Algemeen Juridisch Flashcards

1
Q

Artikel 3 politiewet

A

De politie heeft tot taak in ondergeschiktheid aan het bevoegd gezag en in overeenstemming met de geldende rechtsregels te zorgen voor de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

bevoegd gezag openbare orde

A

Burgermeester

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

bevoegd gezag opsporing

A

OvJ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

bevoegd gezag hulpverlening

A

Burgermeester

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is recht?

A

Het geheel van regels dat op een bepaald moment geldt in een samenleving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Juridisch recht

A

officiële overheidsregels die volgens een voorgeschreven procedure tot stand zijn gekomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Moreel recht

A

regels die burgers zichzelf opleggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het doel van recht

A

Het ordenen van de samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kenmerken voor rechtsregels

A
  1. Worden gemaakt door de overheid
  2. Algemeen gelden en
  3. Door de rechter gehandhaafd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Rechtsbronnen

A
  • Wet
  • Jurisprudentie = verzameling van alle rechterlijke uitspraken
  • Internationaal recht
  • Gewoonte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Rechtsbieden

A

Staatsrecht
Strafrecht
Bestuursrecht
Burgerlijk recht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Staatsrecht

A

Regelt de organisatie en verhoudingen tussen verschillende overheidsorganen en bepaalt de positie van de burger in de staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Strafrecht

A

Strafrecht geeft de overheid het recht om straf op te leggen aan personen die bepaalde gedragingen verrichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bestuursrecht

A

regels waaraan de overheid zich moet houden als zij het land bestuurd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Burgerlijk recht

A

Burgerlijk recht (civiel recht/privaat recht) regelt de rechtsverhoudingen tussen burgers onderling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Publiekrecht

A

overheid vs burger = Strafrecht, Staatsrecht en Bestuursrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Privaatrecht

A

burgers onderling = Burgerlijk recht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Materieel recht

A

Geboden & verboden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Formeel recht

A

procesregels - Wat mag ik nu? Bevoegdheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wet in formele zin

A

ieder besluit afkomstig van de regering en Staten-Generaal samen en dat tot stand is gekomen volgens de procedure uit de grondwet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wet in materiele zin

A

iedere overheidsregel met algemene werking

22
Q

Rangorde van wetten

A

Internationaal verdrag
Grondwet
Wet in formele zin
AMvB
Ministeriele regeling
Provinciale verordening
Gemeentelijke verordening

23
Q

KENO

A

AAAAVJJ ZUURG91

24
Q

Assistentiesurveillence

A

Surveillance van de noodhulp. 112-meldingen tot IGP opdrachten(informatie gestuurde politie)

25
Q

Belastende vragen

A

Een vraag die je stelt over het strafbare feit waarmee een verdachte zich kan schaden

26
Q

Rechten van een verdachte

A
  • Meedelen strafbaar feit 27c-1
  • Recht op rechtsbijstand 28
  • Recht op verdediging 27c-3
  • Niet tot antwoorden verplicht art 29
  • Recht op een tolk 27-4
27
Q

Trias politica

A

Wetgevende macht
Uitvoerende macht
Rechterlijke macht

28
Q

Gekwalificeerd delict

A

een delict dat onder bijzondere omstandigheden zwaarder wordt bestraft

29
Q

Klachtenprocedure

A

Online of per brief, binnen 5 dagen contact met klachtenbehandelaar. Daarna gesprek met leidinggevende en klachtenbehandelaar. Als dat niet genoeg is gaat de klacht naar politiechef en klachtencommissie.

30
Q

Gevonden voorwerp

A

Altijd melding maken. Naar gemeente brengen of zelf bewaren. Na een jaar kan de vinder eigenaar worden

31
Q

Toezichthouder

A

Rol bij een gedraging, AWB

32
Q

Wet Mulder

A

Lichtere verkeersovertredingen, zoals snelheidsovertredingen, fout parkeren en rijden door rood licht, vallen niet onder het strafrecht. Deze worden langs administratiefrechtelijke weg af gedaan.

33
Q

Opsporingsambtenaar

A

Rol bij een strafbaar feit, WvSV

34
Q

Heterdaad bestandsdelen

A

Wanneer het strafbare feit ontdekt wordt, terwijl het begaan wordt of terstond nadat het begaan is

35
Q

Art 8 politiewet

A

vorderen van inzage van een identiteitsbewijs voor zover dat redelijkerwijs noodzakelijk is voor de uitvoering van de politietaak

36
Q

Art 27 strafvordering

A

Wat is een verdachte?
feiten of omstandigheden
een redelijk vermoeden
schuld aan een strafbaar feit

37
Q

Art 52 strafvordering

A

de identiteit van de verdachte vast te stellen en hem daartoe staande te houden.

38
Q

Art 55b strafvordering

A

een staande gehouden of aangehouden verdachte, aan zijn kleding te onderzoeken, alsmede voorwerpen die hij bij zich draagt of met zich mee voert, voor de vaststelling van zijn identiteit

39
Q

Art 447e strafrecht

A

Hij die niet voldoet aan de verplichting om een identiteitsbewijs ter inzage aan te bieden

40
Q

Art 447e WvS

A

Niet voldoen aan vordering ID bewijs

41
Q

Diefstal

A

Hij die enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort wegneemt, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, wordt, als schuldig aan diefstal, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.
Art 310 WvS

42
Q

Vernieling

A

Hij die opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielt, beschadigt, onbruikbaar maakt of wegmaakt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
Art 350 WvS

43
Q

Mishandeling

A

Het opzettelijk aan een ander toebrengen van lichamelijk letsel of pijn, het opzettelijk benadelen van de gezondheid alsmede – onder omstandigheden – het opzettelijk bij een ander teweegbrengen van een min of meer hevige onlust veroorzakende gewaarwording in of aan het lichaam, een en ander zonder dat daarvoor een rechtvaardigingsgrond bestaat.
Art 300 WvS

44
Q

Inbeslagname gronden

A

Onttrekken verkeer
Waarheidsvinding
Wederrechtelijk verkregen voordeel
Verbeurdverklaring

45
Q

Wat is een pd?

A

Waar het delict of een deel van het delict is gepleegd
Waar sporen mbt het delict aanwezig zijn

46
Q
A
47
Q

Aan welke wettelijke vereisten moeten processen-verbaal voldoen?

A
  • Het moet ten spoedigste opgemaakt worden
  • Het pv wordt persoonlijk opgemaakt
  • In het pv wordt zoveel mogelijk de redenen van wetenschap weergegeven
  • Het pv wordt opgemaakt op ambtsbelofte
48
Q

Aanhouding buiten heterdaad

A

Op bevoegd gezag OvJ.
Als het niet afgewacht kan worden getrapte bevoegdheid

49
Q

Wat is een klachtdelict?

A

Een misdrijf is een klachtdelict als deze wordt gepleegd door een bloed- of aanverwant in de rechte lijn of door een bloed- of aanverwant uit de zijlijn tot en met de tweede graad. In alle andere gevallen is er geen sprake van een klachtdelict

50
Q

Wie mag een klachtdelict opnemen?

A

Een hovj