Efflorescenties Flashcards
Nieuw gevormde holte gevuld met pus, zonder eigen wand
Abces
Afname van volume van huid-samenstellende elementen (epidermis, dermis of subcutis).
Atrofie
Als vesicula, maar > 1 cm, subcorneaal, intra-epidermaal of subepidermaal. Gevuld met helder vocht, soms hemorrhagisch of purulent.
Bulla
Conglomeraat van furunkels (negenoog).
Carbunkel
Kraagvormig, ringvormig kransje van schilfers resterend van opengebarsten vesicula.
Collerette
Afgesloten talgklieruitvoergang, met ophoping van talgklier-materiaal (meeëter).
Comedo
Gebarsten, grof netwerk van fijne barstjes.
Craquelé
Korst, samengesteld uit ingedroogd exsudaat, fibrine, bloed, cellen, necrotisch materiaal of vuil.
Crusta
Afgesloten holte met eigen epitheelwand, gevuld met vocht, cellen of door secernerende cellen gevormd product, b.v. talg, mucus, of synoviale vloeistof.
Cyste
Niet nader omschreven verkleuring v.d. huid, die niet berust op vaatverwijding, niet wegdrukbaar, niet afwasbaar.
Dyschromia
Verkeerde samenstelling, groeistoornis of degeneratie van de huid of andere organen, weefsels of cellen.
Dystrofie
Maculaire, grote, oppervlakkige rode of paarse bloeduitstorting.
Ecchymose
Een met vochtontwikkeling gepaard gaande ontstekingsreactie van epidermis en dermis; niet gekenmerkt door een enkel verschijnsel, maar door verschijnselen die naast en na elkaar kunnen voorkomen, zoals roodheid, zwelling, blaasjes, puistjes, erosies, rhagaden, crusta, schilfers, lichenificatie; onregelmatig begrensd, neiging tot perifere uitbreiding.
Eczema
Door ontsteking veroorzaakte roodheid en schilfering van de huid.
Erythemato- squameus
Oppervlakkig defect beperkt tot de epidermis, geen puntbloedingen te zien.
Erosie
Defect tot in de dermis, puntbloedingen te zien.
Excoriatie
Tijdelijke wegdrukbare roodheid van de huid, berustend op vaatverwijding.
Erytheem
Gegeneraliseerde huidafwijking met diffuse ontstekingsroodheid berustend op uitgebreide vasodilatatie, vaak (afhankelijk van de oorzaak) tevens schilfering van de huid.
Erytrodermie
Kloof, scheur, inscheuring van de huid, variërend van oppervlakkig tot diep (synoniem: rhagade).
Fissuur
Gang, tunnel, meestal met epitheel bekleed, verbinding tussen in de diepte of op afstand gelegen ontstekingshaard of holte en de buitenwereld.
Fistel
Diepe (stafylococcen) folliculitis met centrale necrose (steenpuist).
Furunkel
Moeilijk te verwijderen schilfers, verdikt stratum corneum, cellen geheel verhoornd en kleurloos, samenhang v.d. cellen groter dan normaal.
Hyperkeratose
Toename van volume der huid-samenstellende elementen.
Hypertrofie
Vergroving van het huidrelief, verdikking van de huid met accentuatie van de huidlijnen door chronisch krabben of wrijven.
Lichenificatie
Omschreven kleurverandering in het niveau van de huid zonder verdere epidermale of dermale afwijkingen
Macula
Circumscripte palpabele verhevenheid (meestal solide) in de huid (epidermis, dermis) of onder de huid (subcutis) < 1 cm
Nodulus
Circumscripte palpabele verhevenheid (meestal solide) in de huid (epidermis, dermis) of onder de huid (subcutis) > 1 cm
Nodus
Circumscripte solide verhevenheid uitgaande van de huid (epidermis en adnexen of dermis) < 1 cm, ontstaan door cel, weefsel of vochttoename.
Papel
Gemakkelijk loslatende schilfers, kernen behouden tot in stratum corneum, t.g.v. versneld verhoorningsproces (geen tijd voor ‘afwerking’).
Parakeratose
Kleine (1-2 mm) puntvormige bloeding (erytrocyten extravasatie) in de huid, niet wegdrukbaar
Petechiae
Solide, plateau-achtige (afgevlakte) verhevenheid van de huid >1 cm, veroorzaakt door toegenomen dikte van epidermis en/of dermis.
Plaque
Rode, blauw-rode of paarse verkleuring van de huid door een bloeding (erytrocyten extravasatie), niet wegdrukbaar.
Purpura
Zichtbare holte gevuld met purulent vocht, pus, zonder eigen wand, < 1 cm meestal in epidermis gelegen (puist).
Pustula
Inscheuring v.d. huid, variërend van oppervlakkig tot diep (kloofje, fissuur).
Rhagade
Schilfering: Parakeratose, zemelachtig, zeer klein, lijkt poeder
Pityriasiform schilfering
Schilfering: parakeratose, plaatjesvormig, wit, zilverachtig glanzend (als kaarsvet)
Psoriasiform schilfering
Schilfering: visschubachtig, in rijen naast elkaar, ruitvormig
Ichthyosiform schilfering
Schilfering: eeltachtig, brokkelig
Keratotisch schilfering
Gelocaliseerde of diffuse bindweefselverharding.
Sclerose
Geel, vettige schilfering.
Seborrhoisch
Schilfer, loslatend conglomeraat van hoorncellen.
Squama
Blijvende verwijding van capillairen en kleinere bloedvaatjes, wegdrukbaar.
Teleangiëctasie
Solide uitstekende verhevenheid > 1 cm.
Tuber
Gezwel, nieuwvorming (benigne of maligne).
Tumor
Defect van de huid tot in de subcutis, tot onder het niveau van de haarfollikels (full-thickness).
Ulcus
Vluchtige, vlakke, rode of bleke omschreven verhevenheid van de huid berustend op oedeem in de dermis, door vasodilatatie en verhoogde vasopermeabiliteit.
Urtica
Uitgroeiing huidpapillen, prominerend kegelvormig, draadvormig of bloemkoolachtig (o.a. gewone wrat, woekeringen bij tropische infectieziekten).
Vegetaties
Zichtbare holte gevuld met helder vocht, zonder eigen wand, < 1 cm, in of vlak onder de epidermis.
Vesicula
Beschadiging van de huid zonder onderliggend pathologisch proces.
Vulnus
Verbreking van de samenhang van de huid.
Wond