economie hoofdstuk 3.1 Flashcards
concrete markt
vaste plaats, vast moment en kopers en verkopers komen samen om te ruilen. (wekelijkse markt)
abstracte markt
vragers en aanbieders. GEEN vaste plek of tijd. (woningenmarkt/ arbeidsmarkt)
substitutiegoederen
goederen die dezelfde behoefde voorzien (appels en peren)
complementaire goederen
producten die elkaar aanvullen (hond en hondenriem)
individuele vraaglijn
gaat over 1 persoon. tegenover gestelde: collectieve vraaglijn. negatief verband
collectieve vraaglijn
gaat over alle consumenten samen. tegenover gestelde: individuele vraaglijn. negatief verband
negatief verband
de gevraagde hoeveelheid wordt lager als de prijs hoger word
elastische product
felle reactie. prijselasticiteit lager dan -1. prijs omlaag: slim. prijs omhoog: niet slim (worstenbrood)
inelastisch product
GEEN felle reactie. prijselasticiteit tussen 0 en -1. prijs omhoog: slim
prijs omlaag: niet slim (bruin brood)
formule voor prijselasticiteit
% verandering van de gevraagde hoeveelheid/ % verandering van de prijs