Eerste Hulp Door Politie Flashcards

1
Q

Reanimatie volwassene

A

30 compressies, 2 beademingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Reanimatie kind

A

Eerst 5 beademingen
Daarna 15 compressies, 2 beademingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Reanimatie baby

A

Eerst 5 beademingen
Daarna 15 compressies, 2 beademingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Reanimatie drenkeling

A

Eerst 5 beademingen
Daarna 30 compressies, 2 beademingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

SBAR

A

S ituation (situatie).
B ackground (achtergrond).
A ssessment (beoordeling ABCDE).
R ecommendation (aanbeveling).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

AMPLE

A

Allergie.
Medicatie.
Past (ziekte geschiedenis).
Laatste keer gegeten.
Event (wat is er gebeurt?).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Verschijnselen beroerte

A

Hoofdpijn, misselijk, braken.
Slecht kunnen zien, duizelig, gestoorde spraak.
Verlammingsverschijnselen.
Stoornissen in het bewustzijn.
Storing in coördinatie/dronkenman loop.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat te doen bij een beroerte?

A

Uitvoeren van MSA test
Waarschuw ambulance.
Laat het slachtoffer liggen of zitten en zorg ervoor dat hij niet om valt.
Leg een bewusteloos slachtoffer op de zij.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Verschijnselen pijn op de borst / afsluiting van de kransslagader

A

Pijn op de borst, plotselinge onverklaarbare vermoeidheid en/of benauwdheid.
Vaak druk op de borst, uitstraling naar de armen, kaken, misselijk, transpireren.
Bij vrouwen vaak moeilijk te herkennen vanwege vage klachten (duizelig, moe, zwakte, benauwd, hartbonzen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat te doen bij pijn op de borst?

A

Waarschuw ambulance.
Zorg ervoor dat het slachtoffer zich niet inspant door hem te laten zitten of liggen.
Controleer ABCDE.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn wegrakingen?

A

Kortdurende bewustzijnsstoornis die zich spontaan herstelt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat te doen bij een wegraking?

A

Controleer ABCDE en volg protocol EHDP.

Binnen 1 minuut aanspreekbaar.
10 minuten laten liggen.
Indien klachtenvrij overleg met ambulance.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is Epilepsie?

A

Plotselinge, tijdelijke verstoring van de elektrische prikkeloverdracht in de hersenen. Hierdoor kunnen aanvallen ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Verschijnselen epilepsie?

A

plotselinge bewusteloosheid. Weg draaien van de ogen, verkrampen, schokkende ongecontroleerde bewegingen met armen en benen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat te doen bij epilepsie?

A

Geef ruimte, voorkom letsels.
Bescherm het hoofd.
Probeer de bewegingen niet tegen te houden.
Probeer ademweg vrij te houden.
Stop niets tussen de tanden.
leg na de aanval het slachtoffer eventueel in de stabiele zijligging.
Laat het slachtoffer bij bekendheid met epilepsie naar eigen inzicht en voorschrift arts handelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Verschijnselen te hoog bloedsuiker?

A

Bij een te hoog bloedsuikergehalte wordt de diabeet langzamerhand steeds slaperiger.

17
Q

Verschijnselen te laag bloedsuiker?

A

Bij een te laag bloedsuikergehalte voelt de diabeet zich licht in het hoofd, is trillerig, geeuwt en zweet en kan agressief worden.

18
Q

Wat te doen bij een te laag bloedsuiker?

A

Geef zoet eten of drinken bij verschijnselen van een lage bloedsuiker. Bij twijfel altijd iets zoets geven.
(slachtoffer moet zelf kunnen eten of drinken)

19
Q

Wat te doen bij brandwonden?

A

koel 10 minuten met lauw kraanwater. let op onderkoeling.
koel desnoods met slootwater.
Verwijder sieraden.
Kleding die vast aan de wond zit laten zitten en nat houden.
Dek wonden steriel af met niet-verklevend verband, laat blaren heel. Geen zalf smeren.
Niets te drinken geven.

20
Q

Verschijnselen shock

A

Ernstig bloedverlies (uitwendig of inwendig).
Bleek, klam en zweterig.
Dorstig.
Angstig.
Abnormale gelaatskleur.
Versnelde ademhaling.
Abnormale polsslag.
Verminderd bewustzijn.

21
Q

Wat te doen bij shock?

A

Druk een bloedende wond onmiddellijk dicht (eventueel tourniquet aanleggen).
Laat het slachtoffer liggen bij hevig bloedverlies.
Uit de wond stekende voorwerpen niet verwijderen.
Bescherm tegen afkoelen.
Niets te drinken geven.

22
Q

Verschijnselen allergische reactie?

A

Zwelling lippen, mond en keel, ogen.
Jeuk.
Huiduitslag.
Benauwd (hees).
Misselijkheid en of braken.
Diarree.
Duizelig en of wegraking.

23
Q

Wat te doen bij een allergische reactie?

A

Laat het slachtoffer liggen, maar leg hem niet plat neer bij benauwdheid.
Bescherm het slachtoffer tegen afkoeling.
Heeft het slachtoffer een EpiPen (Adrenaline)? Assisteren bij het geven mag je als agent wel, je mag het echter niet zelfstandig injecteren.