerken.

Wat mag mr. Vriezen doen?

A

Mr. Vriezen mag helemaal niets doen met de informatie, want Van Dijk moet vrij zijn om zijn rechtspositie te bespreken met een advocaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Mr. Van Kampen is deeltijd hoogleraar Auteursrecht en deeltijd advocaat, gespecialiseerd in auteursrecht. Met zijn academische werkzaamheden haalt hij meer dan het verplichte aantal opleidingspunten. Hij behandelt geen zaken buiten zijn specialisatie.

Voldoet mr. Van Kampen hiermee volledig aan de kernwaarde ‘deskundigheid’?

A

Nee, want mr. Van Kampen moet naast vaktechnische kennis ook over voldoende vaardigheden beschikken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Mr. Eva Gualtierra heeft een typische vastgoedpraktijk. Zij procedeert niet. Procedures stuurt zij door naar een collega bij een ander kantoor. Eén van de adviescliënten van mr. Gualtierra komt uit Jemen en doet regelmatig grote vastgoedtransacties in Nederland en in het buitenland. Mr. Gualtierra weet dat Jemen op de lijst van risicolanden van de FATF staat.

Wat moet mr. Gualtierra doen?

A

Zij moet haar cliënt monitoren en ongebruikelijke transacties melden bij de FIU-NL.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Een advocaat schrijft zich in bij enkele koppelsites om zodoende nieuwe cliënten te werven.

Welke stelling over het gebruik van koppelsites is vanuit gedragsrechtelijk oogpunt bezien juist?

Maak een keuze:

Een advocaat mag gebruik maken van koppelsites en het is aan de deken om aan te tonen dat de advocaat handelt in strijd met de kernwaarden en/of dat het belang van de rechtzoekende niet bepalend is.

Een advocaat mag geen gebruik maken van koppelsites. Bij het gebruik van koppelsites komt vanwege de provisie de onafhankelijkheid van de advocaat in gevaar.

Een advocaat mag gebruik maken van koppelsites, zolang hij kan aantonen dat hij niet handelt in strijd met de kernwaarden en dat het belang van de rechtszoekende bepalend is.

A

Een advocaat mag gebruik maken van koppelsites, zolang hij kan aantonen dat hij niet handelt in strijd met de kernwaarden en dat het belang van de rechtszoekende bepalend is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De AIVD wil u horen over twee van uw cliënten die betrokken zouden zijn bij de voorbereiding van een grootschalige terroristische aanslag, maar daar voelt u niets voor. U meent dat u zich kunt beroepen op uw beroepsgeheim en de daaraan gerelateerde zwijgplicht.

Klopt dat?

A

Nee, de onderhavige zwijgplicht van een advocaat is niet absoluut en kan in uitzonderlijke situaties inzake het achterhalen van de waarheid terzijde worden geschoven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Sinds het voorjaar van 2017 heeft u een zaak in behandeling die veel van uw tijd opslokt. Langdurige schikkingsonderhandelingen en veel overleg met de advocaat van de wederpartij hebben niet tot een oplossing geleid en de zaak is sinds 4 april 2018 aanhangig. In de minnelijke fase gaf uw confrère in een e-mail van 7 maart 2018 aan u aan dat de vordering van uw cliënte weliswaar correct is, maar dat er een tegenvordering is en hij nog overweegt een schikkingsvoorstel te doen. In de bodemprocedure wordt de vordering van uw cliënte tot uw verrassing betwist. Voor de comparitie na antwoord brengt u de desbetreffende e-mail in het geding.

Heeft u aan de gedragsrechtelijke normen voldaan?

A

Nee, in dit specifieke geval mag u de e-mail van uw confrère niet in het geding brengen, omdat dit niet is afgesproken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de grondslag van het tuchtrecht?

A

: art. 46 Advocatenwet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke stelling over de rol van de landelijke deken bij de tuchtrechtprocedure is juist?

Maak een keuze:

De landelijke deken kan bezwaren tegen een advocaat voorleggen aan de Raad van Discipline.

De landelijke deken kan in verzet komen als het Hof van Discipline een beroep kennelijk ongegrond verklaard.

De landelijke deken heeft, in tegenstelling tot de lokale deken, geen rol in de tuchtrechtprocedure.

A

De landelijke deken kan in verzet komen als het Hof van Discipline een beroep kennelijk ongegrond verklaard.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

U staat Monica Hermanus bij in een procedure tegen Martha Beaugens. Twee weken geleden heeft een pleidooizitting plaatsgevonden bij de rechtbank, sector kanton. Geen van beide partijen heeft een pleitnota overgelegd. De kantonrechter heeft uitspraak bepaald over zes weken. Vandaag ontvangt u het proces-verbaal van de zitting. Tot uw schrik ontbreekt hierin het belangrijkste argument dat u ter zitting namens Hermanus heeft aangevoerd.

Wat moet u doen?

A

U moet schriftelijk reageren naar de rechtbank, sector kanton, met het verzoek het proces-verbaal aan te vullen en u moet een afschrift van uw brief aan de advocaat van Beaugens sturen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Mr. Wilfried Jacanova is overspannen. De deken van de orde waartoe mr. Jacanova behoort, is van mening dat hij zijn praktijk niet behoorlijk kan uitoefenen.

Welke mogelijkheid staat de deken ten dienste om te bewerkstelligen dat mr. Jacanova de praktijk niet langer uitoefent?

A

De deken kan de Raad van Discipline verzoeken mr. Jacanova te schorsen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Mr. In ’t veld overweegt een letselschadezaak op basis van no cure no pay te doen.

Waarover moet in ieder geval schriftelijk informatie worden verstrekt voordat de overeenkomst van opdracht wordt gesloten?

A

ver de mogelijkheid een beroep te doen op een particuliere rechtsbijstandsverzekering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De jongste advocaat-stagiair behandelt de zaak van cliënt Hampsink. Voor Hampsink is een toevoeging afgegeven door de Raad voor Rechtsbijstand met de laagste eigen bijdrage (€196). Hampsink wenst dat niet de jongste advocaat-stagiair, maar de meest ervaren advocaat zijn zaak behandelt. De meest ervaren advocaat is bereid de zaak van Hampsink te behandelen, op voorwaarde dat deze €4.500 aan honorarium betaalt, naast de reeds door Hampsink betaalde eigen bijdrage.

Mag dit?

A

Nee, dit mag niet. Naast de eigen bijdrage mag geen honorarium in rekening worden gebracht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

U procedeert namens uw cliënt Otto Marques tegen Xavier Heinrichs. Voorafgaand aan de procedure heeft een mediationbijeenkomst plaatsgevonden tussen partijen, waarbij u als advocaat van Marques aanwezig bent geweest. Alle betrokkenen bij de mediation hebben een mediationovereenkomst getekend. De mediationovereenkomst bevat een geheimhoudingsclausule. Ter zitting vraagt de rechter u wat partijen voorafgaand aan de juridische procedure hebben ondernomen om eruit te komen.

Wat moet u doen?

A

U moet melden dat er mediation heeft plaatsgevonden, maar niets zeggen over de inhoud.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Advocaat Julius Varenne heeft een letselschadepraktijk waarin hij arbeidsslachtoffers bijstaat. Op verzoek van slachtoffergroepen en vakbonden houdt hij vaak presentaties, waarbij hij zijn zaken bespreekt en de ervaringen van de slachtoffers die hij heeft bijgestaan. Ook geeft hij algemene tips. Daarmee dient hij een maatschappelijk doel, vindt hij. De deken meent dat deze activiteiten niet acceptabel zijn voor een advocaat.

Welk valide argument kan de deken hebben voor zijn standpunt?

A

Mr. Varenne handelt in strijd met zijn geheimhoudingsplicht door de ervaringen van zijn cliënten te delen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Uw cliënt, Tim Jansons, is uitdrukkelijk en schriftelijk akkoord gegaan met verrekening van uw declaratie met hem toekomende gelden die op de derdenrekening van uw kantoor worden gestort. Direct nadat u uw declaratie van €4.000 aan Jansons heeft toegezonden, maakt deze bezwaar tegen de hoogte daarvan. Hij is van mening dat u buitensporig heeft gedeclareerd in verhouding tot de door u verrichte werkzaamheden. Deze zouden slechts een declaratie van €2.000 rechtvaardigen volgens Jansons.

Wat moet of mag u doen?

A

U kunt ervoor kiezen overleg te voeren met de deken en €2.000, het betwiste deel van uw declaratie, te deponeren bij de deken. U moet uw cliënt hierover informeren.

17
Q

Op het kantoor waar u werkt, waren tot voor kort drie partners werkzaam. Zes maanden geleden is één van de partners, mr. Jodokus Timor, voor zichzelf begonnen. De afgelopen twee maanden zijn al 20 cliënten van kantoor overgestapt naar mr. Timor. Het blijkt dat mr. Timor al deze cliënten, die het laatste halfjaar werden bediend door de achterblijvende advocaten, heeft aangeschreven en aan hen heeft aangeboden hun zaak te behartigen tegen een uurtarief dat 50% lager ligt dan het tarief dat op uw kantoor wordt gehanteerd.

Mag mr. Timor zo handelen?

A

Nee, dat mag niet. De regels voor vrije advocaatkeuze strekken er niet toe een inbreuk op de bestaande rechtsverhouding tussen een advocaat en zijn cliënt te faciliteren.

18
Q

Mr. Blankenberghe krijgt op een zonnige zomerdag een onverwacht bezoek van cliënte Tanja Vriesek en van de wederpartij Melinda Zontje. Opvallend genoeg is Zontje niet vergezeld van haar advocate mr. Roetjens. De dames zijn elkaar de avond ervoor tegengekomen bij een borrel en ze hebben de problemen uitgepraat en vertellen verheugd dat ze willen dat mr. Blankenberghe de afspraken vastlegt in een vaststellingsovereenkomst. Mr. Blankenberghe wil de dames ter wille zijn, maar hij vraagt zich af of dat nu wel kan.

Beargumenteer hoe mr. Blankenberghe moet handelen. Verwijs met argumenten naar de relevante wet- en regelgeving.

A

Beknopt antwoordmodel:

Het is natuurlijk goed nieuws dat partijen een minnelijke oplossing hebben bereikt, maar Zontje wordt bijgestaand door mr. Roetjens. Het is niet toegestaan dat mr. Blankenberghe zich zonder tussenkomst van mr. Roetjens wendt tot Zontje (3 punten). Gedragsregel 25 lid 1: 2 punten. Dit geldt ook als Zontje degene is die mr. Blankenberghe benadert (2 punten).

Mr. Blankenberghe mag dus niet in gesprek gaan met beide dames over de gemaakte afspraken en mag de vaststellingsovereenkomt niet opstellen, maar zal zich moeten wenden tot mr. Roetjens met de vraag of het akkoord is dat hij direct contact heeft met Zontje (3 punten).

Voor alle duidelijkheid: voordat mr. Blankenberghe überhaupt kan overwegen mevrouw Zontje als cliënte te accepteren, dient eerst volgens GR 25 gehandeld te zijn. Pas daarna kunnen vragen over tegenstrijdig belang, overnameperikelen etc. aan de orde komen. Antwoorden die alleen op die onderwerpen ingaan, krijgen dan ook geen punten.”

19
Q

Mr. Jankovic wordt door Weerdal bv ingeschakeld voor het voeren van een incassoprocedure. Het gaat om een bedrag van €56.000 plus rente en kosten. Weerdal maakt met mr. Jankovic de afspraak dat de door mr. Jankovic gemaakte uren in rekening gebracht zullen worden voor een tarief van €225 exclusief btw. Mr. Jankovic wil graag een voorschot ontvangen van €5.000. Weerdal stort per ommegaande een bedrag van €5.000 op de kantoorrekening van mr. Jankovic.
Na een jaar wordt de incassoprocedure met succes afgesloten. Het gevorderde bedrag komt binnen op de derdengeldenrekening van mr. Jankovic. In de standaardopdrachtbevestiging staat dat declaraties mogen worden verrekend met ontvangen derdengelden. Mr. Jankovic heeft 33 uur aan de zaak besteed. Dat komt neer op een declaratie van bijna €11.000. Hij verrekent zijn declaratie met het voorschot en het restant met het bedrag op de derdengeldrekening. Weerdal maakt hiertegen direct bezwaar en wenst het volledige bedrag van €56.000 plus rente en kosten te ontvangen. Verder heeft Weerdal problemen met de declaratie: 33 uur is veel te veel. Mr. Jankovic had aanzienlijk sneller en efficiënter kunnen werken.

Hoe moet mr. Jankovic gedragsrechtelijk juist handelen met betrekking tot de bezwaren en wensen van Weerdal? Motiveer uw antwoord en verwijs daarbij naar de relevante wet- en regelgeving.

A

Een voorschot in geld is toegestaan (gedragsregel 19 lid 1). Een voorschot is bedoeld als zekerheid voor de declaratie. Mr. Jankovic mocht het voorschotbedrag van €5.000 dan ook verrekenen met de declaratie. (2 punten)

Verrekening van de declaratie met ontvangen derdengelden is toegestaan, als dit met de cliënt is afgesproken. Als de cliënt de verrekende declaratie tijdig betwist, vervalt het recht tot verrekening (art. 6.19 Voda lid 4; zie ook toelichting bij gedragsregel 19). De verrekeningsmogelijkheid is in de opdrachtbevestiging opgenomen. Dat is op zich voldoende. Echter: nu Weerdal achteraf bezwaar maakt tegen de hoogte van de declaratie en tegen de verrekening mag mr. Jankovic toch niet verrekenen en moet dus alsnog doorbetalen. (4 punten)

Verder is er een declaratiegeschil ontstaan. Mr. Jankovic moet Weerdal wijzen op de toepasselijke kantoorklachtenregeling en de overige mogelijkheden om het geschil op te lossen (gedragsregel 17 lid 5). (2 punten)

Ook moet mr. Jankovic het bedrag dat door Weerdal wordt betwist in overleg met de deken onder de deken deponeren en moet hij bevorderen dat zo spoedig mogelijk wordt vastgesteld wie de rechthebbende van deze gelden is, (bijvoorbeeld door een procedure bij de rechter of de geschillencommissie: geen verplicht te benoemen element) (gedragsregel 19 lid 3). (2 punten)

20
Q

U adviseert al 1,5 jaar een ondernemingsraad (OR) van een ziekenhuis. Het ziekenhuis heeft twee bestuurders. Het overleg tussen de OR en de beide bestuurders is tot nu toe altijd stroef verlopen. Recent zijn er in de media berichten verschenen over het buitensporig hoge salaris van beide bestuurders en hun gebrek aan capaciteiten. Ook de OR is van mening dat beide bestuurders ongeschikt zijn voor hun functie. Dan wordt u benaderd door een journalist van een kwaliteitskrant, die een artikel schrijft over “Kwaliteit en beloning in de zorg” voor de zaterdagbijlage.

a. Welke (gedragsrechtelijke) normen komen in het geding als u een interview geeft? Geef de bijbehorende wet- en regelgeving aan.
b. U geeft een interview zonder voorafgaand overleg met uw cliënt, de OR. In het interview geeft u in niet mis te verstane bewoordingen uw eigen mening en laat u zich zeer laatdunkend uit over de beide bestuurders van het ziekenhuis.

Wie kan tegen u welke (al dan niet tuchtrechtelijke) procedure beginnen en op welke (wettelijke) bepalingen zijn deze mogelijkheden gebaseerd? Formuleer uw antwoord op vraag b in maximaal 100 woorden. Het meerdere wordt niet nagekeken!

A

Art. 10a Advocatenwet. Vertrouwelijkheid is een kernwaarde (1 punt). Art. 11a Advocatenwet regelt specifiek de geheimhoudingsverplichting (1 punt).Ook goed: kernwaarde integriteit, mits goed uitgewerkt waarbij de vertrouwelijke relatie met de cliënt wordt genoemd (2 punten).

Gedragsregel 3 bevat een nadere uitwerking van de geheimhoudingsverplichting (lid 1) en de uitzonderingen (lid 3), nl. een juiste uitvoering van de taak rechtvaardigt dit, cliënt heeft desgevraagd geen bezwaar en het is in overeenstemming met een goede beroepsuitoefening. Geen van deze drie uitzonderingen doen zich voor (3 punten).

b. Er kan een klacht worden ingediend door:
De OR o.g.v. art. 46 Advocatenwet en art. 10a en 11a Advocatenwet (1 punt).
De bestuurders o.g.v. art. 46 Advocatenwet en niet in acht nemen en onnodig schaden van hun belangen (1 punt).
De deken o.g.v. art. 46f Advocatenwet (1 punt).

Er kan in een procedure bij de burgerlijke rechter schadevergoeding worden gevorderd o.g.v. onrechtmatige daad art 6:162 BW (bestuurders, 1 punt) of wanprestatie art 6:74 BW (OR, 1 punt).